Zogeheten spellingfouten interesseren me geen zier. Als morgen de Spellingwet wordt opgeheven, hef ik het glas. Iedereen doet maar, en we zien wel waar het schip strandt, dat is mijn orthografisch devies.
Maar ik maak een uitzondering voor namen. Bijvoorbeeld mijn eigen naam: ik ben niet Mark van Oostendorp of Marc Oostendorp. Dat zijn echt anderen. Ik probeer het bij anderen daarom ook goed te doen: als mensen recht hebben op hun eigen pronomina, dan toch minstens ook op hun eigen nomina.
Sommige fouten maken alleen anderstaligen. Ik ben in mijn leven regelmatig Ostendoorp genoemd, maar nooit door iemand die het Nederlands op hoog niveau beheerste. Dat laatste heeft ermee te maken dat iedereen die wél Nederlands spreekt, herkent dat doorp niet mogelijk is in het Nederlands: na een lange klinker kun je niet twee medeklinkers hebben zoals rp. Je kunt wel twee medeklinkers na een lange klinker hebben, maar dan is de tweede altijd een s of een t: moors, kookt. U hebt daar misschien nooit over nagedacht, maar als u Nederlands spreekt voelt u dat wel aan.
Maar als u geen Nederlands spreekt, voelt u dat niet aan. Toch blijft dan de vraag waarom mensen het zo doen. Kennelijk zit zo’n exotische naam zo in je hoofd dat je weet dat er ergens een dubbele o staat, maar dat je niet meer weet waar. Mijn vrouw heet D’Alessandro en bij die naam gebeurt vaak iets soortgelijks, misschien nog extremer: D’Allesandro. Mensen hebben onthouden dat er een dubbele letter in de naam zit, maar niet welke dat dan is. Zo zit zo’n naam kennelijk in je geheugen. Het lijkt er met andere woorden op dat je zo’n naam niet precies en letterlijk onthoudt: je onthoudt een verzameling eigenschappen. Er zitten die en die letters in, het begint met een R, en het eindigt met een d, en die en die letters staan in het midden. Ik kan zelf vaak niet onthouden of iemand nu Roland of Ronald heet. Dat is ook een aanwijzing dat je woorden kennelijk zo onthoudt.
Maar die eigenschappen moeten dan wel kloppen. Je kunt een c niet zomaar door een k vervangen. In ieder geval in een naam.
Lalagè zegt
Ook niet als die naam in een tekst in het Esperanto voorkomt? Ik weet dat sommige Esperantisten hun naam daarvoor wel aanpassen.
Marc van Oostendorp zegt
Ik weet niet zeker of ik de vraag helemaal geef. Het is waar dat in het Esperanto namen soms aan de structuur van de taal worden aangepast, al voelt dat voor mij vaak wat ouderwets aan. Mocht men dat bij mijn naam doen, dan werd het inderdaad Mark VAN OSTENDORP (hoofdletters zodat men weet wat de achternaam is). Maar ik beschouw dat niet als mijn naam.
Allies Ligtvoet zegt
Spellingwet opheffen? Dan voorspel ik: het schip strandt helemaal niet. Dat deed het vroeger niet en dat zal het nu ook niet doen. Maar Ostendorp zal ik nu niet meer vergeten (want ik dacht heus ooit: Oostendorp.)
Robert Kruzdlo zegt
Ook mijn achternaam Kruzdlo is rond 1900 aangepast. Toen mijn voorouders immigreerden naar Amerika werd die van Kruzödlo in Kruzdlo veranderd. Elke moeilijke naam werd bij aankomst veranderd in voor het Amerikaans-Engels makkelijk uit te spreken naam. Voor de Nederlander is het weer moeilijker dan voor…
Allies Ligtvoet zegt
Meisjesnaam langs vaders kant Remeijsen werd Remijsen door fouotje van opa. 🙂
Maurice Vliegen zegt
ik word met enige regelmaat uitgemaakt voor ‘Marcel’.
atjputmangmailcom zegt
Op radio en tv hoor ik al jaren presentatoren geen verschil maken tussen bord en boord, kort en koord. Eigenlijk al zo lang als Studio Spoort bestaat. Geen wonder dat iemand die Nederlands moet leren het systeem niet begrijpt.
Smeyers zegt
Ik ben Belg en mijn familienaam is Smeyers. Vrienden uit Nederland “verbeteren” systematisch die schrijfwijze in Smeijers. Wat moet ik daarvan denken, naast het feit dat die manier van doen mij toch als aanmatigend overkomt
Sabine zegt
Marc van Oostendorp, je schrijft dat je wel twee medeklinkers na een lange klinker kunt hebben, maar dan zou de tweede altijd een s of een t: moors, kookt. Maar wat is er met de combinatie -oorn, waarvan je toch een heleboel voorbeelden kunt noemen?