Confuc (15)
– Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
– De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Zo fascinerend. Ambtenaren schrijven vaak zo:
Van enig commercieel belang is naar onze overtuiging geen sprake, nu de activiteit (verkoop van consumpties) in het algemeen financieel geen positieve opbrengst oplevert én, mocht dit in een voorkomend geval al tot een positieve opbrengst leiden, deze louter ten goede komt aan het in stand houden van het jongerencentrum en niet is bedoeld om andere doelen te dienen.
Wat moet een burger doen als een brief van de gemeente onbegrijpelijk is of heel lastig leesbaar? Naar het loket gaan en om uitleg vragen. Maar wat doet de burger in zo’n geval? De burger durft niet of wil niet of vindt dat te omslachtig. In diverse gemeenten – Arnhem, Emmen, Leiden – heeft men daar iets op gevonden. Een tekstloket, een taalbalie, een actie ‘Niet duidelijk? Brief terug!’ De gemeente Leiden is onlangs gestart met het Meldpunt ‘Onduidelijke Taal’. De Leidse ambtenaren vinden overigens ‘burger’ te afstandelijk, zij spreken lieven over ‘inwoners’.
Die ene zin van bijna zestig woorden is na een melding duidelijker geformuleerd, met twintig woorden minder in vier korte zinnen:
De gemeente ziet dat het jongerencentrum geen winst probeert te maken. De jongeren verdienen niets met de verkoop van eten en drinken. Maken ze wél winst? Dan mogen ze dit geld alleen gebruiken voor het jongerencentrum.
Zou het eindelijk dan toch gaan lukken, die duidelijke overheidscommunicatie? Ja, natuurlijk, zei een ambtenaar die mij enthousiast te woord stond. Kijk, als er glas op de weg ligt, krijgen we ook een melding. En een lastige brief is net zoiets.
Het meldpunt zit nog in de proefperiode. In deze eerste maand zijn er een tiental reacties binnengekomen. Maar het gaat om meer dan kwantiteit. Een inwoner reageerde met: ‘Ik heb nu voor het eerst het idee dat ik iets terug mag zeggen naar ‘mijn overheid’.” Over drie maanden bekijkt de gemeente hoe dit project verder gaat.
Nu al is duidelijk dat de meldingen niet alleen komen van laaggeletterden of mensen die minder taalvaardig zijn. Trouwens, de gemeente gebruikt liever niet dit soort stigmatiserende termen. Ook een ‘gemiddelde lezer’ heeft soms problemen met overheidsteksten. Neem bijvoorbeeld deze passage uit de APV, de Algemene Plaatselijke Verordening, een zin van meer dan zeventig woorden.
Het is aan anderen dan de vergunninghouder verboden, op het evenemententerrein activiteiten te verrichten, waarvoor krachtens enige publiekrechtelijke regelgeving vergunning is vereist en welke activiteiten zijn vermeld in de vergunning als bedoeld in het tweede lid, tenzij die anderen met de houder van de vergunning een overeenkomst hebben gesloten en zij zich jegens de vergunninghouder hebben verbonden de voorschriften en beperkingen, welke aan de vergunning zijn verbonden, in acht te nemen.
De informatie in deze ene zin kan ook verdeeld worden over een vijftal zinnen. Dan is de tekst gemakkelijker leesbaar.
Staan in de evenementenvergunning activiteiten die op het evenemententerrein plaatsvinden? En moet je daar normaal gesproken een vergunning (toestemming) van de gemeente voor hebben? Dan mag alleen de vergunninghouder (de persoon die de evenementenvergunning heeft gekregen) deze activiteiten verrichten. Andere personen mogen dit alleen als ze met de vergunninghouder een overeenkomst hebben gesloten. In de overeenkomst moet staan dat deze personen zich houden aan de afspraken in de vergunning.
Elke gemeente heeft zo’n APV. Er is dus nog werk genoeg voor neerlandici die taalbeheersing willen studeren. Als die studenten dan later werk gevonden hebben in het opleidingencircuit voor ambtenaren, dan kunnen ze het probleem bij de bron aanpakken. Ambtenaren kunnen dan tijd besparen door direct duidelijke teksten te schrijven. Kijk, zo komt dan eindelijk een oud en hardnekkig probleem dichter bij een oplossing. Met dank aan de ambtenaren en de inwoners van Leiden.
Vermeldenswaardig dat Jan Renkema dit jaar precies 50 jaar geleden is begonnen als taaladviseur van de Tweede Kamer. Gefeliciteerd dus met dit jubileum als onvermoeibaar strijder voor een begrijpelijke overheid! Als eerbewijs verwacht ik dat alle politieke partijen dit streven nu eens in hun programma’s gaan opnemen.