Voornamendrift 100
De naamkunde is dakloos. Het valt in Nederland niet te studeren, er is geen hoogleraar naamkunde en geen eigen Nederlands tijdschrift meer, geen instituut verleent onderdak. Dat is raar. Want zonder taal geen mens, en geen taal zonder namen. Met een naam geven we iemand, een plek, een gebouw, een product een identiteit. Zonder naam zou ik niet bestaan. Sommige namen zijn al honderden of duizenden jaren geleden gegeven en leven nog steeds voort, andere worden vandaag bedacht, soms als eendagsvlieg. Maar waarom werd en wordt een specifieke naam gekozen? Wat vertelt een naam over (het ontstaan van) het landschap, bebouwing, de taal, de (interactie van) culturen, sociale verhoudingen, mode? Aan vragen geen gebrek, alleen al over voornamen schreef ik vanaf 2018 100 bijdragen in Neerlandistiek.nl.
Er is belangstelling genoeg voor namen. Historische verenigingen doen onderzoek naar het ontstaan van landschapsnamen, en ja, je kunt een ‘mastertrack’ historische landschapsgeschiedenis met aandacht voor toponymie aan de Rijksuniversiteit Groningen volgen. Genealogische verenigingen weten veel over familienamen. In Vlaanderen lijkt de belangstelling voor naamkunde nog levend, al kun je alleen in Leuven en over de grens in Keulen een universitaire cursus naamkunde volgen, en in Gent in de avonduren bij het Centrum voor Historische Talen. Door een breed publiek worden op de voornamenbank van het Meertens Instituut en de familienamenbank bij het Centraal Bureau voor Genealogie jaarlijks miljoenen keren namen opgezocht. Met regelmaat krijgen namen aandacht in de media, tot aan het jeugdjournaal toe.
Als er interessante vragen gesteld kunnen worden en er veel maatschappelijke belangstelling is, dan zou er toch bestaansrecht voor naamkunde moeten zijn. En die was er ook. De laatste bijzonder hoogleraar naamkunde, Rob Rentenaar, Koos Rentjes in Het Bureau van Voskuil, schreef een geschiedenis van de naamkunde in Nederland en Vlaanderen tot 2000, waarin we zien dat naamkundig onderzoek al vanaf de 19e eeuw door individuele belangstelling werd gedreven, maar lang niet altijd binnen universitaire muren. Het was vooral historisch onderzoek naar landschaps- en plaatsnamen dat tussen 1886 en 1901 gepubliceerd werd in het tijdschrift Nomina geographica Neerlandica, het oudste naamkundig tijdschrift ter wereld. Daarnaast publiceerde Winkler al in 1885 zijn monumentale Nederlandsche geslachtsnamen. Pas in 1948 kreeg de studie van de naamkunde een plaats in een Naamkundebureau binnen wat later het Meertens Instituut zou gaan heten als onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Samen met het Instituut voor Naamkunde en Dialectologie in Leuven (de facto opgeheven in 2013) kwam er een tijdschrift, dat tot 2011 verscheen onder de naam Naamkunde. In Vlaanderen is er al sinds 1927 een nog bestaand tijdschrift Toponymie en Dialectologie.
Die verspreide beoefening door gedreven individuen is er nog steeds, maar de vaste basis op het Meertens Instituut is verloren gegaan en in het onderzoeksplan 2018-2023 (Taal en cultuur in het dagelijks leven in Nederland) wordt naamkunde niet genoemd. De omvangrijke naamkundige bibliotheek is in depot opgeborgen.
Dat moet anders, naamkunde verdient een huis. Een plek die naamkundigen in het land samenbrengt en hun werk stimuleert en faciliteert. De naamkunde moet terug op het Meertens Instituut. Zowel in het beleid als in onderzoek. Niet alleen met gastonderzoekers, zoals ik, maar in vaste aanstelling waarin op zijn minst een deel voor de naamkunde is gereserveerd.
Een onderzoekagenda zou gebaseerd moeten zijn op coördinatie en samenwerking. Juist omdat zoveel naamkundige kennis over toponiemen en familienamen verspreid aanwezig is onder lokale historici en genealogen, zou samenbrengen van die kennis met behulp van IT voorzieningen tot een geweldige verrijking kunnen leiden. En ook dankzij vrijwilligers zijn er (via wiewaswie.nl) inmiddels voldoende persoonsgegevens uit de 19e eeuw gedigitaliseerd om de verspreiding van persoonsnamen in de 19e eeuw goed in kaart te brengen, terwijl in de toekomst nog verder terug gekeken zal kunnen worden in de tijd. De unieke beschikbaarheid van voornaamgegevens van alle Nederlanders uit de moderne basisregistratie personen biedt een prachtige mogelijkheid om de relatie tussen naamkeuze en identiteit te onderzoeken, wat geleid heeft tot belangstelling en samenwerking met sociologen, terwijl modellering van de verspreiding van nieuwe, modieuze voornamen de interesse heeft van evolutionair biologen: hoe verspreidt vernieuwing zich door een populatie? De internationale geografische verspreiding van familienamen kan iets vertellen over heel oude migratiestromen, het vakgebied van bevolkingsgenetica. En er is zeker veel meer te noemen. Kortom, zo’n agenda laat zien dat naamkunde een bruisende, moderne invulling kan krijgen. Mits er een tehuis is voor deze dakloze. Het leek me goed om daar in deze 100ste voornamendrift eens op te wijzen.
