• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

bɛstyderə

17 januari 2019 door Marc van Oostendorp 15 Reacties

Door Marc van Oostendorp

Een aardige observatie van Siemon Reker in zijn nieuwe boekje Dat gezegd hebbend (op 23 januari wordt het in Nijmegen gepresenteerd in aanwezigheid van politieketaalkanon Dries van Agt): premier Rutte spreekt de eerste klinker in het woord bestuderen consequent uit als de [ɛ] van pet.  Je hoort het bijvoorbeeld duidelijk in het volgende, al wat oudere fragment (onder andere om 1’54”, 2’04” en 2’16”)

In een toelichting zei Reker tegen mij dat er twee raadsels zijn: waarom doet Rutte dat zo consequent? En waarom valt het niemand op?

Taalgevoelig

De tweede vraag vind ik iets minder interessant. We zijn nu eenmaal gewend om de hele tijd allerlei eigenaardigheden van onze medemensen en trouwens ook van onze omgeving uit ons bewustzijn weg te schuiven. Als iemand een keer [bɛstyderə] zegt in plaats van [bəstyderə], dan valt dat niet op. Zelfs niet als iemand dat regelmatig doet, want zo vaak is de studie van onze minister-president nu ook weer geen onderwerp van gesprek.

Maar dat Rutte het doet, en dat hij het systematisch doet, en dat dan alleen in dit woord (hij zegt bespreken of bedenken wel met de sjwa van mode), dat roept om een verklaring: een die recht doet aan het feit dat een taalgevoelige spreker van de standaardtaal zoiets kennelijk doet én aan het feit dat andere mensen dat niet doen.

Smelten

Mijn verklaring begint bij het feit dat we een neiging hebben om de eerste lettergreep van lange woorden een bijklemtoon te geven. In encyclopedie ligt de hoofdklemtoon helemaal op de laatste lettergreep die, maar daarnaast leg je er normaliter een op en (en omdat dit woord wel heel lang is, ook nog eens op clo). Fonologen noemen dit het hangmatprincipe: een woord hangt het liefst aan het begin en aan het eind aan een klemtoon.

Die bijklemtoon op de eerste lettergreep vervalt echter als het woord te kort is. In garage leg je geen bijklemtoon op ga, omdat de onmiddellijk erop volgende lettergreep al klemtoon heeft, en dat botst.

Wat Rutte nu lijkt te doen, is het woord bestuderen in zijn uitspraak behandelen als ware het ongeleed, dat wil zeggen alsof het niet bestond uit de stukjes be en studeren, maar alsof het in plaats daarvan één ongeleed woord was. Dat is niet gek. Als een geleed woord maar vaak genoeg voorkomt, gaan de delen vanzelf aan elkaar smelten. Veel mensen zeggen tan-darts en aar-dappel, omdat die woorden ook ongeleed geworden zijn.

Hypothese

In het ongelede woord bestuderen valt de hoofdklemtoon op de, en dus is er ruimte voor een bijklemtoon op de eerste lettergreep. Nu is de sjwa geen lettergreep voor klemtoon. Hij is daarvoor te ongeprononceerd. En dus moet er een aanpassing plaatsvinden. Dan kan die sjwa zowel een [e] worden (de klinker van zee) of een [ɛ] (die van pet). Omdat bestuderen als een ongeleed woord wordt gezien, wordt de lettergreepverdeling bes-tu-de-ren. En in een gesloten lettergreep zeggen we het liefst een [ɛ], zoals mensen ook [vɛrɔntrɛinɪgə] zeggen tegen verontreinigen wanneer ze een bijklemtoon op de eerste lettergreep van dat woord leggen.

Wat Rutte dus bijzonder maakt, is dat hij kennelijk het woord bestuderen als ongeleed beschouwd. Daar volgt zijn uitspraak logisch uit. Helaas zijn er geen plausibele andere woorden met een soortgelijk klemtoonpatroon waar we deze hypothese aan kunnen toetsen. Maar ik doe het ervoor.

 

.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: fonologie, politiek, taalverandering

Lees Interacties

Reacties

  1. Henk Wolf zegt

    17 januari 2019 om 11:05

    Hoi Marc,

    Ik kan de eerste -e- van ‘vergewissen’ wel als [ɛ] uitspreken, maar die van het bijna-synoniem ‘verzekeren’ niet. Dat lijkt me ook nog een mooie illustratie van het principe dat je bespreekt.

