Een maand geleden ongeveer, op 8 juli 2024, publiceerde Nicoline van der Sijs op neerlandistiek.nl een stukje over de woorden ijsco, frisco en magnum. Ze had gemerkt dat het woord frisco nog heel gebruikelijk is in Vlaanderen – en onbekend in Nederland – terwijl het even oude ijsco in Nederland nog hooguit wat stuiptrekkingen maakt. Intussen is er een belangrijke concurrent bij gekomen: magnum. Hee, dacht ik, heb ik dat niet al eens opgevraagd? En ja hoor: de vijfde vraag van mijn veertiende mini-onderzoekje, uitgestuurd in 2018, luidt ‘Hoe noemt u roomijs op een stokje, bedekt met een laagje chocolade?’ De lijst werd 550 keer ingevuld, genoeg om er een kaart van te maken en de observaties van Van der Sijs (frisco is Vlaams, ijsco is op de terugweg, magnum is in opkomst) waarschijnlijk te bevestigen.
Nederlandse ijsco en frisco, Deens-Vlaamse magnum
Voor ik naar de kaart zelf ga, vat ik even het uitstekende artikel van Van der Sijs voor u samen in enkele ‘weetjes’. Voor wie het hele verhaal wil lezen – een aanrader! – verwijs ik graag door naar haar artikel op neerlandistiek.nl.
- Het woord roomijs is voor het eerst te lezen in het Kunstwoordenboek van Petrus Weiland uit 1824. Ook in andere bronnen van die tijd is het woord te vinden, wat erop wijst dat roomijs wel degelijk in gebruik was. Het was toen een bevroren dessert met melk en room.
- In de loop van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw was roomijs vooral te vinden bij banketbakkers. In 1913 verenigden die zich in de grote Hollandse steden zich in zogenaamde IJscompagnies, die vanille-ijs en vruchtenijs huis aan huis verkochten. De voorlopers van onze huidige ijskarretjes dus. Die compagnies werden meteen al met de verkorte naam IJsco of Ysco aangeduid. Het succes was enorm en vanaf dan werden ijsverkopers ijscomannen genoemd die met ijscowagentjes ijsco verkochten.
- Hoewel er in Vlaanderen geen ijscompagnieën waren, is het woord ijsco vanaf 1929ook te vinden in Vlaamse kranten. Mogelijk heeft het lied ‘De IJsco-man’ van de Nederlandse artiesten Albert de Booy en Cor Lemaire daarmee te maken. Dat werd namelijk gespeeld op de Nederlandse én Vlaamse radio, het toen piepjonge medium dat een snelle opkomst maakte.
- Ook het woord frisco is in Nederland ontstaan, als gevolg van de concurrentiestrijd op de markt der roomijsjes. IJsco was in die jaren namelijk een gedeponeerde merknaam, dus toen in 1925 er een nieuwe ijsfirma kwam, moest die op zoek naar een andere naam. Dat werd Handel-Maatschappij Frisco, een kruising tussen fris en ijsco. Het stukje –co in frisco betekent dus eigenlijk niets, het komt helemaal niet van compagnie. De Handel-Maatschappij Frisco verkocht verpakt ‘frisco-ijs’, ijs omgeven met een ‘chocoladen mantel’. Vanaf de jaren dertig adverteerde een zekere N.V. Finial Frisco in Vlaamse en Waalse kranten met Frisco of Frisko (beide spellingen kwamen voor). Waarschijnlijk had deze N.V. wel een band met de Handel-Maatschappij.
- En dan nu de magnum. Die is van Deens-Vlaamse oorsprong. Het idee komt van de directeur van het Deense bedrijf Frisko Flødeis (’Vers Roomijs’), dat in 1946 werd opgericht. Het woord frisko in die naam is afgeleid van het Deens woord frisk, ‘vers’ en heeft dus niets te maken met onze frisco’s. In 1961 werd Frisko Flødeis onderdeel van het Nederlands-Britse bedrijf Unilever, waar ook het Belgische Ola onder valt. Terug naar de Magnum. De directeur van het Deense Frisko bedacht het ijsje en het merk, maar de uitvinder was een Vlaamse bio-ingenieur die voor Ola werkte. Die slaagde er in 1987 samen met een Belgische chocolatier in om roomijs te bedekken met echte chocolade in plaats van met plantaardige imitatiechocolade. En zo heeft ook de Magnum Vlaams-Nederlandse wortels.
- Leuk weetje: de vroegste frisco’s en ijsco’s zaten nog niet op stokjes. Doorgaans waren het wafelijsjes. Pas in 1951 werd in Denemarken een machine uitgevonden die roomijs automatisch in chocolade doopte en voorzag van een stokje. Sindsdien hebben de ijsco’s, frisco’s en magnums hun huidige vorm.
Frisco Vlaams, ijsco bijna weg, magnum in opkomst
Op een dialectkaart van de Digital database van de Zuidelijke Dialecten zijn er nog wat ijsco’s te vinden in Vlaanderen, maar dat is niet meer het geval in mijn gegevens van 2018. IJsco wordt nog een handvol keer vermeld, vooral in Friesland en in het zuiden van Nederland. Frisco is dan weer alomtegenwoordig in Vlaanderen. Met het algemenere ijsje en het nieuwere magnum kun je in het hele taalgebied terecht.
Het lijkt er dus op dat magnum het oude ijsco aan het verdringen is. Maar zien we dat ook in de gegevens zelf? Is magnum populairder bij de jongere leeftijdsgroepen en is ijsco een woord van de oudste generatie? En hoe zit het dan met frisco?
