Het zal jullie niet ontgaan zijn: het Genootschap Onze Taal heeft een nieuwe huisstijl. Het blad ziet er anders uit, de website ziet er anders uit, zelfs het logo dat al heel vele decennia overleefde, is aangepast.
Maar zoals het een taalgenootschap betaamt, is de ingrijpendste wijziging er één in het taalgebruik. In ieder geval op de website wordt de lezer voortaan met je aangesproken en niet meer met u. “In mijn brieven aan de leden heb ik er nog wat moeite mee”, bekende directeur Vibeke Roeper zaterdag tijdens de Algemene Ledenvergadering waar ze de wijziging aankondigde. Ze vertelde er ook bij dat er ‘honderdduizend’ wijzigingen nodig waren geweest in de website om dat te bereiken.
Ik ben (bijna precies) 25 jaar geleden betrokken geweest bij de eerste versie van de website en ik herinner me dat er indertijd wel even over gesproken was, maar dat er toen toch nog geen échte twijfel over was dat de lezer met u moest worden aangesproken. Tegelijkertijd was er toen eigenlijk geen verschil van mening over dat een vereniging als deze de lezer aansprak met u.
Je was iets voor Ikea. Twintig jaar gelden besprak ik, ook voor Onze Taal, het proefschrift van Hanny Vermaas over de veranderende normen rond u en je, dat ik nog als volgt begon:
Iedereen die weleens een vestiging van IKEA heeft bezocht, of een catalogus van dat meubelbedrijf heeft opengeslagen, kent het ongemakkelijke gevoel: ‘Nu ben jij aan de beurt!’, roept de brochure je toe.
Hanny Vermaas is helaas al weer geruime tijd geleden overleden en bij mijn weten is er niemand meer die de verschuivingen systematisch in de gaten houdt. Dat is heel spijtig, want het is duidelijk dat er iets verandert.
Terwijl er tegelijkertijd dingen hetzelfde blijven: voor zover ik kan zien (ik heb niet alle ‘honderdduizend’ plaatsen nagegaan, zeg ik er voor de zekerheid bij) kiest Onze Taal over het algemeen voor je en niet voor jij, en schrijft het over ‘je taalvraag’ en niet over ‘jouw taalvraag’. Jij en jouw zijn nog net een stapje te ver, zou je kunnen zeggen, al is het ook mogelijk dat jij en jouw ook de komende decennia niet in beeld komen: ze zijn té overduidelijk informeel, terwijl je neutraler blijft.
Interessant aan deze ontwikkeling is dat hij niet gepolitiseerd is. Dat is wel anders bij die ándere taalverandering met voornaamwoorden, die van de genderneutrale voor de derde persoon (bijvoorbeeld die naast hij en zij). Dat onderwerp wordt vrij druk bediscussieerd en door een bepaalde vorm wel of niet te gebruiken kies je onherroepelijk de zijde in een bepaald debat – je kunt daar dus nauwelijks buiten blijven. Maar door je of u te gebruiken laat je niet of nauwelijks zien dat je links of rechts bent. Of dat u dat bent.
Ik heb de indruk dat de meeste mensen er ook echt geen mening over hebben: dat je mensen niet echt tegen de haren instrijkt door je te gebruiken. Er kan natuurlijk van altijd gebeuren – een of andere salonfascist kan zich een liefhebber van u verklaren waardoor de sociale dynamiek ineens verandert – maar zolang dat niet zo is, vindt de verandering daardoor vrijwel onder de radar plaats. Het gebeurt langzaam, het gebeurt onopgemerkt, maar het gebeurt. En af en toe krijgen we een subtiel teken van verdere verikeaisering.
Michaël Steehouder zegt
Ik voel een pleidooi voor “ju” aankomen…
Ferguut zegt
Nog onaangenamer dan het ongevraagde gebruik van “je” is de opmerkelijke voorkeur voor de nadrukkelijke vormen “jij”, “jou” en “jouw” in contexten waarin de niet-commerciële taalgebruiker genoeg heeft aan “je”.
Emma Witsel zegt
Helemaal mee eens!
Antoon Berentsen zegt
Het Genootschap zou op z’n minst zijn bezoekers een keuze moeten bieden. Net als Ikea en andere bedrijven dat doen met vlaggetjes voor anderstalige versies van hun websites. Een u- en een je-vlaggetje. Ik vlucht dan graag naar de u-versie van de website die onze Nederlandse taal dient. Die keuze hebt u niet overal online!
willemhuberts zegt
Het is een taalverandering zoals alle andere taalverandering en ach, wie ben ik om me daartegen te verzetten. Maar desondanks hecht ik eraan om te worden gevousvoyeerd door mij onbekenden en te worden getutoyeerd door familie, vrienden en sommige onbekenden. Dus nee, mevrouw Roeper, u hebt een fout besluit genomen.
Weia Reinboud zegt
Uitstekend besluit. Net als in het Engels altijd ‘je’ en in die taal is het ook goed mogelijk om vriendelijkheid en beleefdheid uit te stralen. Eind jaren zeventig (minstens) waren we hier ook al mee bezig, dus het heeft niets met Ikea van doen.
