Er is wereldwijd iets eigenaardigs gaande: woorden zoals want en omdat zijn in zo uiteenlopende talen als het Duits, Fins, Frans, Italiaans, Koreaans Noors, Roemeens, Russisch, Slowaaks, Tsjechisch én het Nederlands aan een nieuw leven begonnen.
Waar je vroeger want bijvoorbeeld alleen kon gebruiken in zinnen als ‘Ik kan niet komen want ik ga naar Lowlands’, vind je nu zinnen als:
- nee want lowlands
Deze zin is opgediept uit het internet door Martin Konvička, neerlandicus in Berlijn, voor een artikel in Internationale Neerlandistiek. Hij is overigens niet alleen kenmerkend voor internettaal: ook in gesproken Nederlands hoor je zulke zinnen nu wel en in het verleden vermoedelijk niet.
Intenties
Konvička wil met zijn artikel laten zien dat de ogenschijnlijke versimpeling van dit soort constructies gepaard gaat met een veel ingewikkelder interpretatie. Er wordt iets weggelaten na want en omdat, maar wat precies, dat verschilt van de ene zin tot de andere. Wat bleef er bijvoorbeeld weg in de volgende zinnen? (Konvička geeft de originelen, maar ik laat af en toe wat irrelevante details weg.)
- Verbieden is behalve onhaalbaar en ant0-VvMU ook nog zinloos, want internet.
- Natuurlijk snappen ze wat de intenties zijn. Dit mag echter niet naar buiten komen, want Wilders.
- Alles kan want lekker anoniem.
- Snapchat in de gaten houden voor uitgaanfilmpje want yeah…
- Doen! Want ☺
Het tweede lid geeft nog steeds wel een reden of oorzaak aan, maar die moet je wel zelf reconstrueren waarbij je soms behoorlijk veel informatie uit de context moet halen. In de eerste zin in het rijtje hierboven moet je begrijpen dat internet nu eenmaal een plaats is waar je zaken niet zo gemakkelijk kunt verbieden, in de tweede zin dat Wilders enorme electorale winst kan verwachten als naar buiten komt wat de intenties zijn, enzovoort.
Moderne zin
Want en omdat kunnen volgens Konvička ook gebruikt worden in wat hij ‘pseudo-causale constructies’ noemt:
- Ik houd van koffie want koffie.
Ik geloof dat iedere moderne spreker van het Nederlands begrijpt wat hier bedoeld wordt: dat er geen rationele reden gegeven kan worden voor mijn voorliefde voor koffie. Konvička vertaalt de zin als ‘ik houd van koffie want ik houd van koffie’, maar naar mijn idee betekent dat toch net wat anders. Mij lijkt eigenlijk de uitbreiding ‘ik houd van koffie want koffie is heerlijk’ beter; en die is gewoon causaal (zij het natuurlijk nog steeds enigszins pleonastisch).
Waar komt deze strategie nu vandaan? En waarom vinden we dit verschijnsel in zoveel talen terug? Het is voor sommige mensen aantrekkelijk om te zeggen dat de taal ‘nu eenmaal’ verkort in onze jachtige tijd, maar dat gaat dan voorbij aan het feit dat je niet zomaar willekeurig woorden uit een zin kunt weglaten om dan een moderne zin te krijgen.
Deftige kranten
Ik denk dat je meer succes hebt door het te zoeken in het feit dat we de taal op een informelere, minder plechtige manier zijn gaan hanteren. Een kenmerk van informeel taalgebruik is dat de spreker minder moeite doet en meer overlaat aan de luisteraar. Wanneer je informeel spreekt laat je bijvoorbeeld bepaalde klanken weg, en zegt tuuk in plaats van natuurlijk. Voor de spreker is dat minder werk, maar de luisteraar moet beter luisteren en in zijn geheugen graven om te begrijpen wat er bedoeld wordt. Dit werkt meestal alleen als de spreker en de luisteraar elkaar goed kennen, want dan kan de luisteraar gemakkelijker raden wat er bedoeld wordt. Formeel taalgebruik is kenmerkend voor situaties waarin de spreker de luisteraars niet goed kent en toch door hen begrepen wil worden.
Zoiets verklaart ook constructies als want Wilders. De spreker hoeft niet precies uit te spellen hoe het nu ook weer allemaal zit met die PVV-man, maar de luisteraar moet dat wel degelijk reconstrueren. Wanneer je gezellig met elkaar aan het bakkeleien bent op Twitter, kun je die gok nemen, maar journalisten in deftige kranten zullen waarschijnlijk na want nog steeds een volledige zin neerschrijven.
Peter-Arno Coppen zegt
Ik interpreteer ‘Ik hou van koffie want koffie’ dan weer als ‘Ik hou van koffie omdat het koffie is’. De zin verzamelt in het predicatieve ‘koffie’ alle positieve eigenschappen die in onze wereld gangbaar zijn.
Frans zegt
Wat is dan precies het verschil met ‘want koffie is heerlijk’? Dat heerlijk naar pakweg de geur, de smaak en het effect van de caffeïne verwijst en dat je bij alle positieve eigenschappen expliciet verder denkt naar o.a. hoe goed je het als compost kunt gebruiken?
Marc van Oostendorp zegt
De interpretatie van Coppen komt meer overeen met die van Konvička: het is tautologisch.
Peter-Arno Coppen zegt
Ja, maar je legt de nadruk op de relevante eigenschappen, hier de heilzame werking of de fijne smaak. Ik schreef een paar maanden geleden een column in Trouw over iemand die zei ‘Groen is groen’, toen hij bij groen een dichtgezet kruispunt opreed. Ook daar is het eerste groen een soort letterlijke constatering, terwijl het tweede de eigenschappen (of misschien de “betekenis”) oproept.
Marc van Oostendorp zegt
Maar hoe zie je dan een zin als ‘Dit mag echter niet naar buiten komen, want Wilders.’ Is ‘Wilders’ daar ook een predicaat? Of bedoel je dat ‘ik houd van koffie want koffie’ voor jou zoiets betekent als ‘ik houd van koffie want koffie is koffie’?
Peter-Arno Coppen zegt
Nee, ik bedoel het geloof ik “epistemischer” (als dat het goede woord is). Ik begrijp het als iets als ‘Ik houd van koffie, want hé, het is koffie, weet je wel?’ Ook bij Wilders gaat het naar mijn idee meer om het benoemen van eigenschappen van de situatie die als ‘Wilders’ samengevat kunnen worden. Ik ben het wel met je eens dat er een oorzakelijk (of misschien verklarend of motiverend) verband tussen de hoofdzin en het stuk achter ‘want’ gelegd wordt, maar ik heb de neiging om het predicatief op te vatten (in principe kan dat omdat zelfstandige naamwoorden natuurlijk ook in wezen predicatief zijn).
Het hoeft natuurlijk ook niet zo te zijn dat je het moet kunnen aanvullen tot een volledige zin.
Peter-Arno Coppen zegt
Het verschil lijkt me dat je met “want koffie” en “omdat het koffie is” de ander oproept om gezamenlijke kennis in te zetten.
Lucas zegt
Waarschijnlijk overlappend, maar ik begrijp het als “dit heeft geen uitleg nodig, en hoe kan het überhaupt ter discussie staan”. Dat omvat ook alle positieve eigenschappen denk ik, maar pragmatisch doet het dan net iets meer.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, zoiets is het; en dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat het logische verband niet expliciet wordt gemaakt. Dat betekent dat de hoorder geacht wordt zelf te kunnen bepalen wat dat verband is, en dus de logica ervan te kunnen onderschrijven.
Jos Houtsma zegt
Precies. En je hoort daarbij je schouders op te halen. Dat snap je toch wel.
Mark zegt
De moeite waard om te noemen in deze context: Because Internet, het boek over internettaal van McCulloch! (En volgens mij heeft in ieder geval de Engelse constructie een flinke duw in de rug gekregen door het fameuze “because racecar” meme: https://knowyourmeme.com/memes/because-race-car)
Wouter Steenbeek zegt
Dit verschijnsel is niet helemaal nieuw, of eigenlijk: helemaal niet. Het wordt al beschreven in het eerste hoofdstuk van Turbotaal. Kuitenbrouwer geeft daar als voorbeelden “Kees is afgevoerd, want altijd dronken” en zelfs “Ik moet ophangen, want gekkenhuis, qua maandag” (om aan te tonen dat het oneigenlijke gebruik van qua ook een grote vlucht nam). Hij spreekt van de “non-zin”: de rest van de zin kan de luisteraar wel aanvullen. Uit de mond van Mulisch (gezien zijn leeftijd niet echt een yup) vangt hij op: “Maar: Gorbatsjov”. Wat hij daarmee bedoelde is mij anno 2019 onduidelijk (Kuitenbrouwer geeft de zin waarop Mulisch antwoordde niet, en bovendien zal de man verwezen hebben naar een nieuwsfeit dat we allang weer vergeten zijn), maar Adriaan van Dis en het tv-publiek, aan wie de non-zin gericht was, werden geacht het te snappen.
Constructies als deze worden dus al meer dan dertig jaar algemeen gebruikt. Hier worden ze ten onrechte als nieuw gepresenteerd. Kuitenbrouwer presenteerde ze in de jaren tachtig ook als nieuw. Het is niet gezegd dat hij gelijk had; misschien is het de moeite waard om uit te zoeken of ze nóg eerder al voorkwamen.
