Zoals de bioloog blij wordt van een nieuw soort hommelkoningin, zo delen taalkundigen verrukt met elkaar nieuwe uitspraakvarianten. Onlangs kreeg ik deze doorgestuurd van mijn Utrechtse collega Nynke de Haas: konijing ([konɪjɪŋ) in plaats van koningin. Je kunt hem horen in de bovenstaande podcast, ongeveer vanaf 17:50. De spreker zegt het drie keer in de paar minuten die erachter komen. Het is dus niet een verspreking, het is de vorm die het woord voor hem kennelijk heeft. (Uit de reactie van de interviewster valt niet op te maken of haar iets opvalt of niet.)
De uitspraak konijin kende ik natuurlijk al wel; ik heb hem hier 12 jaar geleden al een keer besproken. De analyse die ik toen gaf, daar sta ik nog steeds achter: de ng-klank voelt zich ongemakkelijk voor de beklemtoon in uitgang, en wordt daarom vervangen door iets anders. Er zijn ook mensen die daarom konigin zeggen, met een ruisklank g, maar konijin is een manier om het probleem op te lossen.
Die manier ligt bij deze spreker echter kennelijk toch niet zo lekker. De ng-klank ontbreekt nu geheel. Hij plaatst hem op de plek waar die wél kan worden uitgesproken, namelijk helemaal aan het eind van het woord.
Ik wil niet beweren dat de spreker dat bewust doet – het zal van nature gaan, maar als je mensen op zoiets wijst, gaan ze zich helaas vaak schamen en proberen het anders te doen. Alsof een hommel zich ooit schaamt!
Denk je niet dat die ongewone uitspraak ook wel eens te maken kan hebben met de stress bij het inspreken van een podcast?
Wie weet, eigenlijk maakt me dat niet veel uit. Maar dan nog is het interessant dat die stress in dit geval meerdere keren tot deze zelfde vorm leidt.
In de Ongelofelijke podcast van afgelopen zondag heb ik genoten van een vrij consequente uitspraak van het woord ‘identiteit’ als ‘indentiteit’.
Wat zei Lodewijk Napoleon ruim 200 jaar geleden? “Ik ben konijn van Holland”
Het wordt tijd dat we ons aan de officiële uitspraak houden, geen ongein met suffige alternatieven alsjeblieft. Er zijn al meer dan genoeg misverstanden. Zo kwam ik in een handleiding ‘de kop zijn kanten’ tegen. Ik neem aan dat men de kopse kanten bedoelde.
Mensen die in de surseance werken spreken vaak van fillassement in plaats van faillissement. Hoe consequent ook is dit gewoon fout. Net als konijin. Is ook gewoon fout. Lost geen probleem op maar toont aan dat het voor sommige mensen moeilijk is Nederlands te spreken.
… of hoe moeilijk het is voor Nederlandse mensen om het Spaanse woord paella goed uit te spreken – je schrijft toch niet pajella!?
Gegeiïngsvejklaïng (regeringsverklaring)
Spjaakgebjek Sander van Hoorn
Ik ken iemand die koninging zegt, ze kan koningin echt niet anders uitspreken, hoezeer ze ook haar best doet…
Dank, dat is nóg een interessante variant.
Gegeiïngsvejklaïng (regeringsverklaring)
Spjaakgebjek Sander van Hoorn
Die uitspraak [konining] was mij ook opgevallen, bij een kennis. Ik vroeg haar: ‘Stel, je ziet de koning lopen, hoe maak je deze zin dan af: ‘Kijk, daar loopt … ?’ Ze zei: ‘Kijk, daar loopt de koning’ – met de gewone uitspraak. ‘En als je de koningin ziet lopen?’ ‘Kijk, daar loopt de konining’ – met de voorspelbare uitspraak.
‘Stel, je hebt twee doosjes en twee poppetjes, van een koning en een koningin. Je stopt de koning in doosje A en de koningin in doosje B. Wat is dan je antwoord als ik je vraag wat er in doosje B zit?’ ‘Daar zit een konining in.’ ‘En in doosje A?’ ‘Daar zit een koning in.’ Die laatste zin sprak ze uit zonder pauze, de woorden ‘koning’ en ‘in’ werden vloeiend achter elkaar uitgesproken.
Het produceren van het drielettergrepige ‘koningin’ leidde dus tot die verplaatsing van de ng-klank, het uitspreken van de (twee plus één is) drie lettergrepen ‘koning in’ ging vlekkeloos. Het uitspraakprobleem lijkt zich bij deze persoon niet te bevinden in de motoriek van de tong, maar misschien in het mentale proces dat voorafgaat aan de klankproductie.