Ieder onderzoek is natuurlijk een reis en ieder proefschrift een reisverslag. Maar het proefschrift dat Alan Moss vandaag in Nijmegen verdedigt heeft ook de vorm van een reisverslag. Een zeer uitvoerig reisverslag van 565 dik bedrukte pagina’s, met hoofdstuktitels als ‘Vertrek’, ‘Gevaren onderweg’, ‘De terugweg’ en natuurlijk ‘Italië:’ Moss beschrijft de zogeheten Grand Tour die jonge mannen uit de betere kringen aan het eind van de zeventiende eeuw en het begin van de achttiende eeuw hielden – de voorloper van het tussenjaar dat jongeren uit diezelfde betere kringen zich tegenwoordig veroorloven, maar dan educatiever en in zekere zin avontuurlijker.
De Grand Tour is veel onderzocht voor Groot-Brittanië en wordt daarom wel gezien als een typisch Engels fenomeen. Dat is volkomen ten onrechte, laat Moss overtuigend zien. Ook Nederlandse jongeren trokken naar Frankrijk en, als de middelen het toelaten naar Italië, om er de cultuurschatten te bewonderen en andere culturen te leren kennen. Specifiek richtte Moss zijn onderzoek op de vraag wat zo’n reis betekende voor de identiteit van die jongens: werd hun beeld van (hun eigen) mannelijkheid erdoor beïnvloed? Wat leverde het contact met een dominant katholieke cultuur op voor hun overwegend calvinistische kijk op het leven? En in hoeverre werden ze Nederlandser van hun contact met vreemden?
Een van Moss’ vele talenten in deze wervelende studie is dat hij zijn citaten weet te vinden. Dit schreef Gerard Hinlopen (1644-1691) toen hij zag wat voor grote brillen de Spanjaarden droegen (‘dat kon een voorzorgsmaatregel zijn in deze stoffige stad, maar eerder was het een ijdele fashion statement):
Men vint hier als ook noch op veel andre plaatsen Spanjaarts met groote swarte brillen op haar neus over straat spanseren. T’welk off uyt grootsheyt off ook wel uyt oorsake van t veelvoudich stoff geschiet, ik niet wete, alhoewel t eerste niet sonder rede vermoede.
Behalve met vreemde kleedgewoonten werden de Nederlandse jongeren ook geconfronteerd met vreemd voedsel. In Italië met watermeloenen, bijvoorbeeld:
Tegens den avont met de heer Hoogehenhouck en Vader Vin voorscreve voor de eerste mael een seeker vrucht eeten daer hier seer veel werck van gemaeckt wert, genaemt comcommeri, van gedante als een ronde pompoen. Dese vrucht wert in t’ ijs geleijt om te doen bevriesen, is root van binnen en seer aengenaem smaek, strekkende meer tot dranck als tot eeten om syn waeterachtigheid. Oock suycht men het sap daer maer uijt en neemt men voort’ laest een glas Griexe wyn daer op om geen ongemack subjeckt te sijn.
De jongens schreven hun verslagen voor het thuisfront: als brieven voor hun familie en vrienden, soms ook met het oog op publicatie. Ze schreven op wat hen opviel of waarvan ze vermoedden wat het thuisfront wilden horen. Hoe dan ook vertellen zulke citaten ons tegenwoordig natuurlijk minstens evenveel over het Nederland als over het Spanje of Italië.
Zoals je ook uit de fascinatie van reizigers met het katholicisme veel kunt leren over het religieuze leven in de Republiek in die jaren. In het hoofdstuk over Italië staan mooie verslagen van Nederlanders die weliswaar graag spotten met bijvoorbeeld het celibaat of de monniken, maar ook onder de indruk waren van de gastvrijheid die ze in kloosters ontvingen. Een zekere Burgh raakte zelfs zo onder de indruk dat hij besloot zich te bekeren, dit tot grote verbazing van zijn vriend Coenraad Ruysch:
’t Selve surpreneerde mij extraordinaris, want niet tegenstaende hij een ruymen tijt alleen altoos uijt liep, seer melankoliek was geworden en nooijt naer gewoonte over taefel soo vrolijck meer met mij discoureerde, soo kost ick mij noijt imagineeren dat het om deze redenen was, maar mijnde dat het slechte tractement van sijn ouders waer over hij mij wel geklaecht hadde hier van oorsaeck was (…)
Dit is echt een proefschrift als een Grand Tour: je treedt een wonderlijke wereld binnen en je hebt groot plezier, en steekt er van alles van op.
Alan Moss. Gemaakt op reis. Identiteitsvorming in verslagen van de Nederlandse educatiereis (1648-1711). Proefschrift Radboud Universiteit, 2022.
Full disclosure: Alan Moss publiceerde enkele jaren geleden de reisaantekeningen van Coenraad Ruysch op dit blog.
Laat een reactie achter