• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Ysengrimus

14 mei 2021 door Marc van Oostendorp Reageer

Geschiedenis van het Nederlands in 100 literaire werken (5)

Een eeuw vóór Vanden Vos Reynaerde werd geschreven, verscheen rond 1148 in Gent de Ysengrimus, met verhalen in het Latijn over hoe de vos Reinaert de wolf Isengrim te slim af is. Deze vroege versie van het verhaal, geschreven door iemand die zich Magister Nivardus noemde, is vooral een satire op de corruptie van de geestelijkheid, maar ook een verhaal vol geweld, en, op verschillende plaatsen, een verhaal over taal.

Tekstvoorbeeld

Continuo ‘dominus vobiscum!’ dicere iussus,
Ysengrimus ovans “cominus”, inquit “ovis!”
Et “cúm!” teutonice accentu succlamat acuto,
Nolens grammatica dicere voce ‘veni!’
(Compererat crebro Scaldaeas ille bidentes
Non nisi Teutonicos edidicisse modos,
Quas ad concilium mandatas voce latina
Convicit simili non bene nosse loqui,
Duraque nullorsum iactans in vincula, donec
Grammaticam scissent, pertulit ire reas;
Claustricola hic ideoque pius, qua noverat illas
Fungi, Teutonica voce veniere iubet)
Dumque docent ‘amén’ quasi graecum, accentuat ‘ágne’.
Pars illum melius dicere nosse negant,
Pars ultro dixisse ferunt;

Hertaling

Hoewel hem herhaaldelijk werd bevolen te zeggen “De Heer zij met u”, riep hij in plaats daarvan uitbundig uit: “Kom mee, schapen!” En hij riep ׅ“Kom!” met een Diets accent omdat hij het Latijnse ‘veni!’ niet wilde gebruiken. (Hij had vaak gehoord dat de schapen op de Schelde hadden geleerd om alleen naar een Diets geluid te luisteren. Toen de schapen bij het concilie in het Latijn bevelen kregen, had hij zichzelf ervan overtuigd dat ze ook geen Latijn konden spreken. Hij sloot ze toen in zware ketens en zorgde ervoor dat de verdachten nergens heen gingen totdat ze Latijn hadden geleerd. Daarom preekte hij voor de vrome gevangenen van het klooster in het Duits, waarvan hij wist dat ze dat gebruikten. De leraren benadrukken “amen” zoals in het Grieks op de tweede lettergreep, maar hij verwoordde “lám-men”. Sommigen zeiden dat hij niet beter wist, anderen zeiden dat hij het opzettelijk had gezegd.

Over de taal

Literatuur in, bijvoorbeeld, het Latijn geschreven is wordt in schoolboeken nog steeds meestal niet tot de Nederlandse literatuur gerekend. En in taalgeschiedenissen komen ze al helemaal niet aan de orde. Ten onrechte: de Nederlandse taal en literatuur hebben nooit bestaan zonder intensief contact met andere talen en literaturen. Wie het Nederlands lossnijdt van die andere talen en literaturen, verminkt het. Eigenlijk hoort iedere taal die enige Nederlandstalige ooit heeft gesproken, ieder boek dat enige Nederlandstalige ooit heeft gelezen, óók tot de Nederlandse taal en literatuur.

Daar komt bij dat het enige Nederlands dat we hebben voor de oudste perioden, komt uit anderstalige, lees: Latijnse, bronnen. Het oudste Nederlandse woord komt uit het werk van de Romeinse schrijver Tacitus (56-111) in diens verslag van de Bataafse opstand: Vada, eigenlijk een plaatsnaam, maar één die waarschijnlijk te maken heeft met waden en wad. De allereerste zinnetjes, van vele eeuwen later, werden opgeschreven in een tekst die verder overwegend in het Latijn was. Uit de zesde eeuw hebben we bijvoorbeeld de Lex Salica, de Salische Wet, , de wettekst van een Germaanse (Frankische) stam (de versie die we nu nog hebben is een kopie uit de achtste eeuw). Die wet was weliswaar in het Latijn geschreven, bepaalde formules werden ook van een uitleg in de volkstaal voorzien. De tekst is niet ongeschonden tot ons gekomen. Hij werd gekopieerd (er bestond nog geen manier om te drukken) en degenen die kopieerden, kenden meestal helemaal geen Frankisch of zelfs een ander Germaans dialect. Ze waren bezig een Latijnse tekst te kopiëren en hebben dus waarschijnlijk allerlei fouten gemaakt. Hoe dan ook komt uit de Salische Wet het eerste ‘Nederlandse’ zinnetje dat we kennen:

Maltho thi afrio lito

De taal was nog heel erg verschillend van de onze, dat is duidelijk. Toch zijn de individuele woorden wel te herleiden. Maltho betekent ‘ik meld’, thi ‘u’, en afrio ‘vrij’. Lito kennen we nog in ‘(af)laat’ en het was het woord voor een ‘halfvrije’, iemand die geen slaaf was, maar ook geen vrije persoon. Door het uitspreken van dit zinnetje (‘ik verklaar jou, halfvrije, vrij’) kon hij dat wel worden.

Ysengrimus is van weer vijf eeuwen later, de sprongen die we noodgedwongen maken van fragment naar fragment in deze periode omvatten vele eeuwen, maar ook hier vinden we een paar woorden Nederlands. Hebben olla uogala is dan inmiddels geschreven, overigens óók weer onmiddellijk naast een Latijnse vertaling (Haben omnes volucres). Het zal niet heel lang meer duren voor het Nederlands alleen op een pagina verschijnt, maar zo ver is het nog niet.

In het hierboven geciteerde fragment wordt gespot met de Isengrim, een karikatuur van de geestelijkheid, die niet de voorgeschreven geestelijke teksten uitspreekt in het Latijn, maar in plaats daarvan zijn verlangen naar schapenvlees uitspreekt. Hij spreekt zulk slecht Latijn dat als hij de heilige formule ‘dominus vobiscum’ wil zeggen, hij dat verbastert tot ‘cominus ovis’. Ovis is daarin nog wel Latijn, maar cominus is potjes-Latijn: het staat voor kom eens.

De tekst geeft daarmee een klein inkijkje in de oudste taalsociologie van onze streken. Ook in dat opzicht is Ysengrimus onontbeerlijk in een overzicht van de geschiedenis van het Nederlanda. Mensen leerden Latijn, maar mensen deden soms ook net alsof ze Latijn spraken terwijl ze er weinig van terecht brachten. Magister Nivardus moet ook heel taalgevoelig zijn geweest, zijn tekst speelt sowieso met allerlei verschillende soorten taal – nu eens is de taal klassiek en dan ligt hij weer dichter tegen het alledaagse middeleeuwse Latijn aan. Dat Latijn was in die tijd ook lang niet zo eenvormig als je achteraf misschien zou denken. Het was bovendien ook niet alleen maar een soort heilige taal, je kon er ook in spotten. Het was een taal die zich op allerlei manieren tot de zogeheten ‘volkstaal’ verhield en die wat we nu Nederlands noemen ook op allerlei manieren heeft gevormd.

Meer lezen

Het manuscript van Ysengrimus is te vinden in de universiteitsbibliotheek van Luik. Op de website van de bibliotheek zijn ook een paar pagina’s te zien. De Wikipedia-pagina heeft een betrekkelijk goede bibliografie. Ik heb de editie van Jill Mann gebruikt.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht Tags: Geschiedenis van het Nederlands in 100 literaire werken, latijn, Oudnederlands, Vanden vos Reynaerde, Ysengrimus

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d