Stemmen des ondergangs
Stemmen des ondergangs wilt mij uw krijsen sparen.
Nog is er dauw en smoor en brand van middagzon;
geen ramp van vuur of ijs belet het blijde paren,
waar van der eeuwigheid nieuw leven uit begon.
Klaagt niet de zonden aan der boze voorgeslachten,
’t bederf zit in úw keel, úw adem is verpest;
de wereld brokkelt slechts in úwe broze gedachten,
gij ruikt de wind niet meer, gij riekt naar uw vuil nest.
Raymond Herreman (1896-1971)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter