• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Rhijnvis Feith herdacht

10 februari 2024 door Peter Altena Reageer

Het was 8 februari druk op de begraafplaats aan de Meppelerstraatweg in Zwolle, bij het monument ter ere van de dichter Rhijnvis Feith. Veel familie, veel aanwezigen droegen de achternaam Feith. Jonkheer Feith zelf sprak ‘enkele herdenkingswoorden’. Een fraaie krans werd neergelegd. Tijdens de ‘eenvoudige plechtigheid’ stelden nazaten van de dichter de publicatie van een ‘Feith-boek’ in het vooruitzicht.

Die bijeenkomst om de dichter Feith te gedenken, vond gisteren honderd jaar geleden plaats. Donderdag, tweehonderd jaar na het overlijden van Rhijnvis Feith, regende het in Zwolle. Feith-kenner Rob de Bree en ik wandelden naar de begraafplaats, spraken onderweg over de geslonken faam van de dichter en de karikaturale voorstellingen die van hem de ronde deden. Onderweg reikten we elkaar verklaringen aan voor de geringe belangstelling bij het 200-jarig overlijden van Feith. Ach, de regen, de regen natuurlijk. Toen we de begraafplaats betraden, zagen we het grafmonument onmiddellijk en – grote verrassing – bloemen bij het graf, door voorgangers neergelegd. Twee potjes met bloemen, met daaraan een tekst gehecht (versregels van Feith en een verwijzing naar de aanleiding van het bezoek), en een gul boeket. Rob en ik kwamen met lege handen, maar we bekeken het grafmonument – getekend door de tand des tijds – en fotografeerden het monument en elkaar.

Vondsten

Voordat we op de begraafplaats waren en ook erna deed ik Rob verslag van mijn korte bezoek aan de Collectie Overijssel (ondergebracht in het Zwolse stadsmuseum Anno). Vijf nummers uit het familiearchief Feith had ik opgevraagd en ingezien. Mijn belangstelling voor Feith was deze dagen gewekt: ik heb beloofd om voor een komend Jaarboek Bilderdijk een stuk te schrijven over de wedijver tussen Bilderdijk en Feith, in het bijzonder op het strijdterrein van het Haagse genootschap Kunstliefde Spaart Geen Vlijt.

Met enige spijt zei ik Rob dat er de laatste decennia, laat ons zeggen na het proefschrift van Piet Buijnsters, zo weinig over Feith geschreven was. Bij nader inzien, realiseer ik me een dag later, is er natuurlijk veel – de prachteditie van Julia, bezorgd door Bert Paasman en Joost Kloek; een schitterende Ouderdom, in de editie van Rinus van Hattum; de door Jean Streng verzamelde brieven van en aan Feith en natuurlijk artikelen (van Simon Vuyk, Bettina Noak) en paragrafen in handboeken -, maar een behoorlijke biografie is er dan weer niet. Na het rijke artikel (in Overijsselse Historische Bijdragen) van Rob de Bree uit 1991, over de verbroken verloving van Feith, is er teleurstellend weinig gebruik gemaakt van de archieven. En, zo vertelde Rob fijntjes, dat artikel van hem, dat nu juist wel op intensieve archiefstudie was gebaseerd, werd door een anoniem gebleven geleerde gekleineerd tot ‘toevalstreffer’.

Rob was wel benieuwd wat ik op het archief had gevonden. Dat er een omslag met brieven van Bilderdijk lag, wist Rob natuurlijk wel. De brieven zijn alle te vinden in de verzamelbundel van Jean Streng. Ik vertelde nog het een en ander, veel vondsten waar ik nog beter over na moet denken voor ik er verslag van doe. Er moet wat nieuws resteren voor de lezers van het Jaarboek Bilderdijk.

Monument

Over het Feith-gedenkteken, opgericht in 1825, een jaar na Feiths dood, was het nodige te vinden. Onder andere een verslag van Joost Halbertsma van de onthulling van het monument. Dat verslag zond Halbertsma op 6 november 1825 aan Bilderdijk: ‘à propos: van Feith gesproken. Ik ben bij de apotheose van Rhijnvis geweest’. Er is ook een antwoordbriefje van Bilderdijk. Het bijzondere van beide briefjes is de ontluisterende inhoud en het afschriftkarakter. De originelen van deze twee brieven lijken verdwenen, wel zijn er twee afschriften van: eentje dus in Zwolle en volgens een publicatie van Ph. Breuker eentje in Leeuwarden. Dat de briefjes overgeschreven zijn, is even begrijpelijk als de (mogelijke) vernietiging van de originelen.

