• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Man zonder ismen

11 februari 2020 door Marc van Oostendorp 2 Reacties

Behalve over het leven van Willem Brakman gaat Nico Keunings Een ongeneeslijk heimwee ook over literaire –ismen. Brakman verzette zich zelf de laatste decennia met hand en tand tegen het idee dat hij een postmodernist zou zijn. Het postmodernisme associeerde hij met gebrek aan ernst, met totale relativering van de inhoud ten gunste van de vorm – daar wilde hij niet bij horen en kennelijk was hij er zelfs door deskundige liefhebbers als de Vlaamse letterkundige Bart Vervaeck niet kon worden overtuigd dat er misschien meer te beleven was – een vorm van ernst waar de zijne ook in paste.

Maar Een ongeneeslijk leven begint met een discussie van het merlynisme. De biograaf beschrijft hoe tijdens zijn studiejaren eind jaren zeventig ‘de wetten der merlynisten heersten’ en het taboe was om biografische details van de schrijver in bespreking van het werk te betrekken.

In ieder geval voor Brakman is dat niet vol te houden, toont Keuning aan. Titel én ondertitel (‘Leven en werk van Willem Brakman’) van het boek verwijzen naar de vervlochtenheid van biografie en oeuvre. Met grote speurzin heeft Keuning in het imposante verzameld werk allerlei aanwijzingen gevonden voor het heimwee in Brakmans werk. Heimwee naar het Den Haag van zijn jeugd, ook in de zogeheten ‘Enschedese romans’ die hij na vele decennia in Twente schrijft. Heimwee naar die kindertijd zelf. En aan het eind van zijn leven: heimwee naar de negentiende eeuw toen je nog niet voor postmodernist werd uitgemaakt als je je in je schrijven door taalplezier en vertellust liet leiden.

Toch is op het eerste gezicht Brakman niet het meest voor de hand liggende onderwerp van een biografie, want heel veel heel sjeuïge dingen heeft hij niet meegemaakt. Daarvoor heeft hij misschien te hard gewerkt, als schrijver , als student van minder welgestelde ouders (‘Zijn vader heeft nog een leerboek overgeschreven omdat kopen te duur was”) en lange tijd ook als bedrijfsarts.

Waar het wel spannend wordt, is Keuning dan trouwens weer behoorlijk discreet: de avonturen die Brakman buiten zijn huwelijk heeft gehad – en die deels ook in zijn werk verwerkt zijn – worden nogal zedig afgedaan. (De enige uitzondering is om de een of andere reden een affaire met een zekere Hanneke van Schooten; naar aanleiding daarvan mogen Van Schooten en Brakmans weduwe hun gal over elkaar spuwen.)

De biograaf heeft het op een andere manier opgelost: Brakmans leven was een leven voor en in de literatuur, en dat is waar Keuning hem dan ook plaatst. Ik heb maar zelden een biografie gelezen waarin zoveel andere schrijversnamen aan bod kwamen, vooral van schrijvers die Brakman niet of nauwelijks persoonlijk heeft gekend, maar die toch een belangrijke rol in zijn leven speelden: Nederlandse, maar ook Duitse en Engelse en een enkele Franse (Flaubert, Proust).

Zo is een boek waarin Brakmans werk in het licht van zijn leven wordt geplaatst tegelijkertijd ook een boek over de vele literaire invloeden op dat werk – bijna postmodernistisch zou je kunnen zeggen. Eigen werk, leven én het werk van anderen waren nu eenmaal nauw met elkaar verbonden bij Brakman: ‘De enige vriendschap die met Wim mogelijk is, is een literaire vriendschap’ schrijft Keuning bijvoorbeeld, naar aanleiding van misschien wel de fascinerendste relatie die Brakman in zijn leven heeft onderhouden: de haat-liefdeverhouding met zijn levenslange vriend-vijand Nol Gregoor.

