Reuring, de meeste mensen zijn er dol op! Jaarlijks wordt in juni in Purmerend het Festival Reuring georganiseerd, en de gemeentes Heerlen en Hoensbroek kennen zowaar een reuringregeling, die ondernemers, individuen en stichtingen ondersteunt om meer levendigheid in de stad te brengen. Waar komt dat woord reuring eigenlijk vandaan?
Camera Obscura
Volgens het WNT is reuring ‘gezellige drukte’ een variant van roering. De woorden zijn afgeleid van roeren, reuren. Die werkwoorden betekenen ‘bewegen, in beweging brengen’, maar overdrachtelijk worden ze ook gebruikt voor ‘druk, vrolijk, luidruchtig zijn’. So far so good.
Maar waarom spreken we dan van reuring en niet van roering, en hoe lang zeggen we dat al? De eerste keer dat reuring voorkomt is in de Camera Obscura van Nicolaas Beets in 1839. Hij schrijft in het hoofdstuk ‘’s Winters buiten’ over een houtveiling: ‘Bij den laatsten koop begint er al wat reuring te komen’. Interessant genoeg wordt dit in latere drukken veranderd in roering (‘begint er al wat roering te komen’). Waarschijnlijk was de vorm reuring nog onbekend voor het algemene publiek. In andere bronnen wordt reuring een Noord-Hollands woord genoemd (1857, Bouman), of Zaans (1882, Eykman en 1897, Boekenoogen) of West-Fries (1984, Pannekeet). Beets was in Haarlem geboren en leerde daar ongetwijfeld allerlei Noord-Hollandse woorden. Roering is wat ouder: Betje Wolff en Aagje Deken schrijven in 1796: ‘ik hou ook van de roering’.
Als we nu in de historische kranten kijken, blijkt dat in de negentiende eeuw alleen de vorm roering voorkomt: dat zal de ‘nette, beschaafde’ vorm zijn geweest. Pas op 17-8-1925 komt reuring voor in de Nieuwe Hoornsche Courant,waar over de kermis wordt verteld: ‘De heer Kok van het “Witte Paard” zorgde ook voor de noodige “reuring” op het Kleine Noord, want lange “slierten” jongens en meisjes gingen af en aan.” Reuring is nog steeds onbekend, want het staat tussen aanhalingstekens. Op 22-12-1930 schrijft dezelfde krant: ‘Het geeft “reuring”’, en op 9-5-1935 schrijft het Westfriesch dagblad: “Dat gaf reuring!” Het woord was dus nog steeds beperkt tot Noord-Holland.
Op 5-3-1947 maakt reuring zijn debuut in De Volkskrant, en wel in het feuilleton ‘Honderd avonturen van Tante Pollewop’ van Godfried Bomans, wiens ouders direct na zijn geboorte naar het Noord-Hollandse Haarlem verhuisden. Voor zover ik kan nagaan is dat de eerste vermelding van het woord in een landelijk dagblad, maar ik durf er mijn hand niet voor in het vuur te steken: in de kranten blijkt reuring namelijk meer dan drieduizend keer voor te komen als ocr-leesfout voor regering of keuring…
Het duurde dus ruim een eeuw voordat woord reuring de overstap maakte van de literatuur naar de landelijke journalistiek. Aanvankelijk was de opmars langzaam, maar tegenwoordig omarmen journalisten het woord: in het Corpus Hedendaags Nederlands (2002-2023) komt het 2.335 keer voor. Heel zelden gebruikt een diehard taalpurist nog roering (‘dat brengt roering in de markt’), maar de oorspronkelijk Noord-Hollandse dialectvorm reuring heeft met ruime afstand ‘gewonnen’. Dat is begrijpelijk. Roering is ambigu: het betekent ‘gezellige drukte’, maar ook ‘onrust, beweging’ en ‘ontroering’. De scheidslijn tussen die laatste twee betekenissen is fluïde: ontroering kan gemakkelijk leiden tot reuring en andersom. De ontroering-betekenis ontbreekt bij de vorm reuring.
Ondertussen is reuring wel nog steeds een ‘Hollandse’ vorm: onder de grote rivieren zegt men eerder roering, zo blijkt uit de typering van de programmaleider van het Bredase filmfestival Rebel Hell: ‘Rebel Hell!’ staat voor roering en chaos’. In Vlaanderen is roering de normale vorm. Zo kopte Het laatste nieuws in 1927 over een opstand ‘Roering op den Balkan’, en diezelfde krant spreekt in 2023 over ‘Ophef, roering en consternatie’. Reuring is wel bekend in Vlaanderen maar het wordt veel minder vaak gebruikt dan roering, en verwijst dan vaak naar Nederlandse toestanden, bijvoorbeeld in ‘Reuring in Literair Nederland’ of het komt voor in een column van een Nederlandse auteur. Mijn indruk op basis van de kranten is dat de scheidslijn reuring-roering samenvalt met die van onder andere patat-friet, ijsco-frisco en spijkerbroek-jeans. Voer voor nader onderzoek.
Dit stuk is een bewerking van een stuk dat ik had geschreven voor het afscheid van Kees van der Zwan als hoofdredacteur van Onze Taal
Henri vd Hombergh zegt
Leuk artikel. Dank. Ik miste een beetje dat beroering niet werd meegenomen in het verhaal
Erik Hengstman zegt
In een van de dialecten van de Nedersaksische taal – het Twents – wordt het woord roering ook uitgesproken als reuring. Hetzelfde geldt voor roeren dat wordt uitgesproken als ‘reur’n’. Een soortgelijke vorm van deze verbuiging komt ook voor bij mensen die zich een beetje deftiger voor willen doen. Zo presenteerde Jort Kelder ooit een programma over het wat rijkere deel van onze bevolking en over de manieren en etiquette die zij zouden hanteren onder de naam ‘Hoe heurt het eigenlijk.