In zijn verslag, door Breuker nog ‘raillerend’ genoemd, al is schandalig een betere typering, beschrijft Halbertsma de plechtigheid in 1825. Onsmakelijk is wat en hoe hij schrijft over de stoffelijke resten van Feiths echtgenote. De toespraken bij de onthulling van het monument waren alle even kleinzielig en belachelijk. In zijn reactie op de brief, stellig bedoeld om Bilderdijk te plezieren, pakt Bilderdijk ongenadig uit: hij noemt Feith een ‘opgeblazen varkensblaas’. ‘De hals wist eigenlijk niets; was niets, maar wilde alles zijn. Eerst liep hij mij na; toen een rekel van een Kantelaar; werd poeet, Patriot, Franschman, mof, orthodox, Neoloog, Jacobijn, Orangist, liberaal, Prinsesgezind en wat niet al om een naam te maken en na al ’t Toren-van-Babel-bouwen mag hij waarlijk wel een monument van driemaal zijne lengte hebben’.

Genoeglijk

Bilderdijk kon geweldig verachten, maar deze beschuldiging van draaikonterij mocht met misschien wel meer gemak aan het adres van Bilderdijk zelf gericht worden. Hoeders van de goede naam van Halbertsma en Bilderdijk hebben het mogelijk wijs geoordeeld deze brieven wat minder goed te bewaren, zoals de liefhebbers van schandaal er genoegen in hebben gehad deze briefjes te kopiëren. Ter verontschuldiging van Bilderdijk en Halbertsma mag misschien dienen dat beide briefschrijvers elkaar wilden amuseren en vermoedelijk geen moment eraan dachten om dit publiek te maken: met het (in welke vorm dan ook) bewaren van dergelijke documenten wordt onvermijdelijk iedere vertrouwelijkheid geschonden.

De kanonnade van Bilderdijk laat voorts zien dat in de eerste decennia van de negentiende eeuw geen enkel verwijt zo graag gemaakt werd als dat van windvaangedrag: iedereen beschuldigde iedereen daarvan.

Toen ik dit alles Rob verteld had, spraken we verder over Feith, over de inspirerende André Hanou (wiens overlijdensdatum samenvalt met die van Feith) en over twee springlevende dierbaren (Jos en Gijs) die die dag verjaarden. Het was nog lang genoeglijk in Zwolle.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht Tags: 18e eeuw, letterkunde, rhijnvis feith

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Christine D’haen • Vijfde grafgedicht voor Kira van Kasteel

Al wat de moestuin gunt, de groenten van het jaar;
het boerenhof, de boter, room en schuimige melk;
de herfstelijke boomgaard peer- en appelzwaar;
’t fijn kruid uit wei en tuin, uit ’t bos de kantharel

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

BEDELDEUN

“’k Heb kalk in m’n hoofd,
hoor je ’t rammelen,
hoor je ’t rammelen,
maak je ’t goed?

Heb je niet een paar kousen,
niet een lapje of een hoed,
hoor je ’t rammelen,
hoor je ’t goed?”

(Bedeldeun)

Bron: Barbarber, januari 1961

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

7 juli 2025

➔ Lees meer
10 juli 2025: Hofwijck en het lezen van maakbaar landschap

10 juli 2025: Hofwijck en het lezen van maakbaar landschap

4 juli 2025

➔ Lees meer
29-30 september 2025: Struggling Sovereignty

29-30 september 2025: Struggling Sovereignty

3 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1871 Kornelis ter Laan
1912 Félicien de Tollenaere
➔ Neerlandicikalender

Media

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Plein Publiek: Nadia de Vries

Plein Publiek: Nadia de Vries

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek 1 Reactie

➔ Lees meer
Van Tamazight tot straattaal – met Khalid Mourigh

Van Tamazight tot straattaal – met Khalid Mourigh

2 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d