• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Dop en deksel

28 april 2023 door Marc van Oostendorp 12 Reacties

Intrigerende vraag, onlangs gesteld door Martine Mussies op Mastodon: wanneer gebruiken we precies dop en wanneer deksel? We kwamen er geloof ik met zijn allen niet uit, en ook de woordenboeken geven niet onmiddellijk uitsluitsel. Van Dale zegt bijvoorbeeld over deksel:

  • voor­werp dat een hol open li­chaam van­bo­ven af­sluit, m.n. het daar­bij be­ho­ren­de dat er pre­cies op past

En over dop:

  • voor­werp on­ge­veer in de vorm van een hal­ve ei­er­schaal, al­thans met een kom- of ci­lin­der­vor­mi­ge uit­hol­ling, dat op een buis­vor­mi­ge ope­ning ge­plaatst kan wor­den om de­ze af te slui­ten, bv. op een vul­pen­hou­der, een ven­tiel, een tube

Als je dit zo leest, zou je denken dat deksel een algemener begrip is dan dop, en dat iedere dop dus een deksel is (van een bijzondere vorm), maar dat lijkt me niet juist. Vulpenhouders, ventielen en tubes hebben zeker geen deksels. Aan de andere kant kun je op een pan of schaal deksels hebben die ‘ongeveer de vorm van een halve eierschaal’ hebben, zoals deze:

Deksel uit VOC-schip De Witte Leeuw, bron Wikimedia

Nu kun je in dit geval zeggen dat de pan of schaal misschien niet ‘buisvormig’ was, maar ik denk eigenlijk dat je op vazen ook deksels legt, en geen doppen.

In de voorbeelden die Van Dale noemt kun je nog zeggen dat de dop bij vulpennen, tubes en ventielen deels over het tubevormige deel heen gaat: het wordt aangeschroefd of erover heen gedrukt. Een dop zit daarom vaak min of meer vast aan het ding dat het afsluit, je krijgt het alleen los met enige wrikken of terugschrouven. Een deksel ligt daarentegen doorgaans los op het voorwerp, of het is er bijvoorbeeld met een scharnier aan vastgemaakt.

Een andere relevante parameter is misschien de omvang. Doppen kunnen niet heel groot zijn. Dat verklaart mogelijk waarom pannen geen doppen hebben, en in de discussie op Mastodon gaf taaljournalist Gaston Dorren een aardig voorbeeld:

Een fles in principe heeft een dop, ongeacht de vorm daarvan, maar als de fles een brede hals heeft (vruchtensappen vaak) kan deksel ook, want dat gaat die fles richting pot. Potten, pannen, kliko’s: groot, dus deksels.

Ik vind het eigenlijk een beetje vreemd om te zeggen dat een fles vruchtensap een deksel heeft, maar ik moet toegeven dat ik het voor zulke flessen óók gek vind om dop te zeggen, en met het pistool op de borst dan uiteindelijk kies voor deksel. Toch observeerde Gaston ook al dat die grootte het in zijn eentje ook niet helemaal doet:

Vreemd is de benzinetank: dop, maar waarom? Omdat de dop zo klein is t.o.v. de hele auto? Of zou het een erfenis zijn van een eerdere, bijv. jerrycanachtige, vorm?

Er zijn dus alles bij elkaar minstens drie dimensies waarin doppen en deksels van elkaar verschillen:

  • doppen hebben een bolle vorm (‘als een eierschaal’) en deksels zijn plat
  • doppen schuiven over het afgesloten voorwerp heen, deksels liggen erboven op
  • doppen zijn klein, deksels zijn groot

Hier helpt het inzicht dat woordbetekenis gezien moet worden in termen van prototypen: je kunt geen sluitende logische definities geven, maar een lijst eigenschappen waaraan objecten min of meer voldoen. Om dat uit te leggen spreken mensen meestal over vogels: pinguïns en dodo’s zijn vogels maar omdat ze niet door de lucht kunnen vliegen zijn het geen prototypische vogels zoals bijvoorbeeld merels dat wel zijn.

Doppen en deksels zijn ook voorbeelden van dit fenomeen. Er is geen scherpe lijn te trekken – die dingen op vruchtensapflessen zullen door de een deksels genoemd worden en door de ander doppen. Een heel prototypische dop zit op een vulpen, een heel prototypische deksel ligt op een vuilnisbak. Ertussenin zit allerlei afsluittechnologie die min of meer aan de criteria voor een van de twee voldoet.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: taalkunde, woordbetekenis

Lees Interacties

Reacties

  1. Vincent van Heuven zegt

    28 april 2023 om 09:31

    Een hoofddeksel voldoet aan alle criteria die het tot een dop maken…

    Beantwoorden
    • Marc van Oostendorp zegt

      28 april 2023 om 11:45

      Ja, interessant voorbeeld. Overigens is een dophoed natuurlijk een voorbeeld van een hoofddeksel (even los van de vraag welke holte er precies wordt afgesloten).

