De kracht van de verbindende leesbevordering
Sinds kort plaats ik onderaan mijn mails in een handtekening een speciale formule. Op dit moment bijvoorbeeld staat er onder mijn naam dit zinnetje:
Ik lees momenteel ‘Rebecca’ van Daphne du Maurier. En jij?
Het is een tip die ik op de studiedagen van Het Schoolvak Nederlands vorig jaar in Brussel in een lezing hoorde. Dergelijke studiedagen leveren doorgaans schriftjes vol aantekeningen en leuke tips op. Wat wil je, met een zaal vol gelijkgestemde zielen! Zelf deelde ik al tijden boekentips via alle mogelijke kanalen op school: de sociale media, posters in de vitrines, in de klas, boekenruilkastjes … het kon niet op. In mijn klas en tijdens mijn lessen krabbel ik titels op het bord en zet ik boekentips steevast op de laatste slide van elk thema. Maar toch leek daar niet zoveel uit voort te komen.
Dat zinnetje onder het mailadres bleef in mijn hoofd zeuren. Het stond ergens tussen mijn lijstje in het schrift, met een uitroepingsteken erbij: werkt echt! Dat had de tipgever er uitdrukkelijk bij vermeld. Alsof hogere krachten ermee gemoeid waren, kreeg ik, nog voor ik de kans had gezien zo’n zinnetje bij mijn handtekening te plaatsen, een mail van een schooldirecteur, die ook op dezelfde studiedag aanwezig was. Zijn formulering beviel me en op die manier stuurde ik mijn eerste mails uit – die verder overigens weinig tot niets met lezen of leesbevordering te maken hadden, maar vooral met pragmatische werkaangelegenheden.
Logica
Het leek wel magie: nog geen tien minuten later kreeg ik al antwoord op één van die mailtjes. Van een ouder van een leerling. Met onderaan een erg enthousiaste reactie op mijn zinnetje. Enthousiast veerde ik op van achter mijn computer. Zou dit dan echt zo goed werken? Ja, zo bleek. De dagen, weken, maanden nadien kreeg ik steeds vaker reactie op die zinnetjes – de titel van wat ik lees verandert bij mij soms vrij snel. Met boekentips, of mensen die me bedankten voor de tip, of gewoon vertelden dat het ook op hun lijstje stond of op hun nachtkastje lag en of het goed was? En het ging nog verder. Ik werd aangesproken door collega’s, die spontaan zeiden dat zij dat boek ook wel wilden lezen en of ik geen exemplaar had om uit te lenen. En het ging nòg verder, want toen kwamen ook leerlingen tijdens of na de lessen naar mij toe: ‘Mevrouw, leest u Sally Rooney?’ Of: ‘Wat denkt u nu van die ReinAard, ik zie dat u het aan het lezen bent?’
Wat begon als een losse tip, een klein probeersel, iets wat – geef toe – nauwelijks een minuutje kost, werd tot mijn verbazing steeds groter. Nog groter toen ik merkte dat enkele collega’s op school dit zinnetje ook aan hun mails begonnen toe te voegen. Magie hoort onverklaarbaar te zijn, maar mijn brein zocht naar een verklaring, een logica. Waarom werkte dit nu wel en veel andere dingen niet?
En toen daagde het mij plots – door een heel andere manier van boekentips delen. Op die posters die we op school altijd verspreiden rond de Jeugdboekenmaand, of de Wereldboekendag zette ik in een opwelling een keer een QR-code met een vraag, of met een leuk raadspelletje. En ineens wist ik waarom die handtekening en die vragen op de posters zo goed werken.
