• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Etymologica: dooilagen

8 januari 2024 door Bas van Andel Reageer

Soms kom je in oude kranten en tijdschriften mooie oude toponiemen tegen. Zoals hier.

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard, 12 augustus 1905, p. 3

Vraag is uiteraard: waar liggen de Dooilagen bij het Brabantse Rijswijk aan de Afgedamde Maas bij Woudrichem, wat betekent de naam, en hoe verklaren we de naam? Wim Braams, gepromoveerd op de historisch-geografische ontwikkeling van de streek, in het bijzonder tijdens de ontginningstijd van 1050-1350, geeft het volgende aan:

Doolagen A: – de Doeylaghen, 1543 (alsulken Doeylaghen, als dat goedshuis van Beern liggende heeft in den ban van Rijswijck; Arch. Abdij Berne, IV E pachtcelen) – 4m 2h. zijnde Doolage, en 3 1/2 morgen achter de Doolage; 1638 (gecomen van de abdije van Beern; RAZH, arch. van Vredenburg, nr. 148) B: verm. in kaartvak 129 424, tussen de Maasdijk en Het Dijkje. C: landerijen van de Abdij van Berne, in 1543 verpacht voor veertig jaar (Van der Velden, 1994).

Volgens Braams waren de Dooilagen lage gronden achter de dijk, waar klei gestoken werd om in de dijk te gebruiken. Deze omschrijving zullen we later nuanceren. Braams weet het gebied niet precies te lokaliseren. Maar ‘in de ban van Rijswijk’ en ‘achter de dijk’, d.w.z. de Maasdijk, verkleint het zoekgebied: het gaat om het gebied tussen de middeleeuwse ‘bebouwde kom’ van Rijswijk en de grens met Woudrichem, gevormd door een dijkje. Een te overzien gebied.

Wat is een Dootlage/Dooilage/dolage?

Het woord dolage komt, zo blijkt uit de Etymologiebank, al sinds de middeleeuwen voor met verschillende spellingswijzen. Het blijkt vooral in Vlaanderen voor te komen en ook in het zuiden van Noord-Brabant. Riemer Reinsma geeft voorbeelden van de naam in het zuiden van Nederland, maar constateert ook dat de naam vaker in Vlaanderen voorkomt. Rijswijk is de noordelijkste vindplaats; in de taalkundige literatuur wordt deze vindplaats niet genoemd, waarschijnlijk omdat de naam inmiddels is verdwenen.

Op de Etymologiebank (onder het trefwoord dolage) en in de historische woordenboeken (onder dolage en dootlage) hebben diverse auteurs zich gewaagd hebben aan een uitleg van het begrip. Ze lichten toe dat het gaat om een nat, moerassig stuk land waar men makkelijk in de bodem kon wegzakken door veel water in de bodem, drijfzand. Daarbij worden regelmatig ondergrondse wateraders genoemd als oorzaak van de onvastheid of geringe draagkracht van de bodem. Het woord dolage wordt verklaard als samenstelling van dood en laag ‘ligging, grond, grond die ergens tussen ligt’, een afleiding van liggen. Misschien betekende het ook ‘laagte’; deze betekenis is voor het zelfstandig naamwoord laag niet gebruikelijk, maar we vinden hem wel in het bijwoord omlaag. Vergelijk ook toponymisch lage, dat volgens de Etymologiebank voorkomt in Groningse plaatsnamen en een westelijke uitloper van een groter gebied in Noordwest-Duitsland vormt, waar namen op lage frequent zijn. Volgens sommigen zijn de namen op lage gevormd met Oudsaksisch lagu ‘poel, meer, zee’, met als secundaire betekenis ‘moeras, drassige grond, natte weide’.

Michiel de Vaan komt in een artikel uit 2014 op Neerlandistiek/Etymologiebank tot de conclusie dat de formatie puur Nederlands is en waarschijnlijk afgeleid van de verbinding dood liggen, die al in de 13e eeuw voorkomt. Dood slaat daarbij volgens De Vaan waarschijnlijk op het stilstaan van het water. Bij dit laatste zet ik kanttekeningen. Het water in een dolage stroomde weliswaar niet, net zomin als water in andere plassen, poelen en slootjes. Maar het stond ook niet echt stil. Hierna zal blijken dat de waterstand op en neer kon gaan met de rivierwaterstand. Bij snel stijgende rivierpeilen zal dit met het nodige `borrelen van kwelwater` gepaard gegaan zijn.

