Goed idee, onlangs, van een paar Britse wetenschappers: laten we als wetenschappers in deze lastige tijden ons richten op Wikipedia. Laten we met zijn allen proberen Wikipedia zo goed mogelijk te maken, laten we het (nog meer!) voor zien van alle informatie die we hebben, zodat onze medeburgers er ook gratis over kunnen beschikken.
De Wikipedia wordt maandelijks 15 miljard keer geraadpleegd. Bovendien is het voor alle chatbots een belangrijk trainingsinstrument. Wat je op Wikipedia zet, heeft daardoor een enorm bereik. Tegelijkertijd, zeggen de onderzoekers, word je als wetenschapper nauwelijks beloond op je werk voor bijdragen aan Wikipedia. Je moet onderzoek doen, je moet onderwijs geven, en in sommige gevallen mag je bijvoorbeeld ook boeken schrijven voor een breder publiek. Maar aan Wikipedia werken, dat telt niet, dat doe je maar in je vrije tijd.
Ik denk dat ze gelijk hebben. Wikipedia is voor onze tijd wat de kathedralen waren in vroeger tijden: een gigantisch project van gezamenlijke inspanning. Er valt van alles af te dingen op individuele artikelen, maar alles bij elkaar is het de meest complete, en de beste encyclopedie die we ooit hebben gemaakt. En dat alles doordat zoveel mensen hebben samengewerkt. Een project, kortom, dat precies past in het ideaal waarop ook het wetenschappelijk bedrijf gebaseerd is: dat de mensheid door samenwerking misschien niet tot De Waarheid kan geraken, maar de waarheid wel zo dicht mogelijk mag benaderen. En dat het de geïnteresseerde aardbewoner zo min mogelijk mag kosten om kennis te nemen van alle gemeenschappelijke kennis: toegang tot het internet is voldoende.
Wikipedia is een baken van intersubjectieve kennis in een wereld waarin de subjectiviteit aan alles knaagt. Laten we dat koesteren.
Wikipedia is zo groot en zo compleet dat het soms lijkt alsof we er niets meer aan hoeven te doen. Maar dat is natuurlijk niet waar: voortdurend moet het worden geüpdatet met de nieuwste informatie uit, bijvoorbeeld, wetenschappelijk onderzoek. Bovendien ontbreken allerlei onderwerpen (ik zocht bijvoorbeeld onlangs naar het middelnederlandse heiligenleven van Sinte Lutgard, en dat stond er nog niet in; over Lutgardis zelf is er trouwens wel een goed artikel dat de hagiografie wel vermeldt).
Een minpuntje voor de Britse onderzoekers is wellicht dat ze hun oproep deden in het tijdschrift Nature, een blad waarvan de uitgever nog steeds heel erg rijk wordt aan het publiceren van wetenschappelijke inzichten. Maar je kunt het ook zien als een oproep van binnenuit: laten we onze tijd niet meer alleen besteden aan ’toppublicaties’ in peperdure tijdschriften, maar toch ook aan het nobele project dat Wikipedia is.
Mooi gezegd.
Dus, beste Neerlandici, aan de slag. Verbeter de Nederlandse wiki-artikelen over literatuur, taal en desbetreffend onderwijs. Geldt vooral voor de studenten neerlandistiek. Leer ze publieke, voor hen relevante informatie helder, duidelijk en substantieel te verwoorden.
Inderdaad, bij al haar tekortkomingen is wikipedia toch een prachtproject.
Direct mee eens. Wikipedia is geen ding dat tekortkomingen kan hebben, de mensen die het vullen wel. Dus er zijn veel houterige zinnen en veel te vullen leemtes en veel toe te voegen bronnen. Al doe je maar af en toe iets, het totaal wordt er altijd beter van.
ik
Wikipedia is een prachtig project en hoe meer bijdragers, hoe beter. Er is evenwel m.i. een probleem, ook in relatie tot de wetenschappelijkheid, met wat de facto een der grootste uitgevers ter wereld is geworden: moderatoren en bureaucraten (een soort super-moderatoren) werken er veelal anoniem, en dat geldt ook voor de arbitrage. Dat betekent dat zeer belangrijke posities (hoofd- en eindredactie, ‘justitie’) worden vervuld door personen met maskers op. Waar dat bij andere uitgevers – kranten, tijdschriften, televisie – ongehoord zou zijn, is het bij Wikipedia aan de orde van de dag. Werkt iedereen vlekkeloos, en bij voorkeur op het hoogste niveau, dan is er geen verantwoordingsprobleem, maar natuurlijk gaat alles niet altijd goed en uiteraard is er sprake van politieke voorkeur en nepotisme. Ik heb dat aan den lijve mogen ondervinden toen een ‘anonieme’ bureaucraat, hoogleraar te Groningen, mij bij naam op Twitter kleineerde, onder zijn eigen naam en betreffende Wikipedia, terwijl ik op Wikipedia was geschorst omdat ik hem op niet-identificeerbare wijze had aangesproken op zijn verantwoordelijkheden, wat uiteindelijk voor mij zelfs tot een wereldwijde Wikipedia-ban heeft geleid, want ook de arbitrage is incrowd en ik was natuurlijk te kritisch en veel te lastig (en niet gereformeerd…). Ook is er het uiterst pijnlijke voorbeeld van een officieel Wikipedia-chatkanaal dat werd gebruikt als een soort bolwerk van gelijkgezinden die in groepsverband onwelgevallige, maar waardevolle en altijd correcte vrijwilligers gingen stalken en lastigvallen, het doen voorkomend alsof dat toevallig en spontaan was. Ook de Engelstalige Wikipedia lijdt aan politisering, al voorkomt de massaliteit der bijdragers dat het daar ook echt uit de bocht vliegt. Kortom, er is aan Wikipedia wel wat te verbeteren, maar toch: draag zeker bij, zolang de anonieme inquisiteuren met veel te lange tenen je niet levenslang hebben verbannen. Ik heb er veel geleerd en er enige jaren veel genoegen mogen beleven, onder meer met het schrijven van nieuwe artikelen over hoogleraar in de algemene taalwetenschap Piet Verburg, over vader van de internationale semiotiek Thomas Sebeok, over J.J.P. van Boxtel, over Jérôme Leussink, over het Apostolaat der Hereniging, enz.