Antoon Berentsen zegt
“Net als in het Engels”: maar vergeet in uw liefde voor de lingua franca niet ook de vele streektalen die dit land rijk is en waarin in veel gevallen het Hollandse verschil tussen ‘u’ en ‘je’ ook niet bestaat. ‘Gij’, ‘gi-j’, ‘ie’ en ‘i-j’ kennen het probleem, waar we het hier over hebben, simpelweg niet. (NB: In de grammatica moet dan weer wel volgend onderscheid gemaakt worden: “Gi-j kent mien toch wel?” vs. “Ik ken ow nie:t!”)
Weia Reinboud zegt
Liefde voor het Engels daar ben ik meestal niet op te betrappen. Maar als het in een aantal dialecten geen probleem is, kan de rest van het taalgebied daar iets van leren.
Rike zegt
Alleen zeggen ze in het Engels niet altijd ‘je’. ‘You’ was vanouds de formele aanspreekvorm, het inmiddels verdwenen ‘Thou’ was het Engelse ‘jij’. dus in feite zegt men in het Engels tegen iedereen ‘u’.
J. Peek zegt
‘Je’ in het Engels is ‘Thou’ – You is juist het woord voor ‘U’ – Thou vind je nog terug in het Our father… en andere gebeden.
Marcel Meijer Hof zegt
Geachte Mevrouw Weia,
Hier begaat U (sic) mijns inziens een kleine vergissing. Het Engelse ‹ you › is van oorsprong synoniem met het Nederlandse ‹ U ›. Het equivalent voor ‹ je › was in een langer geleden verleden (sic) ‹ thou ›. Dat is blijkbaar wat ouderwetsch geworden zodat in Albion en omstreken iedereen elkaar tegenwoordig hoffelijk vousvoyeert.
U refereert aan de jaren zeventig. In die tijd stond mijn moeder, die ik altijd met U aansprak, erop, dat ‹ Mevrouw › in de aanrede steeds mèt hoofdletter werd geschreven. Dat heb ik na lange aarzeling achter mij weten te laten.
Het ‹ U › blijft bij mij echter hardnekkig een kapitaal. Het spijt mij, ik heb niet met U geknikkerd, noch heb ik met U enige nadere bekendheid die een – in mijn taalgevoel – amicale bejegening zou rechtvaardigen. Daarin wordt ik wel gesterkt door de algemene omgangsvormen in zowel het zoete Frankrijk alsmede het stijve Duitsland.
U doet maar, ik doe lekker niet mee en denk er het mijne bij.
Met vriendelijke groet,
Hoogachtend,
Marcel Meijer Hof
Paul van der Erve zegt
Onlangs kreeg ik een (standaard)brief ondertekend door mevr. drs. H.L.M. Boussen, directeur gezond en veilig werken van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, waarin zij mij al tutoyerend wees op mijn verplichting tot het maken van een risico-inventarisatie en -evaluatie voor iedere medewerker in mijn (éénpersoons)onderneming. Via een antwoordformulier van het ministerie heb ik toen niet alleen bezwaar gemaakt tegen het tutoyeren, maar ook tegen de popie-jopie-taal waarmee ik in de brief werd aangesproken. Want dit laatste is een ander treurig aspect van de ‘verikeaisering’. Tot mijn verrassing werd ik enkele weken later opgebeld door een medewerker van de afdeling communicatie van het ministerie, die mij vertelde dat men mijn bezwaren besproken had en voornemens was daarmee in het vervolg rekening te houden. Wat dit precies betekent, weet ik niet, maar uit de reactie van het ministerie leid ik af dat het toch nog mogelijk is om de vooruitgang een beetje tegen te houden.
Ellen Holwerda zegt
Top, die reactie van ministerie.
Je en jij vind ik vet irritant als gebruikt in gebiedende wijs om iets aan te prijzen en ook FIJN is er een die ik echt niet trek. Ik vind t geweldig als in interviews iedereen gewoon met u /uw -ongeacht leeftijd en whatever aangesproken wordt. Het heeft voor mij impliciet iets van respect voor de aangesproken persoon en zijn werk/leven/gedoe. Daarom is het een beetje dom dat uw blad
(ja, uw- hoe klinkt je blad?) juist nu voor je/jij kiest ie tijd waar t eigenlijk alleen maar heel irritant en achterhaald is.
Gerjan zegt
inconsequent gebruik van het en ’t nogal populaire, maar foute t zonder apostrof.
Willem Huberts zegt
Hear, hear.
Peter zegt
U hebt de achterruitgang weten te stoppen 🙂
Michel zegt
Mij is weer niets gevraagd… Moet ik weer een abonnement opzeggen? Waarom is het zo moeilijk om respect te betuigen? Waarom moet elke gepaste afstand overbrugd worden? Gaan we elkaar nu ook fijne dag wensen? Ik kon niet wachten tot ik als twintiger gevousvoyeerd werd en als zestiger stel ik er nog veel meer prijs op.
