Wat hebben een muilezel, een kraanvogel en een walvis met elkaar gemeen? Ze hebben dubbelopnamen. Oorspronkelijk heetten de dieren muil, kraan en wal, maar later werden de namen verlengd met -ezel, -vogel en -vis. In dit artikel vertel ik hoe dat zo is gekomen.
Muil, kraan en wal
Het woord muilezel komt van het Latijnse mūlus, dat ‘nakomeling van een ezel en een paard’ betekende. Het kwam in het Nederlands terecht en ontwikkelde zich volgens de reguliere klankveranderingen tot muil. Dat leverde echter een probleem op: een muil was ook al een bek.
Hetzelfde probleem deed zich voor bij wal en kraan. Een wal was naast het zeezoogdier ook een kade en een stadsmuur, en een kraan was naast een vogel ook een hijswerktuig en een tap aan een vat1.
Walzeezoogdier
Om de dierennamen te onderscheiden van de gelijkluidende woorden met een andere betekenis gingen mensen op een bepaald punt in de taalgeschiedenis de diersoort toevoegen: een muil werd een muilezel en een kraan werd een kraanvogel. In bijvoorbeeld het Engels zijn de woorden geen samenstelling geworden: mule en crane.
Met de kennis van nu is de uitbreiding van wal met -vis niet zo gelukkig geweest – een walvis is immers een zeezoogdier – maar we kunnen het onze taalvoorouders met hun gebrek aan biologiekennis niet kwalijk nemen dat ze het beest nogal wat weg vonden hebben van een vis. En anders hadden we nu misschien wel opgescheept gezeten met het logge walzeezoogdier.
Tortel
In onderstaande afbeelding vind je naast de drie besproken woorden ook windhond, everzwijn, damhert en tortelduif. De verklaring voor het ontstaan van die eerste drie samenstellingen is dezelfde als die van de eerder besproken worden, maar tortelduif wijkt af: het Latijnse turtur, dat in het Oudnederlands turtul2 werd, viel niet samen met een ander woord. Toch werd het verlengd met -dūva, de voorloper van duif. Later is de verkorte nevenvorm tortel ontstaan.
- De betekenissen ‘hijswerktuig’ en ‘tap’ zijn ontstaan door de associatie met de lange nek van de vogel.
- Turtur werd turtul door dissimilatie: de tweede [r] veranderde in een [l] (een klank die er dicht bij ligt) om een herhaling van dezelfde medeklinker te voorkomen. Dissimilatie komt in veel talen voor bij r’en. Vergelijk ook het Franse arbre ‘boom’ met het Spaanse árbol ‘boom’ en het Italiaanse albero, woorden die alle drie afkomstig zijn van het Latijnse arborem.
Dit artikel is eerder verschenen op taalaandewandel.com.
Jan+Stroop zegt
Over ‘struisvogel’ schreef ik in mijn artikel ‘Woordmetathesis’:
Hoewel ‘struisvogel’ op het eerste gezicht ook bij deze groep hoort, blijkt bij een tweede inspectie, die oplevert dat de oudste vorm ‘vogelstruis’ geweest is, dat er een opvallend verschil bestaat met ‘walvis’ en consorten (WNT resp. XXII, 581 en XVI, 236). Van deze groep woorden is er maar één vorm; er is geen variant ‘viswal’, ‘hertdam’, ‘duiftortel’, enz. Alleen bij ‘vogel’ bestaan alle twee de varianten, waarbij de volgorde ‘vogel’ + specificatie ook nog eens de oudste is.
Bij dit type kan de ontwikkeling ongeveer op dezelfde manier gegaan zijn als bij ‘pissebed’ e.a.. ‘Vogelstruis’ is een vertaling van ‘avis struthio’, een Romaanse combinatie met zoals in die taalfamilie gebruikelijk het bepaalde (met de bijbehorende klemtoon) op de tweede plaats. Het modern-Franse ‘autruche’ is uit ouder ‘ostruce’, dat weer teruggaat op dat ‘avis struthio’. Ook voor wie geen Frans kent, is het duidelijk dat ‘vogel’ het algemene is en ‘struis’ de specificatie. De taal(-gebruiker) kan dat accepteren, maar het is ook denkbaar dat er metathesis optreedt om de vorm aan de Nederlandse verhoudingen aan te passen: de specificatie, ofwel het beklemtoonde deel voorop.
http://www.janstroop.nl/oudesite/artikelen/metathesis.shtml
Ton Harmsen zegt
De hazewindhond mag wel trots zijn.
Hans Beelen zegt
Dank zijn we ook verschuldigd aan de oeros en het rendier.
yvanspijk zegt
Hé, nog twee exemplaren!
jandeputter zegt
Bij ‘muildier’ moet toch ook nog meer aan de hand zijn. In het Nederlands en Engels wordt een onderscheid gemaakt tussen ‘muildier’ (mule) en ‘muilezel’ (hinny).. In het eerste geval is een ‘ezelin’ de moeder en een ‘paardenhengst’ de vader, in het tweede geval een ‘merrie’ en een ‘ezel’. De toevoeging ‘dier’ of ‘ezel’ duidt dus ook op een betekenisonderscheid.
Kruisingen tussen diersoorten zijn uit taalkundig, letterkundig en biologisch oogpunt altijd het onderzoeken waard, kan ik uit ervaring zeggen.
yvanspijk zegt
Dank voor de interessante kanttekening!