De Vaan geeft niet exact aan wat nou de voorvaderen ertoe bracht om een gebied dolagen te noemen. Wat bewoog hen, wat betekent dolage meer exact? Dat bekijken we aan de hand van de Dooilagen bij Rijswijk: wat maakt de combinatie van de woorden dood en laag logisch verklaarbaar?

Waar lagen de Rijswijkse dolages meer exact?

Omdat er Braams en ons geen kaarten bekend zijn, hebben wij bij twee oude Rijswijkers gevraagd waar volgens hen de Dooilagen lagen. Beiden noemden, onafhankelijk van elkaar, de omgeving van de Wielstraat: het zuidelijke gebied tussen het oude Rijswijk en de Rijswijkse wiel, waar nu een nieuwbouwwijk is, en het gebied ten westen van de Wielstraat, waar sinds 1809 een wiel is. Deze wiel is ontstaan na een dijkdoorbraak.

Rijswijk (N-Br.) met onder de dijkwiel en de Wielstraat met nieuwbouwwijk (topotijdreis 2022)

De oudere bewoners geven aan dat in het gebied van de nieuwbouwwijk vroeger lage, natte plekken zaten. Het gebied moest flink opgehoogd worden om er te kunnen bouwen. Dit vormt een aanwijzing dat er afgegraven stukken perceel zaten, waar men makkelijk met de voeten in de zachte bodem kon blijven vastzitten. De kaarten van de historische rivieren met hun oeverwallen helpen om meer inzicht te krijgen in de bodemgesteldheid van het gebied.

Kim Cohen, Uiterwaarden Indicatieve Kaart Archeologische Verwachtingen (UIKAV 2014) met twee (groen gekleurde) banen van historische rivieren in de Dooilagen

De rivier bij nummer 148 is de zogenaamde Rijswijk-rivier. Deze stroomde gedurende enkele tientallen jaren, rond het begin van de jaartelling. Maar belangrijker is de groene rivier met diverse banen, de zogenoemde Uitwijk-rivier. Deze stroomde gedurende meerdere eeuwen en zal daarom een dikkere zandbaan hebben dan de Rijswijk-rivier. Juist waar deze groengekleurde rivier binnenkwam (dikste groene contour) ligt nu de wiel. De dunne contour ligt ter plekke van de nieuwbouwwijk. Ter plekke van die zandbanen zal de bodem het natst en dus minst draagkrachtig geweest zijn.

De (inmiddels Afgedamde) Maas bij Rijswijk ligt daar pas sinds de 12e eeuw. Eerder ging de rivier bij het zuidelijker gelegen dorp Giessen westwaarts, pas in de 12e eeuw brak de Maas door naar de Merwede bij Loevestein/Woudrichem. Dit was in de tijd van de grote ontginningen. Ongetwijfeld heeft men vlot een dijk aangelegd langs de nieuw ontstane Maas. Anders zou de ontginning van lagere delen van een groot gebied voor niets geweest zijn. Deze dijk werd dwars over de zandbaan van de Uitwijk-rivier gelegd.

De oude Uitwijk-rivier als dolage bij uitstek?

Nadat de Maas in de 12e eeuw langs de zandbanen van de Uitwijk-rivier kwam, gingen deze zandbanen weer water voeren. Het betreft een algemeen bekend verschijnsel: oude zandbanen van historische rivieren hebben een (grond)waterstand die fluctueert met die van de huidige nabije rivier.

Kwel. Deze afbeelding laat zien dat kwel met kracht naar boven kan komen. Deze foto is gemaakt in het natuurgebied Pompveld. (foto: Bart Pörzgen)
Kwel uit een wel bij Varik (foto: August Swietkowiak, Waterschap Rivierenland)

Bij langdurig hoge rivierstanden kan zoveel water door de zandbaan landinwaarts geperst worden dat daar het zand gaat wegspoelen en water gaat opborrelen.

De Dooilagen zullen ongetwijfeld de nodige natheid vanwege kwel als gevolg van binnendringend rivierwater hebben gehad. Zeker als in de 12e eeuw voor dijkenbouw ook hier, boven de oude rivierloop, veel klei afgegraven is, was er weinig tegendruk van een afdekkende kleilaag. Drijfzand lag, bij veel kleiwinning, aan de oppervlakte. Het gebied van de wiel was voor het ontstaan van de wiel uitermate moerassig. Wel kan men gerede twijfel hebben bij de op de Etymologiebank voorkomende taalkundige verklaring dat het gaat om dood, ofwel stilstaand water. Hierboven gepresenteerde foto’s laten zien dat er vanuit de ondergrond volop beweging in het water kan zitten.