Michel zegt
Ik voel mij door u in het geheel niet aangesproken, mijnheer Oostendorp!
Hansje zegt
Wat betekent verikeaïsering? En waar komt het vandaan? Ik kan het nergens terugvinden.
Hansje zegt
Ah, ik snap hem verIKEAisering. Het duurde even voor het kwartje viel.
Cecilia Koenis-Gerdes zegt
elke keer als ik jij/je hoor
op de radio of ik lees het
krijg ik toch een ongemakkelijk gevoel
ik ben opgevoed met u
en spreek het dan nog steeds
Arjen Peters zegt
Het is nogal wat om voor “salonfascist” uitgemaakt te worden, alleen maar omdat je “u” gebruikt in plaats van “je”. Waarom roept die éne letter zo’n afkeer op tegenwoordig? Het was toch ooit gewoon een beleefdheidsvorm? Of heb ik iets gemist en ben nu opeens oer-oudewets?
J.P. van de Sande zegt
Geheel eens met Peters. ‘Je’ kan passend zijn voor mensen waar je mee omgaat, maar nooit voor mensen die niet om die omgang hebben gevraagd. Het idee dat we ons in ons doen en laten moeten richten op het laagste niveau van ontwikkeling leidt tot vervlakking en een tijdschrift dat daaraan meedoet gaat daarmee tegen zijn eigen beginselen in.
Weia Reinboud zegt
De kringen of bubbels waarin men verkeert verschillen blijkbaar nogal. Ik kom zo goed als nooit iemand tegen die u-t. Ik ben van 1950 en tegen ouders en grootouders zeiden wij altijd ‘je’. Tegen ooms en tantes dacht ik ook. Op school zal het wel ‘u’ geweest zijn, maar ik herinner het me gewoon niet meer. Op de universiteit kalfde het ge-u snel af en verder kom ik het dus ook zelden tegen. Zijn er eens kinderen die ik atletiektraining geef en die ‘u’ zeggen dan vraag ik meteen om er ‘je’ van te maken en dat gaat ze goed af.
G, van der Zwaag zegt
Laten we ieder in zijn/haar waarde laten. Zijn er mensen die graag ”u” horen dan is dat goed, Zijn er mensen die graag “je/jij” horen dan is dat goed. Wees eens een keer wat soepeler en maak niet overal een probleem van. Ga dat taal-historisch bestuderen, mar schrijf in dit geval niemand wat voor.
adrianus zegt
Het is toch godgeklaagd dat een ministerie of een bedrijf aan voor hen onbekenden meent de ‘je-vorm’ te moeten gebruiken. Geheel eens met Willem Huberts [ om 07.06 ] en Paul van der Erve.[om 12:58].: je spreekt voor jou onbekenden niet aan met ‘je’.. Familie, vrienden, goede kennissen: prima dat ‘je’. Maar Ikea of een ministerie? Gewoonweg hufterig als zij mij met ‘je’ aanspreken. Ach, ik ben wel 78.
harryreintjes zegt
Ik ben “drietalig” opgevoed. Nederlands, Brabants en Achterhoeks. De keuze tussen u en jij/je was niet lastig; buitenshuis was het als kind tegenover volwassenen (Nederlandse, Brabantse, Achterhoekse) altijd u. Later zelf volwassen ook altijd u. Thuis als kind gaf het Achterhoeks soelaas bij de keuze: het was tegenover volwassenen altijd u, maar tegenover familieleden als vader, moeder, opa’s, oma’s etc. kon “eej, ow” of als enigszins rare oplossing: papa, heeft papa…..,maar nooit “u”. Maar elke oplossing drukte respect uit. Onder kinderen onderling was dat alles uiteraard jij,jou,jouw, gij,oew, eej,ow. Me dunkt een perfecte deIKEAïsering 😉 , waar ik volledig achter zou staan.
Antoon Berentsen zegt
Als Harry Reintjes vertelt “Thuis als kind gaf het Achterhoeks soelaas bij de keuze: het was tegenover volwassenen altijd u, maar tegenover familieleden als vader, moeder, opa’s, oma’s etc. kon “eej, ow” ” dan bedoelt hij waarschijnlijk dat hij met familieleden dialect sprak en dus geen u/je-probleem had, maar zich tegenover ‘vreemde’ volwassenen (autoriteiten en ‘import’ wellicht?) van het Nederlands bediende.
Frans Buijs zegt
Je zou het ook de bolpuntcommisering van de taal kunnen noemen. Want ook daar is “je” zo’n beetje verplicht.
harryreintjes zegt
De vraag is: wil ik een product van een bedrijf dat mij, als 70-jarige, je, jou noemt? Ongetwijfeld hebben zich de bollebozen op dit gebied over deze vraag gebogen. Het antwoord al geweest zijn: ja. Ik koop al jaren bol.com-cadeaubonnen voor kinderen en kleinkinderen, ondanks je/jou/jouw met bezwaar tegen je/jou/jouw.
harryreintjes zegt
whatsapp gebruikt nog wel “u”.