Marc van Oostendorp zegt
Het is een misverstand dat iets dat 30 jaar oud is niet nieuw is. Ik zou bijvoorbeeld ‘hun hebben’ ook als tamelijk nieuw karakteriseren; dat is al 100 jaar geleden opgetekend. Dit soort dingen gaan snel. Overigens verwijst het hier besproken artikel naar Kuitenbrouwer, en er is zelfs een wat oudere bron: de ANS uit 1984 noemt in ieder geval een voorloper van deze constructie.
Harry Reintjes zegt
heel simpel: want krijgt ook een voorzetsel-status: wegens, door, vanwege, om
AV DRepe (@kneistonie) zegt
“Namelijk voor zakelijk” (van Kooten en de Bie)
Marc Kregting zegt
Op die manier kan in Vlaanderen het onderschikkend voegwoord ‘mits’ opduiken. Voorbeeldzinnetje van Taaladvies.net: ‘ Mits wat geluk kan de belegger mooie winsten boeken.’
Henk Wolf zegt
Bij die soort uitingen moet de luisteraar of lezer sowieso een heleboel zelf bedenken wat impliciet is gelaten. Ik kan me voorstellen dat de spreker of schrijver deze constructie daar ook voor gebruikt: de interpretatie vindt grotendeels via implicatuur plaats, zodat de spreker de ruimte houdt om de verantwoordelijk voor de interpretatie bij de luisteraar te leggen. Mogelijk gebruikt ie de constructie ook om een onvolledig uitgewerkte motivatie niet te hoeven uitwerken.
Daardoor kun je ook minder voor de hand liggende zinnen als ‘Ik hou van slootwater, want slootwater’ of ‘Dit mag niet naar buiten komen, want Pietje Puk’ tegenkomen: de luisteraar of lezer probeert de maximeschendinig op te heffen en zoekt razendsnel een interpretatie. Waar er vermoedelijk wel een gedeeld cultureel besef is van ‘al het goede van koffie’, zal ‘al het goede van slootwater’ niet zo gebruikelijk zijn en is er geen kennis waar de luisteraar/lezer op terug kan grijpen. Pietje Puk heeft ook geen politike reputatie die kan helpen bij de interpretatie. En toch zijn zulke zinnen acceptabeler dan je zou verwachten als je alleen van gedeelde kennis zou uitgaan.
Om bij de praktijk te blijven: ik heb geen idee wat de schrijver wil zeggen met de twee voorbeeldzinnen ‘Snapchat in de gaten houden voor uitgaanfilmpje want yeah…’ en
‘Doen! Want SMILEY’, maar ik verbaas me niet over het voorkomen van die zinnen en ga zelf meteen op zoek naar een interpretatie.
DirkJan zegt
… want je weet wel.
Manfred (@mterburg) zegt
“in het feit dat we de taal op een informelere, minder plechtige manier zijn gaan hanteren”
Volgens mij komt deze uitdrukking juist voor uit het humoristisch formeler gebruik van de taal, namelijk uit wiskundige en logische uitdrukkingen zoals ALS-DAN constructies. Door WANT op eenzelfde manier te gebruiken wordt een soort logische wetmatigheid geïmiteerd.
Sarah zegt
Interessant stukje, interessante reacties! In het bijzonder dank aan Wouter Steenbeek voor de aanvullingen over de mogelijke ouderdom van het verschijnsel.
Het verbaast me dat niemand expliciet zegt wat ik meteen dacht: ik interpreteer dit als pure sociolinguïstiek aan het werk, een manier om je in te schrijven bij een bepaalde groep. Ik geloof er niets van dat de “want… !” iets duidelijker stelt, of makkelijker bekt dan een andere constructie.
Het geeft wél aansluiting bij een bepaalde subcultuur. Geen idee welke precies, maar dat is misschien ook niet zo belangrijk 🙂
De reacties hierboven lijken minder alledaagse constructies tamelijk normaal te vinden, zelf denk ik dat we ‘want: slootwater’ nog niet zo vaak gaan zien opduiken. Mij lijkt het het beste in het oor te liggen bij allerlei alledaagse, maar eerder aangename verschijnselen.
Dus: “want: koffie – hey, je begrijpt me toch wel? Of: “Maar: Gorbatsjov” – dat is denk ik de oudere versie van pakweg ‘Maar: Trump’ (die komt daar wel mee weg – natuurlijk reageerde die zus of zo, wat dacht je dan?)
Frans Buijs zegt
Uit te spellen? Is dat wel goed Nederlands?
Frans zegt
Het doet denken aan een anglicisme dat verduidelijken of omschrijven zou moeten zijn, maar tegelijkertijd is de overdrachtelijke betekenis niet bepaald vergezocht.