Ook wat zorgelijk is, kan interessant zijn. Wat er nu allemaal met de wetenschap gebeurt, stemt tot vrees, jazeker, en tot ontevredenheid. Maar zeker ook tot nadenken.
De essayist en hoogleraar Slavische letterkunde Karel van het Reve (1921-1999) heeft eens geschreven over het wonderlijke feit dat mensen die nooit naar het Concertgebouw gingen bereid waren om toch mee te betalen aan het Concertgebouw. We kunnen constateren dat aan dit wonder langzamerhand een einde komt: een heel grote groep mensen is steeds minder bereid te betalen voor kunst en cultuur. Laten die linkse lui met hun grijze haar in een scheiding en koninklijke onderscheidingen op hun revers dat allemaal zelf maar betalen!
De wetenschap en vooral het hoger onderwijs waren lange tijd uitzonderingen op die regel. Ik denk dat dit er minstens deels mee te maken heeft dat heel veel mensen hun kinderen of kleinkinderen graag een hogere opleiding gunnen – daar kun je immers een goede baan mee krijgen.
Maar aan dat idee komt nu langzamerhand ook een eind. Niet alleen zie je dat aan de vrij moeiteloze manier waarmee mensen kennelijk aanvaarden dat er afgebroken wordt (de CDA-achterban komt niet in opstand vanwege de harde bezuinigingen waarin hun partij ook meestemt). Maar ook blijkt het aantal studenten dat zich bij de universiteiten inschrijft de laatste jaren af te nemen – en dat kan niet alleen geweten worden aan demografische ontwikkelingen.
In het Amerikaanse Chronicle of Higher Education stond in 2019 een artikel van Simon During, die betoogde dat het droeve lot van de geesteswetenschappen een ’tweede secularisatie’ was. Het lot dat in de loop van de twintigste en eenentwintigste eeuw in sommige delen van de wereld de religie trof – een van marginalisatie – zou nu de geesteswetenschappen getroffen hebben:
We all understand what religious secularization has been — the process by which religion, and especially Christianity, has been marginalized, so that today in the West, as Charles Taylor has famously put it, religion has become just one option among a smorgasbord of faith/no-faith choices available to individuals.
The process (…), in which culture was consecrated in religion’s place, and that in more modest forms survived until quite recently, has finally been undone. We now live in a doubly secularized age, post-religious and postcanonical. The humanities have become merely a (rather eccentric) option for a small fraction of the population.
We beleven deze ontwikkeling misschien nu wel sneller – en wie weet betreffen ze wel de hele wetenschap. De magie is ervan af. De hyperrijken laten zien dat je helemaal niet aan peer review hoeft te doen. Tegelijkertijd begint kunstmatige intelligentie dingen te kunnen die we lang hebben toegeschreven aan wetenschappers als het hoogste wat je kunt bereiken. De wetenschap, en het hoger onderwijs dat zijn prestige aan die wetenschap ontleent, verliest zo de glans die er lang omheen hang. Het is, zoals During schreef, een mogelijkheid onder velen. Ja, als je zin hebt om met je wiskundige of methodologische vernuft te pronken, ga je gang. Maar doe, zeggen de superrijken, niet alsof dat onze wereld stut.
Als hogepriester van de wetenschap schud ik hierover natuurlijk het moede hoofd. Maar tegelijkertijd kijk ik gefascineerd toe hoe men mijn tempel afbreekt.
Misschien herken ik een 1-april-grap niet, maar de magie van de wetenschap is al heel lang uitgewerkt.
Het positieve deel van de verklaring is dat heel veel jonge mensen een academische opleiding volgen en de fout in een redenering kunnen aanwijzen. Iemand die historische taalkunde studeerde, kan de tekortkomingen herkennen van dingen die archeologen beweren. Dan gaat veel van de betovering verloren.
Het negatieve deel van de verklaring is dat de universiteiten er niet adequaat op hebben gereageerd. Neerlandistiek is een fijne uitzondering, waar de magie van een vak wordt getoond en waar je vragen kunt stellen, maar lang niet elke discipline neemt zoveel moeite. Het gehypete wetenschappelijke persbericht dat wel magie belooft maar zichtbaar niet waarmaakt, is een journalistieke klassieker waarvoor wetenschapsjournalisten elkaar waarschuwen.
https://www.vwn.nu/blog/category/rode-lichten
Het positieve nieuws is: er is nog steeds belangstelling. Zie de bezoekersaantallen van de musea en de populariteit van podcasts.
De wetenschap zelf heeft zijn prestige de laatste decennia met toenemend enthousiasme te grabbel gegooid. Met name in de menswetenschappen, maar ook bijvoorbeeld in de klimaatwetenschap, is veel te vaak gesuggereerd dat wetenschappers de wijsheid in pacht hebben.
Mee eens, Marc. Trump pakt het nog harder aan en schiet zijn pijlen o.a. op de hele Ivy League. Eén ander aspect is wellicht ook dat de tijd voorbij lijkt te zijn dat je met een universitaire graad op zak (bijna) verzekerd was van een baan. Dat hebben de Hogescholen meer overgenomen. Sterker nog: wie nu het VMBO doet, krijgt geheid later een baan, omdat wij een schreeuwend tekort hebben aan o.a. loodgieters, timmerlui en schilders. Niet aan mediawetenschappers of zelfs literaarwetenschappers. En voor alle duidelijkheid: het is een trend die een gigantische verschraling van onze cultuur en dus ook ons bestaan betekent.
Het gekke is, ook voor de literatuurwetenschappers zijn er momenteel banen genoeg – in ieder geval als zij bereid zijn om voor de klas te gaan staan. Dat verdient ook nog eens een keer helemaal niet zo slecht. Er is sowieso in bijna alle sectoren een groot tekort aan menskracht, maar alles wat met de publieke sector te maken heeft wordt onaantrekkelijk gevonden. Daar zit de angel.