• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Etymologica: als puntje bij paaltje komt

23 september 2024 door Frans Wijgers 4 Reacties

Afbeelding van Manfred Richter via Pixabay

Over hoe in de 17e eeuw de uitdrukking als men pitje bij paaltje brengt ‘als het erop aankomt’ gangbaar was, hoe een eeuw later als ’t pitje bij ‘t paaltje komt opkwam, hoe in de 19e eeuw zowel putje als puntje bij paaltje kwamen, en hoe puntje bij paaltje in de 20e eeuwhet pleit beslechtte.

Pitje bij paaltje

Het WNT vermeldt citaten met als puntje bij paaltje komt en varianten pas in de 19e en 20e eeuw. Maar de uitdrukking lijkt veel ouder te zijn. De oudste gedrukte versie van als men pitje bij paaltje brengt bevindt zich in Drie-weecksche t’ Saemenspraeck tot voorbereydinge voor des Heeren heylige Avondtmael, tusschen Lazarus, Maria ende Martha (1666, Franciscus Ridderus):

‘Martha: Ick neeme u dit niet quaelijck af / dat ghy my een dom-hooft noemt: ick bekenne gaerne / dat ick u lieden gauwigheydt niet wel begrijpen kan: dan seghje datje sondigh zijt / soo wel als andere / en alsmen pitje by paeltje brenght / dan weetje soo fijne en subtile distinctien en uytvluchten te maecken / dat de sondigheydt eyndelijck gheheel schijnt te verdwijnen’.

In 1682 kwam in Korte en bondige verhandeling van de voortteeling en ’t kinderbaren (Samuel Jansonius) een andere uitdrukking met paaltje voor, namelijk totsijn uyterste paaltje toe: ‘men scheyde hier noch soo nauw en als op een hayr het sout des lichaams van het suur; men weet den omloop des bloeds totsijn uyterste paaltje toe, en in al sijn veselen na te rekenen’. De betekenis lijkt hier te zijn: ‘geheel en al’.

Tegen het einde van de 17e eeuw kwam de uitdrukking van pitje tot paaltje voor, getuige onder andere een tweetal geschriften van Gerrit van Spaan. ‘Een van haar, die Maleits kende, verhaalde den ouden man van pitje tot paaltje haar wedervaren’ (De Aziaansche weg-wijzer, 1695) en ‘Is dat de man niet die u koe heeft? Ja, Heer, antwoorde de boer / en verhaalde de zaak van pitje tot paaltje’ (Beschrijvinge der Stad Rotterdam, 1698).

In 1704 keerde ook het oorspronkelijke voorzetsel by terug (niet met brenght, maar met komt): ‘maar als ’t pitje by ’t paaltje komt, dan zyn ’t scheetjes van een dood Paard, die stinken niet’ (Het koddig en vermakelyk leven van Louwtje van Zevenhuizen, Gerrit van Spaan).

De variant pitje bij paaltje stellen (De antwoorder, uitgave van de zevendedagsadventisten, 1792) heeft geen navolging gevonden: ‘om dat mijn geheugen mij dikwerf zeer ontrouw is, anders zou ik, zoo als men zegt, pitje bij paaltje stellen, en man en paard noemen’. Evenmin gold dat voor iets van pitje tot paaltje verhalen in het Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal (1858) vanHarrebomée.

Pitje is de ontronde vorm van putje, voorkomend langs de kust. De uitdrukking van pitje bij/tot paaltje is waarschijnlijk ontstaan in de Hollandse spreektaal; met zowel putje als paaltje zijn waarschijnlijk grenstekenen bedoeld: de grenzen van een gebied werden door putten (kuilen) en palen aangegeven (WNT put (I), Etymologiebank), in het Middelnederlands ook putten ende palen, puttepalen of pittepalen genoemd.

Puntje bij paaltje

In het periodiek Twee-maandelijke uittreksels (1702, Petrus Rabus) kwam de woordcombinatie puntje en paaltje voor ‘hoewel aangeduid in plaatsen, personen, namen, toenamen, puntje en paaltje’. Puntje is een volksetymologische verbastering van pitje/putje, omdat men de oorsprong van de uitdrukking niet meer herkende. In 1808 is sprake van paaltje of puntje: ‘de werkzaamheden voorttezetten, het paaltje of punt, waar uit hij de operatiën moet vervolgen, behoorlijk worde verzekerd’ (uit Instructie voor de géographische ingenieurs van het Depôt-generaal van oorlog).