Keuning heeft er zelf ook wel een hand van om overal literaire relaties te zien, zelfs waar de schrijver zelf zich daar niet van bewust was. Een enkele keer overdrijft hij daarbij; Brakman werkt een tijdje als arts-assistent in het psychiatrisch geneeshuis Endegeest in Oegstgeest. Keuning schrijft dan:

“Frits Hotz werkte er in de blindenbibliotheek als ‘aankomend bibliothecaris’, Jan Arends was er begin jaren vijftig onder behandeling. De schrijver Maarten Biesheuvel verbleef er nu en dan tussen 1966 en 1976, Ook A. Moonen was er enige tijd patiënt. De dichter Hans Faverey werkte er als psycholoog en de dichter en psychiater Frank Koenegracht schreef onder andere de gedichten ‘Endegeest’ en ‘Endegeest revisited’ over zijn ervaringen met patiënten in de kliniek (…) Jan Wolkers liep als jongetje langs het gesticht onderweg naar de Koningin Julianaschool.

Maar meestal doet precies die literaire situering veel recht aan het werk van Brakman – die in geen stroming paste omdat hij zoveel van zoveel andere stromingen in zich opnam, en die daarbij nooit bereid was compromissen te sluiten met de smaak van het ‘grote publiek’. Zoals hij zelf schreef over Emily Brontë, wiens graf hij samen met Nol Gregoor bezocht:

Nooit wordt haar graf bezocht,
maar zij is heersend bij de doden.
Daar waar zij ligt, buiten de tijd,
de wortels voedend met onbuigzaamheid.

Nico Keuning. Een ongeneeslijk heimwee. Leven en werk van Willem Brakman. Amsterdam: Querido, 2020. Bestelinformatie bij de uitgever.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 20e eeuw, biografie, Willem Brakman

Lees Interacties

Reacties

  1. maanantai zegt

    11 februari 2020 om 07:32

    ‘Het postmodernisme associeerde hij met gebrek aan ernst, met totale relativering van de inhoud ten gunste van de vorm’ – als formulering vind ik dat niet raak. Kenmerkend aan wat je ‘postmodernisme’ zou kunnen noemen (het is natuurlijk een term waar je nooit meer los van raakt, want alles zit per definitie achter het modernisme) – enfin, kenmerkend is eerder een verlies van vorm, een onachtzaamheid, een soort respectloze houding; daarin zit ook het gebrek aan ernst weer. Maar door hier steeds maar een ‘vorm versus inhoud’ discussie van te maken vervorm je de werkelijkheid enorm, en doe je net alsof bijvoorbeeld postmoderne dichters de vorm ongelofelijk serieus nemen en de inhoud juist niet, en dat is faliekante onzin.

    Beantwoorden
  2. Henk Smout zegt

    11 februari 2020 om 12:03

    Heb weleens eerder opgemerkt over het door Kees van Kooten geschreven Groot Dictee waarvan een gedeelte opzettelijke en door de deelnemers te corrigeren fouten bevatte, dat juist niet in dat deel hij ‘een vrouw wier’ cadeau gaf. Hij had daar ‘wiens’ moeten schrijven om te zien wie door had dat dat FOUT is.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij maanantaiReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Robbert-Jan Henkes • Gorter en Gons

In de gracht keek ik mijn ik
in de ziel,
hoe bevederd licht dit ogenblik
mij viel.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

PRINSES RADZIWILL

‘Eén blik op haar opmerkelijke gezicht en je ziet dat zij een vrouw is van aristokratische schoonheid, zelfbeheersing en poëtische gevoeligheid. Ook dat zij gedreven wordt door een verterende ambitie, die verzacht wordt door een bepaalde droefheid en een smachtend verlangen. [lees meer]

Bron: Barbarber, december 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
30 januari 2026: Symposium Hof van Friesland ‘Schrobbers en schelmen!’

30 januari 2026: Symposium Hof van Friesland ‘Schrobbers en schelmen!’

8 december 2025

➔ Lees meer
30 januari 2026: Poëzie in Cyberspace

30 januari 2026: Poëzie in Cyberspace

7 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

Geen neerlandici geboren of gestorven

➔ Neerlandicikalender

Media

Annemarie Nauta over Turks Fruit (1972)

Annemarie Nauta over Turks Fruit (1972)

15 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Plein Publiek: Jutta Chorus

Plein Publiek: Jutta Chorus

14 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Emile Verhaeren: Pauvres vieilles cités

Emile Verhaeren: Pauvres vieilles cités

14 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d