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      17 januari 2019 om 21:09

      Ik heb dat precies hetzelfde!

      Beantwoorden
    • nieuwenhuijsen zegt

      18 januari 2019 om 13:35

      Dat gold niet voor Donald Jones: ik zou je in een doosje willen doen (…), dan zou ik jou vèrzekeren voor anderhalf miljoen (een liedje van Annie Schmidt; jullie kennen het natuurlijk). Maar hij was geen native speaker. Niettemin, in de wereld van koren en zangers wordt vaak ‘vèr’ gezongen waar het eigenlijk niet kan.

      Beantwoorden
  2. Daan Wesselink zegt

    17 januari 2019 om 12:58

    Ik weet niet of dit geldt, maar Rutte plaats een heel duidelijke klemtoon op ’tegelijkertijd’ ( https://youtu.be/X_mzuRE_MOE?t=173 ). Dus hij kan het wel!

    Beantwoorden
  3. Marcel Plaatsman zegt

    17 januari 2019 om 13:15

    Tiens, ik zeg dat dus ook zo, bèstuderen. Daar moet ik me zo rond m’n achttiende bewust van geworden zijn. Ik heb toen ook even geprobeerd om het af te leren. Ik kan Henks observatie hierboven goed volgen, ik denk dat ik ook “vèrgewissen” zou zeggen (ik gebruik “bestuderen” wel vaker natuurlijk). Zeker met dat voorbeeld bij de hand vind ik jouw uitleg bevredigend. Eerder dacht ik dat het kwam omdat ik dit woord vroeger gelezen dan gehoord moet hebben, dat het een spellingsuitspraak was.

    Zoonlief confronteerde me vandaag met een eigen taalprobleem: een boek noemt hij “boek”, flink zo, maar nu lag er een hele stapel voor ‘m. Hij had z’n kast weer ‘ns leeggetrokken. “Boekboekboek,” zei hij. Het leek me een goed moment om hem het fenomeen meervoud bij te brengen. “Boeken”, zei ik voor, met een sjwa op het eind. En ook: “stoelen”. Hij dacht even na en nam het doen aan: “toelè!” Opmerkelijk vond ik dat, dat hij m’n sjwa toch automatisch als een è interpreteerde. Ergens in z’n hoofd moet al geprogrammeerd staan dat die klanken bij elkaar horen. Zul je zien dat hij later ook bèstuderen gaat zeggen…

    Beantwoorden
    • Anton zegt

      17 januari 2019 om 20:15

      Toen zoon hier anderhalf tot twee jaar oud was en ik hem de mooie autobus aanwees, “kijk, een bus!” herhaalde hij opgewekt “boes, boes!”.

      Beantwoorden
      • Peter Nieuwenhuijsen zegt

        18 januari 2019 om 13:39

        Dat vind ik wel interessant. Het verschil tussen de u van bus en de sjwa is best problematisch (het verhaal van katterig en kattenrug enz.). Nu schieten de kindertjes te hulp: van de sjwa maken ze een è en van de u maken ze een oe. Althans, de hier ten tonele gevoerde kindertjes. Nader onderzoek? Scriptie-onderwerp?

        Beantwoorden
        • Marcel Plaatsman zegt

          24 januari 2019 om 10:20

          Wees welkom! 😉 Je moet alleen wel snel zijn, deze taalfase is zo weer voorbij…

          De sjwa is natuurlijk de middenklinker bij uitstek. Mijn ervaring was dat zoonlief in het begin ook graag middenklinkers stamelde, maar dat hij nu een voorkeur heeft voor de randen van de driehoek, dus eigenlijk uit het midden weg beweegt. Van Frans naar Italiaans, zogezegd. De sjwa wordt dan makkelijk “e”, maar kan natuurlijk ook “o” worden, de andere kant op. Of die voorkeur persoonlijk is, of bijvoorbeeld afhangt van andere factoren (frequentie in de moedertaal; omliggende medeklinkers; natuurlijke mondstand van de kleine), dat zou inderdaad interessant zijn om te onderzoeken.