Dode aarde?

Is er dan een andere verklaring voor het woord dood in de gebiedsnaam? Doordat de omgeving van een zandbaan bij hoge rivierstanden onder water staat is de grond doorgaans pas laat in het seizoen bewerkbaar. In droge periodes zal er sprake zijn van wegzijging van water via de zandbaan. Het bovenop de zandbaan liggende klei- of sliblaagje zal snel indrogen en een voor ontkiemende zaden onneembaar schild van harde plakken aarde vormen. Voor de beeldvorming verwijs ik naar onderstaande foto. Voorts zal het zand in periodes van droogte en hitte snel ook dieper uitdrogen. Daar waar ooit sloten zijn dichtgespoten met zand (door ruilverkaveling na 1960) ziet men in de zomer het oude slotenpatroon als een reeks dode, verdorde strookjes.

Land dat onder water gestaan heeft vertoont ten tijde van daaropvolgende droogte gescheurde, bijna dode aarde met korsten waar planten amper doorheen kunnen komen. Foto: Olsgera, Freepic

Dit alles maakt dat de zandbanen economisch amper waarde hadden. Zeker tot in de loop van de tweede helft van de middeleeuwen geleidelijk de windmolens kwamen, kon men laagtes met kwel niet goed ontwateren. Het begrip dode, waardeloze aarde komt hier om de hoek kijken. Interessant in dit verband is de opmerking in het WNT onder doolage: ‘Men verbindt aan doolage zoowel het begrip van waardeloosheid als van gevaarlijkheid.’ Is met het woord ‘dode’niet bedoeld economisch dood? Vergelijk de uitdrukking dood kapitaal: vermogen dat niet rendeert. Waardeloze grond, als gevolg van kwelproblemen, is in ieder geval bij de dolagen in Rijswijk logischer dan ‘grond met stilstaand water’. Dat die grond waardeloos was, dat is het grote onderscheidende criterium ten opzichte van andere lage gebieden, die wel al in de periode van 1050-1250 in cultuur gebracht konden worden: bij kwelwater was de hoeveelheid water onbeheersbaar, duurde de aanvoer van kwelwater vaak lang en was zonder goede technieken (molens) dit water uit laagtes niet weg te krijgen.

Ook bij andere dolage-toponiemen hebben we waarschijnlijk te maken met moerassige grond die te nat en daardoor waardeloos (en vaak ook nog gevaarlijk) was door niet of moeilijk oplosbare kwelproblemen, zij het dat de kwel een andere oorsprong kan hebben, bijv. water afstromend door de bodem over een leemlaag in hogere gronden. De kortst mogelijke, volledige definitie van dolage is in het licht van al het voorgaande: door kwelproblemen voor landbouw ongeschikte, weke, economisch waardeloze moerasgrond.

Literatuur

B.W. Braams, Oude topografische elementen, Heusden 2000.

Berendsen & Stouthamer (2001), Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, Assen, Appendix 3 Channel belts in the Rhine-Meuse delta.

R. Reinsma, ‘Geschiedenis op straat. Den Dolech’, Onze Taal, 71 – DBNL https://www.dbnl.org/tekst/_taa014200201_01/_taa014200201_01_0101.php

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Etymologica, etymologie, taalkunde

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Margriet Westervaarder • gelegen in een nest

gelegen in een nest
van dons en klein venijn
de takjes dagelijks herschikt
zacht mos en doornig groen

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

ALSOF IK ER NIET GEWEEST BEN

Ik stel er prijs op na ergens gelogeerd te hebben geen sporen achter te laten. Zo wordt logeren een soort inbreken – trouwens, het hele bestaan lijkt er op.

Bron: Barbarber, september 1969)

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

19 september 2025: Afscheidscollege Fred Weerman

19 september 2025: Afscheidscollege Fred Weerman

15 juli 2025

➔ Lees meer
1 juli – 15 september 2025: Over de grenzen van het boek

1 juli – 15 september 2025: Over de grenzen van het boek

11 juli 2025

➔ Lees meer
26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

10 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1830 Eelco Verwijs
sterfdag
1989 Willem Beuken
➔ Neerlandicikalender

Media

Inclusive Dutch: Between Norm and Variation

Inclusive Dutch: Between Norm and Variation

15 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

Hoe je taal maakt en hoe taal je raakt

14 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Marc van Oostendorp over prijs voor Neerlandistiek

Marc van Oostendorp over prijs voor Neerlandistiek

13 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d