– Confucius, wat zou u doen als u geroepen werd om een land te besturen?
– De taal goed gebruiken. Als de taal niet goed gebruikt wordt, zeggen de woorden niet wat ze moeten zeggen. Dan blijven de dingen die gedaan moeten worden ongedaan.
Beste meneer Renkema, Wij spreken elkaar niet vaak één op één. Toch vind ik het van belang nu van me te laten horen. U bent tenslotte de belangrijkste reden waarom we bij NS doen wat we doen: Nederland voor iedereen duurzaam bereikbaar houden.
Geachte Wouter Koolmees, ik schrijf u na mijn vakantie direct maar even terug. Het conflict met uw personeel is inmiddels opgelost, zo begreep ik. Maar mij gaat het om uw brief. Wij spreken elkaar nooit één op één! U bent president-directeur van de NS, en u ondertekent uw brief wel heel amicaal met uw voornaam, maar voor mij bent u toch een hoge vertegenwoordiger van de NS, en nu bedoel ik de Nederlandse Staat, want uw bedrijf is een staatsbedrijf.
Waarom schrijft u mij persoonlijk aan? U schrijft dat u het van belang vindt om van u te laten horen. De reden die u noemt, doet mij blozen. Ik?! Een van de belangrijkste redenen waarom ze bij de NS doen wat ze doen! Maar vindt u het dan ook van belang dat ik terug kan schrijven? Nergens zie ik een adres. Er staat zelfs dat de brief automatisch aangemaakt en verstuurd is. Ja, ik mag ‘klantenservice’ bellen, met hoeveel wachtenden voor mij? En natuurlijk is er dat modieuze knopje waarmee ik kan aangeven of ik uw mail ‘leuk’ of ‘niet leuk’ vind, met zelfs nog de mogelijkheid voor een toelichting. Maar iemand die mij zo persoonlijk schrijft, wil ik graag ook persoonlijk kunnen antwoorden. Oké, tweede alinea.
Dat is ook precies waarom ik er zo van baal dat u vandaag voor de vierde keer te maken krijgt met de gevolgen van een staking op het spoor. Daarvoor zou ik u graag mijn excuses willen aanbieden. Het is hinder die u niet verdient.
Zo, excuses! Dat siert u, dat u die aanbiedt. Wat is er gebeurd? Heeft de directie de slechte werkomstandigheden niet tijdig onderkend? Is het cao-overleg vastgelopen door onheus gedrag of valse beloftes? Maar in de volgende alinea’s staat alleen informatie over het werk van uw collega’s. Dacht u dat ik dat niet wist?
Mijn collega’s verzorgen uw treinreis. Een vrolijke omroep in de trein, goede service op het station: het maakt een wereld van verschil. Andere collega’s zorgen er juist achter de schermen voor dat u uw trein kunt nemen; bijvoorbeeld door een dienstregeling of werkrooster te maken of te sleutelen aan de treinen.
U hebt trouwens als president-directeur wel heel veel collega’s. Bedoelt u niet gewoon ‘onze medewerkers’? Ik snap niet zo goed waarom ik deze informatie in uw persoonlijke excuusbrief moet lezen. En dan volgen er twee alinea’s over de noodzaak van een goede beloning (natuurlijk) en de beperkte financiële mogelijkheden (uiteraard). Maar ik wil graag weten hoe het verder gaat. Ah, daar komt het.
Hoe nu verder? NS was nog niet uit onderhandeld. Helaas lukt onderhandelen maar slecht als niet iedereen zich aan tafel meldt. Daarom zullen we de vakbonden nu een zogenoemd eindbod doen en hen vragen dit voor te leggen aan hun leden. Het woord is dan aan hen
Ik zie nu dat deze brief eigenlijk geen excuusbrief is. Het gaat om een tussentijds verslag. En dat verslag is kennelijk nodig omdat niet iedereen zich aan de onderhandelingstafel meldt. Wie zijn dan die boosdoeners die nu een ‘zogenoemd eindbod’ gaan krijgen? Zijn dat de leden van de vakbonden? En waarom moet ik dat weten! Zo lijkt het of u als baas via mij als klant de schuld geeft aan sommige van uw ‘collega’s’. Als ik weer in de trein zit, ga ik dat toch eens vragen aan die collega van de vrolijke omroep.
Laat een reactie achter