
Sinds twee jaar staat een opmerkelijk woord in Van Dale: cheffen, en wel met de volgende toelichting.
niet algemeen: regelen
- het werk weten te cheffen
- iets niet gecheft krijgenhet niet voor elkaar krijgen
Het is een woord dat volgens Google al een jaar of tien rondzingt, maar mij valt het de laatste tijd ineens op, gisteren nog in deze video van Tim Hoffman (ongeveer op 18:52):
Zullen we het afronden? Dan gaan we het met Rensina cheffen.
Zoals vaker, zelfs met heel recente woorden zoals dit, is onduidelijk waar het precies vandaan komt. De spelling is al wonderlijk. Intuïtief zou ik schäffen schrijven, vanwege de relatie met schaffen (‘ik heb hier niets te schaffen’) en het Duitse schaffen. Maar wir schaffen das is van 2015 terwijl we van cheffen in het Nederlands al voorbeelden hebben van minstens 10 jaar geleden. Schäffen is wel een Luxemburgs woord met zo te zien ongeveer de juiste betekenis, maar zouden we het uit het Luxemburgs hebben?
Het zal dus toch wel iets met chef te maken hebben. Maar hoe komt het dan, blijkens Van Dale en de voorbeelden die ik weet te vinden, overgankelijk? Ze loopt te cheffen valt nog te snappen, maar waarom cheft ze altijd iets.
in België is dit al jaren een vrij courant werkwoord voor ‘bazig doen’. Je kan bvb zeggen ‘Hij loopt de hele dag te cheffen, ik heb geen moment rust’. Of ook over jezelf:’het was complete chaos, ik heb behoorlijk moeten cheffen om iedereen weer bij de les te krijgen’. Wat Mr Wolf doet in Pulp Fiction, is typisch ‘cheffen’. Is imho iets anders dan ‘schäffen’ wat volgens mij is wat Tim Hofman bedoelde, maar dus niet wat er in Van Dale staat.
Interessant is dat uw voorbeelden allemaal onovergankelijk zijn, terwijl de voorbeelden die Van Dale geeft en die ik hoor overgankelijk zijn. Dus er zijn inderdaad misschien twee verschillende werkwoorden, cheffen en schäffen, met een verwante betekenis.
Misschien wil die chef niet zozeer mensen als wel iets ‘onder controle krijgen’?
Het voorstadium lijkt me ‘iets regelen’ (Wilders bij zijn Marokkanenfarce). Ook uit Nederland maar dan vroeger, jaren tachtig ongeveer, meen ik me ‘iets organiseren’ te herinneren.
Analogie (grappige substitutie) kan een verklaring zijn:
Manager -> managen
Chef -> cheffen
Dat is het inderdaad!
Vergelijk met het ‘roggelen’ rond de tijd van de ‘dongel’ bij KPN.
Voor mij is de term cheffen echt doodnormaal. Ik geloof zelfs dat het nog ouder is dat 2013.
In mijn studententijd gebruikten wij het al als alternatief voor fixen, regelen. Maar ‘cheffen’ houdt wel in dat je het ‘laat doen’ of dat je het beheerst/onder controle hebt. Dus de analogie met managen is een goede
Ik heb het lang niet meer gehoord, in mijn studententijd (95-2001) werd dit veel gebruikt. Vooral in de context van commissies binnen de studievereniging. Altijd overgankelijk, wil jij dat even cheffen, we moeten nog een zaaltje cheffen.
Ik twijfel trouwens hoe het te spellen, het werd nooit (?) opgeschreven. Maar ik denk dat t toch afgeleid is van chef, dat we ook gebruikten: jij bent chef bier, dan neem ik de chips mee.
Ik heb dit werkwoord altijd gespeld als ‘sjeffen’!
Sjeffen is voor mij een oud woord, mijn vader gebruikte het al. Er is zeker een verband met het Duits. “Efkes sjeffen”. Dat zegt men als er een klusje geklaard moet worden. Dat fixen wij wel, is moderner.
Een van mijn kleinkinderen kreeg dat als 3-jarige ’s morgens van de juf te horen als een herinnering aan de gemaakte afspraak: “Niet cheffen!” Toen ze bijna klaar was bij de onthaalmoeder zei ze daar op een dag: “Ik ben hier de baas.” “Nee,” antwoordde de onthaalmoeder, “ik ben hier de baas.” “Dan zijn wij alletwee de baas.”
Van cheffen gesproken
Komt het misschien uit de horeca? Daar wordt er veel gecheft. ^
Wellicht verband met het in mijn ogen steeds vaker opduikende Chef-Sache (ben niet zeker van de correcte spelling)?
Sinds de jaren ‘80 zeg en schrijf ik ‘sjeffen’ – en alleen in de betekenis ‘regelen’. Opmerkelijk genoeg onlangs ook – tevergeefs – getracht de etymogie te achterhalen. Het lijkt weer terug te komen.
In de context van een symfonieorkest heb ik dit woord voor het eerst tijdens mijn studententijd leren kennen. Degene die als taak “orkestchef” had, moest ervoor zorgen dat het orkest compleet was. Dus als er een trompetspeler nodig was, moest de orkestchef er een sjeffen/cheffen.
Hmmm ik zat ook bij een koor in mijn studententijd en we werkten veel samen met een orkest. Misschien dat de term daar vandaan komt? Interessante gedachte!
Ik kom hier terecht, omdat ik zojuist een KPMG-reclame op de TV zag waarin gezegd werd:
“Vivi heeft de digitale transformatie tóch gecheft”.
Hier is die reclame: