• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Stokske

20 februari 2019 door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

Door Wiel Kusters

Vermoedelijke stok van Johan van Oldenbarnevelt, Collectie RIjksmuseum

Veel aandacht van historici dit jaar voor Johan van Oldenbarnevelt, raadpensionaris van de Staten van Holland tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Na een politiek proces door onthoofding ter dood gebracht op het Haagse Binnenhof, 13 mei 1619.

Vondel eerde hem met een gedicht, dat in latere tijd door generaties middelbare scholieren verplicht gelezen werd.

Er is in dit ‘Stokske van Joan van Oldenbarnevelt, Vader des Vaderlands’ (1657) sprake van een wonderlijk verbond: ‘Mijn wens behoede u onverrot,’ zegt de dichter tegen de stok van de ter dood gebrachte staatsman, aan het begin van zijn gedicht. En de laatste regel luidt: ‘Nu stut en stijft gij nog mijn dichten.’ Het gedicht behoedt de stok en die stok houdt het gedicht overeind.

Mijn wens behoede u onverrot,
O Stok en stut, die, geen verrader,
Maar ’s vrijdoms stut en Hollands Vader
Gestut hebt, op dat wreed schavot;
Toen hij voor ’t bloedig zwaard most knielen,
Veroordeeld, als een Seneka,
Door Nero’s haat en ongenâ,
Tot droefenis der braafste zielen.
Gij zult nog, jaren achter-een,
Den uitgangk van dien held getuigen,
En hoe Geweld het Recht dorf buigen,
Tot smaad der onderdrukte Steên.
Hoe dikwijl strekt gij, onder ’t stappen
Naar ’t hof der Staten, stadig aan,
Hem voor een derden voet, in ’t gaan
En klimmen, op de hoge trappen;
Als hij, belast van ouderdom,
Papier en schriften, overleende,
En onder ’t lastig landspak steende!
Wie ging, zo krom gebukt, nooit krom!
Gij rustte van uw trouwe plichten
Na ’t rusten van dien ouden stok,
Geknot door ’s bloedraads bittren wrok:
Nu stut en stijft gij nog mijn dichten.

Vondel was zeventig toen hij deze regels schreef, bijna net zo oud als Oldenbarnevelt in 1619, het jaar van zijn dood. Het kan haast niet anders of Vondel heeft zich bij het schrijven van zijn ‘Stokske’ tot op zekere hoogte met Oldenbarnevelt geïdentificeerd. Nog sterker dan toen hij zijn ‘Geuze-vesper’ schreef, rond 1631, zal hij zich bewust zijn geweest van de grimmigheid van Oldenbarnevelts executie, de onthoofding van een oude man, wiens bloed toch al ‘in d’aders schier verstorven’ was.

Vondel blijkt in 1657 verstokt in zijn gevoelens van woede en walging om deze gerechtelijke moord. Zijn aanklacht uit de ‘Geuzevesper’ staat nog recht overeind. Ik spreek in woordspelingen, maar zij liggen voor de hand en behoren, vind ik, tot de betekenis van het gedicht, dat nu ook zelf al enkele eeuwen lang door Oldenbarnevelts stok en Vondels felheid gestijfd en gestut wordt. (Opmerkelijk is overigens het betrekkelijk grote aantal aan ‘Stokske’ herinnerende st-klanken in dit vers, een ruggegraat van alliteraties, van stafrijm (!) dus: Stok, stut, Steên, strekt, stappen, Staten, stadig, steende, stok, stut, stijft, en in de in- en auslaut: most, braafste, belast, lastig, rustte, rusten.)

‘Het Stokske van Joan van Oldenbarnevelt’ varieert op de tegenstelling recht versus krom met woorden als ‘knielen’, ‘buigen’ en ‘overleende’. De treden naar het ‘wreed schavot’ corresponderen en contrasteren met ‘de hoge trappen’ van ‘’t hof der Staten’. Maar die trappen verbeelden ook de jaren waarin Oldenbarnevelt oud is geworden. Tot het traditionele beeld van ’s mensen op- en nedergang, zoals we het op zeventiende-eeuwse prenten verbeeld zien, komt het hier echter niet. De beul verhindert een natuurlijke dood.