Polyloog
In ‘Vertel eens’ en ‘De leesomgeving’ verkent de bekende Britse jeugdauteur Aidan Chambers de manieren waarop je in dialoog kunt gaan over boeken, over verhalen, over wat je gelezen hebt en hoe dat als een boemerang naar je terugkeert. De kracht, die magie waar ik naar op zoek was; dat ene waar ik maar de vinger niet op kon leggen, is de verbinding. Daarom dat het zinnetje in mijn mailbox zo goed werkt: het spreekt de geadresseerde rechtstreeks aan. En zelfs als je niet meteen reactie krijgt, dan merk je wel aan andere dingen dat mensen dat wel degelijk opmerken. Zo kwam een collega Nederlands laatst in de pauze naar me toe en dat leidde tot een spontaan gesprekje van vijf minuten over John Steinbeck en een boek dat hij nog niet kende (‘Travels with Charley’, dat ik toen las omdat ik nadien Geert Maks ‘Reizen zonder John’ wilde lezen). Het is geen boekenclub avant la lettre, maar het zijn wel vuurtjes die blijven branden. Zo ook de reacties op de QR-codes. Toen ik de laatste poster van dit jaar in een klas ophing, zei een collega spontaan: ‘Oh, deze keer geen wedstrijd?’ Ik had er niet bij stilgestaan, maar ze had gelijk. Die verbinding is het, die zorgt voor de dialoog en zelfs de polyloog. En dat het dan zoveel verder gaat, dat had ik nooit kunnen dromen. Wij mensen zijn verhalenvertellers, dat we dat maar nooit vergeten.
Ik lees momenteel ‘Rebecca’, door Daphe du Maurier. En jij?
Ik heb net De loods uit, van Matthijs Deen.
Interessant, dank voor de tip!
Wat een bijzonder aardige tip! Ik neem hem over.
Ik lees momenteel ‘Klifi’ van Adriaan van Dis. En jij?
Dank! Momenteel in de nieuwe van Samantha Schweblin gedoken! Beklijvend!
Ik lees, herlees, Enlightment Contested van Jonathan Israel. Het gaat onder meer over Pierre Bayle. Wellicht heeft u er ooit van gehoord. Dikke pil, hoor. Maar zeker ook relevant voor Neerlandici met historische belangstelling. Gaat ook over Koerbagh.
https://global.oup.com/academic/product/enlightenment-contested-9780199279227?cc=nl&lang=en&
Overigens, Daphne du Maurier mag er ook zijn. Is ook verfilmd. Vroeger ooit op tv gezien toen Netflix er nog lang niet was. Zwartwit. Eigenlijk mooier dan kleuren. 🙂 Helaas worden er geen oude zwartwitfilms meer vertoond. Ik mis toch Laurel en Hardy.
Maar waarom uw gedweep met dat vreselijk begrip “verbinding”? Zou u me dat kunnen uitleggen? En voelt u enige verbinding met mijn aversie tegen dat modieuze, al te modieuze begrip “verbinding”?
Echter … Toch fijn om elkaar te spreken over boeken.
🙂
Dag Ronald
Klopt!
Ik gebruik het woord vooral neutraal, of dat is toch de bedoeling 🙂
Ik merk vooral dat jongeren een klik krijgen als je dezelfde boekentaal spreekt … dat het een gemeenschappelijk gevoel oproept. Ze kunnen best eenzaam zijn,volwassenen ook trouwens.
Zwartwit, klopt. Rebecca is inderdaad prachtig ook als film.
Hartelijke groeten,
Inge
Inderdaad, die ‘verbinding’ is een cliché. Elke communicatie werkt verbindend, ook als die over je huisdier gaat of over eender welk onderwerp. Echt verbindend is wel een leesclub, omdat je dan samen leeservaringen uitwisselt over een vaak samen gekozen boek. Ik kan me ook voorstellen dat de leesbevorderende tip, die hier gegeven wordt, niet verbindend werkt. Als het door jou aanbevolen boek me heel erg tegenvalt, denk ik niet dat ik me met jou erg verbonden zal voelen…
Leesclubs vind ik ook erg leuk! Al kan je daar ook zwaar van mening verschillen … en dat is goed, zo bekijk je dingen in breder perspectief.
Ik lees Het maken van gedichten en het praten daarover (BZZTôH, 3e dr. 1989) van Judith Herzberg, een heel fijn boekje over het geven van poëzieles aan groepen waarin ze ingaat op de gedichten van haar cursisten en de gesprekken die ze voeren. Aan het begin van het nieuwe schooljaar gaat mijn 4 vwo-klas beginnen met een periode poëzie. De leerlingen schrijven ook zelf een gedicht.
Wat een geweldige tip! Dank je wel!
Toptip.
Ik ga er ook mee aan de slag. Momenteel lees ik “The Great War for Civilisation: The Conquest of the Middle East.” van Robert Fisk. Ik zal dan misschien af en toe wel eens in een ander boek moeten beginnen, want met Fisk ben ik nog wel ettelijke maanden zoet…
Dank je wel, Nico!