In 1860 treffen we in het Nieuw Engelsch woordenboek van Servaas de Bruin de allereerste versie aan van als puntje bij paaltje komt: ‘als het op den nijper komt, als puntje bij paaltje komt; als het op stuk van zaken aankomt’. Gezien de toevoeging van de aanduiding ‘(pop.)’ betrof het volgens De Bruin populair taalgebruik. Niet veel later kwam de uitdrukking ook voor in de Kinder-Courant (1872-1873): ‘dat zulk een wakkere man, die langs steile sporten de maatschappijelijke ladder beklimt, meer lof verdient dan die lamlendige bluffertjes, welke zich heel wat verbeelden, maar als puntje bij paaltje komt, met hun handen geen weg weten’.

Putje bij paaltje

In de 19e eeuw werd de spreektaalvorm pitje verdrongen door de geaccepteerde standaardtaalvorm putje. In 1884 was er van als pitje bij paaltje komt nog een (laatste) levensteken (Janmaat in de Oost, P. Louwerse). In die eeuw kwamen putje en puntje naast elkaar voor. In 1868 verscheen een editie van het Nieuw Engelsch Woordenboek van De Bruin met als putje bij paaltje komt. Daarna nam De Bruin deze variant ook op in een Fransch woordenboek (1873) van zijn hand en in een nieuwe editie van zijn Nieuw Engelsch woordenboek (1883). In Volledige leercursus Engelsche taal (1874) schreef De Bruin in een voetnoot ‘als putje bij paaltje komt (zou de gemeene man zeggen)’. Een verhaspelde variant kwam voor in 1873: ‘maar als nu dat paaltje bij putje komt, dan krabbelen zij achteruit’ (Verslag der handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal).

Putje bleef populair in de eerste drie decennia van de 20e eeuw. Delpher levert meerdere vindplaatsen ervan op tussen 1917 en 1928. Daarna kreeg in Nederland de vorm puntje de overhand, al vermeldt de Dikke Van Dale nog steeds beide varianten. In Vlaanderen hield putje langer stand. Zo gebruikten eind 20e eeuw de schrijvers Hubert Lampo (1970) en Ward Ruyslinck (1978) beiden de uitdrukking als putje bij paaltje komt. De laatste twee vermeldingen ervan in Delpher komen voor in een artikel in het Rotterdamse dagblad Het Vrije Volk (1985) en in een artikel in het Zeeuws-Vlaamse Eilanden-nieuws (1991). Daarna komt alleen nog als puntje bij paaltje komt voor.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: Etymologica, etymologie, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. jandeputter zegt

    23 september 2024 om 08:52

    De laatste ‘putje bij paaltje” vond ik in dagblad De Stem (Brabant en katholiek Zeeland) van 4 mei 1977. https://krantenbankzeeland.nl/issue/stm/1977-05-04/edition/null/page/3.

    De vondst in Eilanden-nieuws, dat trouwens een streekblad is voor gereformeerd Goeree-Overflakkee staat in een taalpraatje als een voorbeeld van een uitdrukking die in de loop der tijden verbasterd is. Een zelfde soort stukje als bovenstaand artikel, dus: https://krantenbankzeeland.nl/issue/eni/1991-07-26/edition/null/page/9

    Beantwoorden
    • BEN van BROEKHOVEN zegt

      24 september 2024 om 10:28

      En Goeree-Overflakkee is dan weer een Zuid-Hollands eiland.
      Het is altijd intrigerend – in ieder geval voor een ‘leek’ – om zo gedocumenteerd over de herkomst van zegswijzen e.d. te kunnen lezen.

      Beantwoorden
  2. Patrick Bassant zegt

    24 september 2024 om 13:14

    Wordt de bewering dat ‘putje’ en ‘paaltje’ grenstekenen betreffen, niet wat dwarsgezeten door het citaat uit Korte en bondige verhandeling van de voortteeling en ’t kinderbaren (1682) dat hier ook wordt aangehaald: ‘men scheyde hier noch soo nauw en als op een hayr het sout des lichaams van het suur; men weet den omloop des bloeds totsijn uyterste paaltje toe, en in al sijn veselen na te rekenen’? Ik heb nog nooit van grenspalen met een bloedsomloop gehoord.

    Beantwoorden
    • Kees van Reenen zegt

      25 september 2024 om 13:32

      Bedoeld wordt: “tot zijn uiterste grenzen”. Misschien zou je nu zeggen: “tot in de puntjes”.

      Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Patrick BassantReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d