Wat Oldenbarnevelts hoge leeftijd betreft: de stok van de oude man heet bij Vondel ‘een derden voet’. Dat is, dunkt mij, een toespeling op het raadsel dat de Sfinx Oidipous opgaf. Ik citeer het uit de ‘Inhoud’ van Vondels Sophocles-vertaling Koning Edipus:

Wat is het voor een dier? Het slaat maar één geluid.
Het gaat op vier en twee en op drie voeten uit,
Verandert zijnen aard veel meer dan andre dieren,
Die land betreên, in zee en in den hemel zwieren;
Maar als het endlijk op drie benen komt te staan,
Dan is de snelheid van zijn leden meest vergaan.

Edipus verstond dat dit dier den mens betekent, die eerst, een kind, op handen en voeten kruipt, daarna op twee benen treedt, en, endelijk op enen stok leunende, van ouderdom verzwakt, pijnelijk voortgaat.’

Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat Oidipous Vondel voor de geest heeft gezweefd toen hij ‘Het Stokske’ schreef. Zijn vertaling verscheen in 1660, drie jaar na zijn gedicht over Oldenbarnevelt. Oidipous lijkt ook, als een vagere reminiscentie, geïmpliceerd wanneer Vondel over Oldenbarnevelt als Vader des Vaderlands spreekt. De terechtstelling, op last van Maurits, was niet minder dan een vadermoord. Ook in de ‘Geuze-vesper’ is dit aan de orde: ‘Schendt uw handen aan geen Vaders.’ Merkwaardig is daar overigens dat Oldenbarnevelt aan het eind van het gedicht een ‘vader’ heet, terwijl hij in de eerste regels als een moeder is voorgesteld: hij heeft Holland ‘gedragen / Onder ’t hart’. Maurits was op de moeder van het vaderland gesteld en heeft daarna de vader gedood. Maar deze vader en moeder waren een en dezelfde: het onheil was compleet.

De allusie op Oidipous is een weinig rechtlijnige. Of Vondel ze bewust heeft aangebracht? Ik denk van niet. Anders dan Oidipous was Maurits voor de dichter beslist geen tragisch, aan het noodlot onderworpen personage. Opvallend is wel nog dat ook Laios, Oidipous’ vader, als attribuut een stok heeft, waarmee hij naar Oidipous slaat, voordat deze hem doodt. De gelijkenis tussen Oldenbarnevelt en Laios wordt er iets sterker door.

Vondel. Volledige dichtwerken en oorspronkelijk proza. Verzorgd door Albert Verwey. Opnieuw uitgegeven met een inleiding door Mieke B. Smits-Veldt en Marijke Spies, H.J.W. Becht, Amsterdam 1986.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 17e eeuw, Joost van den Vondel, poëzie

Lees Interacties

Reacties

  1. Bert à Campo zegt

    18 augustus 2022 om 11:07

    “Gij rustte van uw trouwe plichten”, zo begint de laatste strofe.
    Ik denk dat “rustte” met één t moet.
    Het is een wens, aanvoegende wijs, net als in “Hij ruste in vrede”.

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Jac. van Hattum • Geboorteplaats

En welke reis hij aanwees op de kaart
en over grenzen trok of buitengaats;
zijn vinger wees dat dorpje aan de vaart:
dit was zijn jeugd; dit zijn geboorteplaats.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OP EEN HUISJESSLAK

Hij trekt een haperend spoor
onder zijn kalken huis
waarin hij boeken leest,
zijn leeszaal van voorname
stilte vol monter vlees.

Bron: Dierenalfabet, postuum verschenen, 1978

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

14 juni 2025: Programma rondom Een nieuw geluid

14 juni 2025: Programma rondom Een nieuw geluid

11 juni 2025

➔ Lees meer
23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

23 juni 2025: Boekpresentatie Nicoline van der Sijs

4 juni 2025

➔ Lees meer
2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 oktober 2025: Symposium ‘Podium veur de Streektaol’

2 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
2024 Dick van Vliet
➔ Neerlandicikalender

Media

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

11 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

De Inktpodcast 29: Muziek voor tekst deel I

10 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Taal doe je samen

Taal doe je samen

9 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d