- Rob Rentenaar (2006), Geschiedenis van de naamkunde in Nederland en Vlaanderen tot 2000
Arend Quak zegt
Gerrit heeft groot gelijk. Ook internationaal is het vreemd. In alle Scandinavische landen – met elk veel minder inwoners dan Nederland – is er een speciaal instituut dat zich met persoons- en plaatsnamen bezighoudt. Er worden regelmatig congressen georganiseerd en boeken en tijdschriften uitgegeven. Dat kon in Nederland ooit ook met Blok en Rentenaar, maar daar was blijkbaar na de pensionering van Rentenaar in het Meertens-Instituut plotseling geen plaats meer voor.
Leendert Brouwer zegt
Met de familienamenbank ben ik een éénogige knutselaar in het Land der Blinden die graag een paar dozijn handen extra zou willen hebben. Heel verlegen word ik van het project Digitales Familienamenwörterbuch Deutschlands (DFD) aan de Akademie für Wissenschaften und Literatur in Mainz.
https://www.namenforschung.net/dfd/projektvorstellung/
Leendert Brouwer zegt
Ik had hierboven de indrukwekkende lijst van medewerkers (Mitarbeiter*innen) aan DFD toegevoegd, maar dat is beter te doen met een rechtstreekse link:
https://www.namenforschung.net/dfd/mitarbeiterinnen/
Dit project is slechts een voorbeeld van hoe serieus de naamkunde in Duitsland en elders op akademisch niveau wordt genomen.
willyvdw zegt
De naamkunde hoort een plaats te krijgen in het academische curriculum en in het onderzoek: volkomen juist. Ook in Vlaanderen is er grote belangstelling voor de herkomst van namen, maar de wetenschappelijke studie ligt er zo goed als stil.
Leendert Brouwer zegt
Google eens ‘Meertens Instituut’ en wat komt er onder de website van het instituut als eerste te voorschijn?
Juist ja, de familienamenbank gevolgd door de voornamenbank, en dan pas ‘Over het Meertens Instituut’
Nogal gênant, nietwaar! De familienamenbank is al in 2012 aan het CBG weggegeven en voor beheer van de voornamenbank is er evenmin iemand aangesteld. Toch zijn dit nog steeds de meest succesvolle door het publiek geraadpleegde databanken. Het jaar 2009 was een succesjaar voor het vakgroepje Naamkunde van anderhalve vrouw en een paardekop met diverse plannen en de presentatie van de Nederlandse Familienamenbank ‘nieuwe stijl’. De Nederlandse Voornamenbank volgde in 2010. Plannen voor een toponiemenbank op basis van de enorme collectie veldnamen lagen ook op tafel. Er waren druk bezochte workshops waaruit grote belangstelling bleek. Een toponymist mocht echter niet aangetrokken worden. Integendeel, er moest een reorganisatie plaatsvinden. Met dank aan directeur Hans Bennis werd de naamkunde afgeserveerd. De veldnaamkaartencollectie en de naamkundige bibliotheek zijn ingepakt en in het depôt van het IISG opgeborgen.
Ja, dat heeft mij als constructeur van de familienamenbank, en ook van het naamkundige documentatiesysteem NNN (www.meertens.knaw.nl/nnn/), dat nu ik met pensioen ga ook verweesd in het reservoir van het Meertens Instituut blijft dobberen, nogal verbitterd. De familienamenbank zal geïntegreerd worden in een vernieuwde websitestructuur van het CBG. Er is echter geen redacteur in zicht die het inhoudelijk van mij zal overnemen.
Je zou toch zeggen dat als een wetenschappelijk onderwerp zoveel belangstelling oogst dit vakgebied zich niet zelf zoals de Baron von Münchhausen (met paard en al) uit het moeras zou hoeven tillen. Helaas, omstanders kijken slechts zwijgend toe.
Meertens Instituut
https://meertens.knaw.nl
Het Meertens Instituut is een onderzoeksinstituut dat zich bezighoudt met onderzoek en documentatie van taal en cultuur in Nederland en Nederlandse taal en …
Nederlandse Familienamenbank
De website van de Nederlandse FamilienamenBank (NFB) is …
Nederlandse Voornamenbank
Het bestand is gebaseerd op de voornamen die als eerste naam …
Over het Meertens Instituut
Het Meertens Instituut is een onderzoeksinstituut dat taal en …