          Het verschijnsel bestaat natuurlijk ook in de Hollandse dialecten, met voorbeelden als “appol” en “pakki”, of het Amsterdamse “spannond”, ik kan me voorstellen dat daar wel wat onderzoek naar gedaan is. Dat zou me zeker lezenswaardig lijken!

          Beantwoorden
  4. DirkJan zegt

    17 januari 2019 om 17:08

    Hoewel ik Mark Rutte niet echt bekakt Haags vind praten, kan zijn uitspraak van ‘bèstuderen’ wellicht van een residentiële elite zijn. Daar zijn de è’s nogal eens wat zangerig en Fransachtig.

    Beantwoorden
  5. Weia Reinboud zegt

    20 januari 2019 om 22:42

    In mijn (ooit) Hilversumse spraak zou het een -u- van ‘hut’ worden, zowel in bustudere, vurgewisse als in vurzekure. Maar vèrgewisse kan ook.

    Beantwoorden
  6. Henk Wolf zegt

    20 januari 2019 om 22:54

    Nog een paar dat in betekenis en morfologie vergelijkbaar is, maar dezelfde oppositie kent, althans in mijn Nederlands: ‘versimpelen’ (alleen met sjwa) en ‘vergemakkelijken’ (ook met [ɛ]).

    Beantwoorden
    • DirkJan zegt

      20 januari 2019 om 23:43

      Maar dit doet nagenoeg iedereen, het bijzondere aan de uitspraak van Rutte is dat hij vrij uniek is met zijn uitspraak van bèstuderen. (en kun je woorden die met ‘be’ beginnen wel vergelijken met woorden die met ‘ver’ beginnen?)

      Beantwoorden
      • Henk Wolf zegt

        21 januari 2019 om 00:09

        Ik kan alleen op m’n eigen intuïties afgaan, gegevens over wat anderen zeggen heb ik niet en m’n eigen indrukken van wat wel en niet algemeen is, vertrouw ik niet zo.

        Ik zoek geen unieke uitspraakvarianten. Omdat de morfologie en de semantiek van beide woorden vergelijkbaar zijn, is het uitspraakverschil met grote waarschijnlijkheid te verklaren met het klemtoonprincipe dat Marc beschrijft.

        Beantwoorden
        • Mient Adema zegt

          21 januari 2019 om 10:22

          Ja, en zou het niet zo kunnen zijn dat de opeenvolging van twee sjwa’s (zoals in begenadigd) veelal bij combinaties met ver- wordt dwarsgezeten met verschillende uitspraken? Als we de uitspraak van juni en juli goed willen onderscheiden maken we er (kunstmatig) juno en julij van. Maar het zou ook (hier) niet-kunstmatig te verklaren moeten zijn. Neem eens het woord “vergelijkbaar” van hierboven: heb je hier met het ver- (sjwa) van vergeten, verzekeren en verzaken te maken of met het ver (è) van verstrekkend en verregaand Het laatste, toch?
          Hoe dan ook, de variatie bij ver- lijkt me sterker dan die bij be- en met name mogelijk te verklaren uit de klinkeromgeving, uit de noodzaak tot prononciatie..

          Beantwoorden
  7. DirkJan zegt

    20 januari 2019 om 23:42

    Maar dit doet nagenoeg iedereen, het bijzondere aan de uitspraak van Rutte is dat hij vrij uniek is met zijn uitspraak van bèstuderen. (en kun je woorden die met ‘be’ beginnen wel vergelijken met woorden die met ‘ver’ beginnen?)

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Maarten van der Graaff • Peiskam

ik zit met kruimels op mijn jas in de stiltecoupé
ik word morsiger ik weet iets van poëzie
de forenzen zien het morsige in mij
ik ruik naaldbomen ik ruik potgrond

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

ARS POETICA

Waar puin ligt en een oude fiets
keerde mijn schoen een kistje om,
ik keerde op mijn schreden,
keerde het om, ik dacht misschien
ligt het toch liever andersom.

Bron: Het Zinrijk, 1971

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

18 juni 2025

➔ Lees meer
Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

17 juni 2025

➔ Lees meer
3 juli 2025: afscheidssymposium Johan Koppenol

3 juli 2025: afscheidssymposium Johan Koppenol

17 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1962 Joseph Endepols
➔ Neerlandicikalender

Media

De internationale positie van het Engels

De internationale positie van het Engels

14 juni 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

11 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

10 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d