      Beantwoorden
  2. Jelke zegt

    28 april 2023 om 21:13

    Zo klein zijn wieldoppen niet!

    Beantwoorden
    • Duko zegt

      3 mei 2023 om 10:44

      Ik zou ze dan persoonlijk ook wieldeksels noemen. Tenzij ik ben ben niet begrepen te worden.
      Vergelijk: naafdoppen.

      Beantwoorden
  3. Leo Beth zegt

    29 april 2023 om 10:43

    Deksels interessant!

    Beantwoorden
  4. L. Roessingh zegt

    29 april 2023 om 13:15

    hoe zit het dan met het eierdopje?

    Beantwoorden
  5. Rik Schutz zegt

    29 april 2023 om 20:43

    Valt er ook iets te zeggen over materiaal? Doppen zijn vaker van plastic of metaal; deksels ook van aardewerk, glas, hout.
    Of over de methode van bevestiging? Twijfelgevaldeksels (op sapflessen met brede opening) worden draaiend bevestigd.
    Terzijde: de enige samenstelling met de inhoud van de houder die wordt afgesloten, nl. ‘bierdopje’ (syn. van kroonkurk), ontbreekt in de Dikke van Dale.

    Beantwoorden
  6. Emanuel de Witt zegt

    30 april 2023 om 18:51

    Op een jam- of conservenpot gaat een deksel (die je vast schroeft.
    Die deksels zijn maar gedeeltelijk plat, ze liggen niet op het te bedekken of af te sluiten voorwerp, en ze zijn klein noch groot.
    Ze passen dus niet erg bij de beschreven categorisering.

    Beantwoorden
  7. Bart Bos zegt

    3 mei 2023 om 11:06

    In mijn jeugd, Zeeland jaren ’50, werd het dopje van een fles een “dopsel” genoemd.
    Een fraaie contaminatie van dop en deksel.

    Beantwoorden
    • Guy Van de Poel zegt

      3 mei 2023 om 12:12

      In de hele conversatie wordt stop niet een keer genoemd (Brabants: stopsel) ; kent men dat niet in Nederland ? Een dop is (voor mij) typisch Noord-Nederlands en deksel iets dat in het hele gebied gebruikt wordt. Dopsel was (is ?) dan misschien een tussenvorm ?

      Beantwoorden
      • Maria Thomas-Franssens zegt

        3 mei 2023 om 16:47

        Inderdaad, wij zeggen ook vaak stop. En je kan natuurlijk ook bv draaideksel zeggen (de fruitsapfles)

        Beantwoorden
      • Frans zegt

        7 mei 2023 om 19:26

        Een stop is voor mij iets wat je bv. op een pijp zet, maar het lijkt inderdaad wel heel sterk op een draaidop op een fles.

        Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

G.J. Resink • Leprozerie Bugbug

Eerst als de nacht valt worden mens en land,
zee, geestenrijk en godenhemel één:
de Melkweg ruist om de melaatsen heen.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

GELUK

Een steen tegenkomen in een hap krentenbrood
zonder er eerst op gebeten
te hebben. Een groot geluk, vol diepe geruststelling.

Bron: Barbarber, december 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

21 november 2025: Trendsconferentie: Lezenswaardig – actuele perspectieven op lezen in het onderwijs

21 november 2025: Trendsconferentie: Lezenswaardig – actuele perspectieven op lezen in het onderwijs

5 november 2025

➔ Lees meer
25 november 2026: webinar ‘Onder de paramariboom’ in de klas

25 november 2026: webinar ‘Onder de paramariboom’ in de klas

4 november 2025

➔ Lees meer
10 november 2025: Biografie op de bühne

10 november 2025: Biografie op de bühne

29 oktober 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

sterfdag
1999 Rob Nieuwenhuys
2013 Olga Krijtová
➔ Neerlandicikalender

Media

Dag van de biografie: Sander Bax

Dag van de biografie: Sander Bax

5 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Dag van de biografie: Marita Mathijsen

Dag van de biografie: Marita Mathijsen

4 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Wat taal verraadt – met Freek Van de Velde

Wat taal verraadt – met Freek Van de Velde

3 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d