Verschuivingen
Wie mijn mini-onderzoekjes heeft ingevuld, weet dat ik niet alleen naar woorden, betekenissen, uitspraakvarianten en naar een concrete plaats vraag, maar dat ik op het einde ook een setje ‘persoonlijke gegevens’ opvraag, ofwel sociale parameters. Een van die parameters is de leeftijdscategorie en daar gaan we nu gebruik van maken. Hieraan kunnen we zien of bepaalde woorden in opkomst zijn dan wel in onbruik aan het geraken zijn. Laten we eens kijken hoe populair ijsco, frisco, magnum en ijsje zijn bij de verschillende leeftijdscategorieën.
IJsje werd 109 keer vermeld: 17 keer in België en 92 keer in Nederland. Die antwoorden zijn evenredig verdeeld over alle leeftijdscategorieën.
IJsco werd 12 keer vermeld. Alle meldingen komen uit Nederland, 7 van de 12 zijn afkomstig van de leeftijdscategorie 60+.
Frisco werd 164 keer vermeld, bijna uitsluitend door Vlamingen. De antwoorden zijn evenredig verdeeld over alle leeftijdscategorieën.
Magnum werd 237 keer vermeld, vaker in Nederland dan in België. De verhouding tussen de verschillende leeftijdscategorieën is in dit geval wat complexer.
Jonger dan 21 jaar | 21-30 jaar | 31-40 jaar | 41-50 jaar | 51-60 jaar | 61+ jaar | |
België | 7/18 | 31/65 | 19/65 | 6/43 | 4/44 | 2/46 |
Nederland | 3/4 | 26/39 | 34/60 | 42/76 | 35/93 | 24/104 |
Bij elke breuk staat in de noemer hoeveel mensen van die bepaalde leeftijdscategorie de vragenlijst hebben ingevuld. In de teller staat het aantal mensen dat magnum als antwoord heeft gegeven. De geel gemarkeerde vakken zijn de leeftijdsgroepen waarin minstens de helft (of ietsje minder) magnum heeft geantwoord. Bij de andere leeftijdsgroepen is die verhouding één op drie of nog minder.
Meteen valt op dat er voor Nederland meer gele vakken zijn dan voor Vlaanderen. Dat betekent dat in Nederland magnum voor minstens de helft van de mensen tot 50 jaar een gewoon woord is. In België geldt dat alleen voor de leeftijdsgroep tot 30 jaar. Mensen van 31 jaar en ouder gebruiken dat woord dus duidelijk minder vaak.
Dat betekent niet noodzakelijk dat magnum in Vlaanderen later in gebruik is gekomen dan in Nederland. Het betekent wel dat Belgische 30+’ers minder dan hun Nederlandse leeftijdsgenoten geneigd zijn het over een magnum te hebben als benaming voor een roomijsje op een stokje met een chocoladen mantel.
Wellicht heeft dat te maken met het bestaan van het woord frisco, dat in Vlaanderen in die betekenis nog steeds heel gebruikelijk is. In Nederland is het oude ijsco intussen bijna helemaal ter ziele gegaan, waardoor magnum vrij spel kreeg. Dat blijkt ook uit onderstaande tabel met de vier meest gebruikte benamingen: in Nederland is magnum de populairste benaming, in België is dat frisco.
magnum | ijsje | frisco | ijsco | |
België | 73 | 17 | 164 | 0 |
Nederland | 164 | 92 | 4 | 12 |
Merknaam versus soortnaam
Enkele respondenten hebben dankbaar gebruikgemaakt van het opmerkingenveld om aan te geven of magnum voor hen een merknaam of een soortnaam is. Op basis van de evolutie die ik hierboven al schetste, namelijk dat het woord magnum een stuk jonger is dan ijsco en frisco, verwachtte ik dat jongeren het eerder een als soortnaam zouden zien en ouderen nog als merknaam. Of dat Belgen het meer als merknaam zouden beschouwen (tegenover het algemene frisco) en Nederlanders als soortnaam.
Maar dat klopt niet. Om te beginnen werd 35 keer vermeld dat magnum een soortnaam is die ook voor andere merken wordt gebruikt. Daartegenover staan maar 14 meldingen dat magnum alleen over een échte Magnum gaat (en anders is het een ijsje of een frisco).
Die verdeling is evenredig tussen België en Nederland en tussen de verschillende leeftijdscategorieën. Met andere woorden: ongeacht de leeftijd is de kans groot dat een magnum-zegger gewoon het roomijsje op een stokje met een chocoladelaagje bedoelt, en niet alleen het specifieke merk.
Binnenkort iedereen een magnum?
Magnum lijkt aan een steile opmars bezig. Dat geldt zeker voor Nederland, waar de enige concurrent het algemene ijsje is. In België is frisco weliswaar nog altijd trending en zal iedereen weten wat je ermee bedoelt, maar bij de jongere generaties voelt het stilaan de hete (of ijskoude) adem van magnum in de nek.
De vraag is nu of er een betekenisverschil zal blijven tussen frisco (met een dun imitatie-chocoladelaagje) en magnum (met een knapperig dikke laag), of dat de frisco via de stempel ‘ouderwets’ uiteindelijk toch het onderspit zal moeten delven. Daarvoor zullen we dit mini-onderzoekje over een jaar of tien eens opnieuw moeten doen.
Dit artikel verscheen eerder op Taalverhalen: https://taalverhalen.be/minionderzoekje/magnum-frisco-of-ijsco/
Laat een reactie achter