Kantoorwerk
Morgen
Het hazeslaapje van de snelle stad
maar slecht en half haar oogen uitgewreven,
stuurt zij de fiets alweer langs ’t vaste pad
naar het kantoor, waarvan zij schriel moet leven;
reeds door den drom der fietsers ingevat
ziet zij het aanvangsuur haast aangegeven
op klok na klok, wanneer de blik nog nat
is van de tranen, uit haar droom gebleven —
het is klokslag, een pas of wat nog even
met buitenlucht haar longen volgedreven
en ’t is alsof zij hier van gister zat:
haar handen dansen op de toetsen, rad
gelijk de rappe voeten moesten zweven
langs een parketvloer, vullend blad na blad.
Halbo C. Kool (1907-1968)
‘Middag’, ‘Avond’ en ‘Nacht’ staan hier.
———————————–
- Halbo C. Kool: wikipedia • dbnl • npe • arjan peters
- Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Gert de Jager zegt
Halbo Kool! Geen dichter wiens zo naam ik zo geïnternaliseerd heb als die van hem. “Schrijft Halbo Kool Poëzie? Poep Kan Hij Schrijven!” Het is het ezelsbruggetje dat Gerard den Brabander Jan Elburg aan de hand deed toen hij in Amsterdam kwam wonen. “Met deze gewetensvraag konden de voorletters van Singel, Herengracht, Keizersgracht en Prinsengracht in hun opeenvolging van de binnenstad naar buiten worden onthouden,” schrijft Elburg in Geen letterheren. Je leest het, vergeet het niet meer en weet voor altijd de weg.
Halbo Kool zegt
Ach, Gerard den Brabander, of eerder: Jan Jofriet, had nu eenmaal een al dan niet onterechte rekening te vereffenen met Halbo maar schreef hem wel over zijn Sleutelromance: Dat is poëzie!
Halbo C Kool (fils)