Door Marc van Oostendorp
Dat Marokkaanse jongeren in Nederland graag hun taal kruiden met woorden uit het Berber en het Arabisch, dat weet vermoedelijk iedereen. Maar waarom doen ze dat?
De reden is aantoonbaar niet dat ze niet beter weten. Wanneer een Marokkaanse jongere een officiële brief moet schrijven, komt hij heus niet ineens met wollah aanzetten. Maar waarom doen ze het dan wel? In het meeste onderzoek tot nu toe wordt ervan uitgegaan dat de jongeren het doen om hun identiteit uit te drukken of vorm te geven: door dat soort woorden te gebruiken laat je zien wie je bent, wie je wilt zijn, tot welke groep je hoort. Je creëert een onderlinge band door te laten merken dat je Marokkaanse woorden kent.
Maar in een interessant nieuw artikel in Nederlandse Taalkunde laat de hoogleraar Berber-talen Maarten Kossmann zien dat ook nog een andere factor een rol kan spelen: Marokkaanse jongeren gebruiken dat soort woorden ook om een wat lichtere toets aan te slaan – om te laten merken dat ze wat ze zeggen licht ironisch is.
Oeppa
Kossmann heeft een tijd onderzoek gedaan naar een van de internetforums die er zijn voor Marokkaanse jongeren in Nederland: chaima.nl, dat zich op meisjes en jonge vrouwen richt. Een gebruikster (@AmazighChick) postte daar vijf jaar geleden bijvoorbeeld:
Oepppaaaaaaaaaaaaaaaaaaa wajoow me moeder wilt me naar gekken tehuis sturen wollah ik zit bhel shi zombi achter de laptop om te kijken of je al een vervolg had geplaatst!!
Dat bericht is in een modern en informeel soort Nederlands geschreven, en het heeft een aantal duidelijk Marokkaanse kenmerken: wajoow (wayyah, wow) wollah (bij God), bhel (bhal, zoals), shi (een of andere). Ook oeppa is volgens Kossmann kenmerkend voor Marokkaanse jonge vrouwen in Nederland, hoewel het is afgeleid van het Engelse up (‘duim omhoog’).
Lichtzinnigheid
Wanneer dezelfde gebruikster serieus is, omdat ze haar excuses aanbiedt, al is het dan ook maar voor een klein vergrijp, gebruikt ze ineens helemaal geen Marokkaanse woorden:
Bedankt voor het uppen dames!!!!! Het spijt me heel erg maar ik zal vandaag ook niks kunnen plaatsen. Ik ga weg, en ik zal de hele dag niet thuis zijn. Nogmaals mijn excuses, en ik hoop dat jullie begrip hebben!
In het algemeen vond Kossmann dat Marokkaanse woorden eerder gebruikt werden in berichten waarin ook (lachende) emoji’s en andere tekenen van lichtzinnigheid worden gebruikt.
Grappig
Het ging, ontdekte Kossmann, bovendien vooral over een aantal, geselecteerde woordjes. Het Berber-lidwoord ižžen komt, op allerlei manieren gespeld (zoals ijen), bijvoorbeeld heel vaak voor:
Nahouuuuu, ik heb ijen broer die wilt echt graag een serieuze meisje waarmee ie snel mee kan trouwen.
Het Arabische lidwoord had ‘dit’ wordt aan de andere kant nooit zo gebruikt. Dat laat vermoedelijk zien dat het gebruik van ižžen een conventie is geworden: dat is de vorm die je kiest als je grappig wil doen.
Onder elkaar
Dat de woorden op zoveel manieren gespeld worden laat aan de andere kant zien dat het hier waarschijnlijk niet alleen over internet-taalgebruik gaat. De jongeren praten zo, en schrijven dat alleen maar voor de gelegenheid op. Als het alleen een internet-grapje zou zijn, zou de spelling waarschijnlijk ook geconventionaliseerd zijn geraakt.
Dat zijn interessante observaties. Waar Kossmann niet op ingaat: dat het ironische gebruik dat hij constateert natuurlijk niet per se in tegenspraak is met de eerder geopperde hypothese dat jongeren het doen om hun identiteit uit te drukken. Juist lichte ironie kan dienen om de band te versterken: je hebt er immers een goede verstaander voor nodig, en goede verstaanders vind je vooral onder elkaar.
In de decembermaand houdt Neerlandistiek een crowdfunding-actie. Lees je graag Neerlandistiek? Help ons een hartewens van onze hoofdredacteur te verwerkelijken.
Lianne van Gemert zegt
Maar dat is toch een bekend gebruik, van gemeenschappelijke-andere-taal? Hier in ’t Noord’n (daar heb je ’t al) mogen wij graag ook wat Groningse woorden in het Nederlandse gesprek gooien. ‘Hai toch mien jong, wat een rotweer!’ Creëert, inderdaad, tegelijk verbondenheid en ironie. Of eigenlijk eerst verbondenheid en daardoor ironie. Als de ander geen Gronings (of Arabisch etc.) kent, schept het juist afstand.
Lucas zegt
Maar als je het talig markeert als ironie heb je toch helemaal geen goed verstaanderen meer nodig? Dat is alleen als je op basis van wat iemand zegt sec moet afleiden of het wel of geen ironie is. Je dus moet vertrouwen op kennis over die persoon en de wereld, de context, etc.