Door Marc van Oostendorp
Elektronische post uit het oosten van Nederland! Hoe staat de taal er daar voor, volgens onze correspondent ter plaatse?
Mijn zoon (7) en mijn dochter (13) hoor ik iets zeggen dat mijn dochter (19) niet zegt: ‘Zag mij!’. Of ‘zag mijn gezicht!’
Ze geven ermee aan dat de gezichtsuitdrukking of de handeling alweer in het verleden ligt. Eigenlijk dus: ‘heb je gezien dat…’ Of: ‘Heb je mijn gezicht gezien?’
Even vroeg ik me af of ze dit elkaar hebben aangeleerd, en het dus iets is van binnen onze sibbe. Maar ik hoorde het een vriendinnetje van mijn dochter (ook 13) ook zeggen, en op het schoolplein van mijn jongste hoorde ik het een kind zeggen dat voor zover ik weet niet bevriend is met mijn zoon.
Als ik het op Twitter navraag, blijken anderen het wel te herkennen, al is het een beetje moeilijk de constructie af te baken. Ze is natuurlijk interessant omdat het lijkt te gaan om een gebiedende wijs in de verleden tijd.
Het onvolprezen standaardwerk Syntax of Dutch (SoD) schrijft daar ook wel over, maar het gaat dan over zinnen met een voorwaardelijke bijzin die ook in de verleden tijd is gesteld. Ik vind die zinnen trouwens ook niet al te jofel:
- Als hij een slecht humeur had, borg je dan maar.
- Als hij je niet mocht, pakte dan je boeltje maar.
Zonder zo’n bijzin zijn er alleen voorbeelden in de voltooid verleden tijd te vinden; die voorbeelden vind ik trouwens wel weer goed klinken:
- Had dan ook iets gegeten!
- Was dan ook wat langer gebleven!
Zulke zinnen zijn toch wel wat anders dan die nieuwe zag mij-constructie. In de eerste plaats gaat het hier altijd over iets wat dus niet gebeurd is: je hebt niets gegeten en bent niet langer gebleven. Er staat dan ook dan ook bij, of dan maar. Zag mij wordt geloof ik los gebruikt van of mijn gezicht nu wel of niet gezien is.
Bovendien staan die algemenere constructies dus in de voltooid verleden tijd. De voltooid tegenwoordige tijd noch andere vormen van de verleden tijd zijn mogelijk:
- Heb dan ook iets gegeten! [uitgesloten]
- At dan ook iets! [uitgesloten]
Althans, over dat laatste rapporteert de Syntax of Dutch wel dat zulke vormen marginaal voor sommige taalgebruikers wel mogelijk zijn; maar ik hoor niet bij die taalgebruikers. De grammatica geeft de volgende voorbeelden:
- Stopte dan ook! Nu heb je een ongeluk veroorzaakt.
- Dronk dan ook niet zo veel! Nu heb je een kater.
Ook in dit geval is echter duidelijk bedoeld dat er niet gestopt is en juist wel gedronken. En ook hier staat dan ook er waarschijnlijk niet voor niets bij – ik vraag me af of mensen zulke constructies wel kunnen gebruiken zonder zo’n toevoeging (‘Stopte!’)
Tegelijkertijd zit hier duidelijk een gat – dat mogelijk momenteel door de jeugd in het oosten van Nederland wordt opgevuld.
Wat vinden jullie van de zin ‘Dronk dan ook niet zo veel! Nu heb je een kater.’ (Even los van de inhoud.)
— Marc van Oostendorp (@fonolog) 2 april 2017
Henk Wolf zegt
Hier is een doorlopend draadje over in de literatuur. Proeme (1984) is bij mijn weten de eerste die erover heeft geschreven. In 2003 heb ik er een stuk over geschreven voor Taal en Tongval (‘Imperatieven in de verleden tijd’, staat wel online). Ronja Mastop gaat er in zijn proefschrift ‘What can you do’ (2005, ook online) op in en Van Olmen heeft er in 2013 in Nederlandse Taalkunde over geschreven (‘De imperatief in de verleden tijd’, ook online te vinden).
Redactie Neerlandistiek zegt
Dank!
JudyElf zegt
Doet me denken aan dit gedicht: bit.ly/kwamdatzien.