• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Wat iedereen moet weten over taal

10 augustus 2025 door Marc van Oostendorp 5 Reacties

Ik verklap geen geheim als ik vertel dat wetenschappers graag mogen klagen over ‘de leek’. Want wat weet die toch weinig over het specialisme van de klagende wetenschappers, en wat onnozel is die zelfs in het inschatten van de eigen onnozelheid. Hoe kan iemand nu niet weten wat een brain microbiome is en desalniettemin rustig voortleven?

Taalkundigen zijn daarin niet anders dan andere wetenschappers. De onwetendheid bij het algemene publiek over taalkwesties is veel taalkundigen een doorn in het oog. Sterker nog, zelfs de vragen die deze leken af en toe stellen over taal (‘moet je Sint Nicolaas schrijven of Sint-Nicolaas) , wekken al irritatie op, omdat ze voor de gemiddelde taalwetenschapper op verkeerder veronderstellingen berusten.

Maar wat zouden mensen dan moeten weten over taal? Twee Finse taalkundigen, Tomas Lehecka en Jan-Ola Östman, proberen enig licht op deze zaak te werken in een artikel in het vakblad Folia Linguistica. Een paar jaar geleden zetten ze een online enquête uit onder beroepstaalkundigen van over de hele wereld: uiteindelijk regeerden 538 taalkundigen uit 49 landen, die samen 3.349 vragen over taal stelden waarop iedereen het antwoord zou moeten weten.

Jongerentaal

Waarom zou je dit aan taalkundigen vragen? Is het niet zinniger om te weten wat niet-taalkundigen precies over taal zouden willen weten? Ik denk dat dit een kwestie is die je van twee kanten tegelijkertijd moet benaderen. Nee, het heeft geen zin om mensen te proberen kennis door de strot te duwen waarin ze helemaal niet geïnteresseerd zijn. Maar ja, taalkundigen zijn natuurlijk wel degenen die uiteindelijk het beste kunnen beoordelen wat er te weten valt. Op sommige vragen is nu eenmaal helemaal geen antwoord.

Een belangrijk deel van het artikel van Lehecka en Östman gaat over methodologie: hoe ga je om met zoveel antwoorden op een open vraag? (De ondertitel van het artikel luidt: ‘on extracting salience from open-ended response’.) Op een bepaalde manier waren de vragen allemaal verschillend omdat mensen iets wat je redelijkerwijs als dezelfde vraag zou kunnen beschouwen net anders formuleerden. Om iets zinnigs te kunnen zeggen, moet je dus vragen clusteren, en de Finse collega’s gaan uitvoerig in op de manier waarop ze dat hebben gedaan.

Uit al dat samenvoegen komt uiteindelijk het volgende plaatje:

Afbeelding uit het besproken artikel

De belangrijkste grote onderwerpen zijn dus ‘variatie’ en ‘systeem’. Dat is goed nieuws voor het Nederlandse primair en voortgezet onderwijs, want dit zijn precies de onderwerpen die binnenkort met de nieuwe kerndoelen en eindtermen op het programma komen te staan. ‘Variatie’ gaat bijvoorbeeld over vragen naar wat dialecten zijn en waarom mensen eigenlijk sowieso van elkaar verschillen. ‘Standaardisatie’ is daar grotendeels een deelonderwerp van (hoe verhouden dialecten, jongerentaal en dergelijke zich tot de standaardtaal en wie bepaalt er eigenlijk wat een standaardtaal is). ‘Systeem’ is een cluster van vragen over hoe taal in elkaar zit: hoe maak je een zin van woorden, hoe maak je woorden van klanken, enzovoort.

Representatief

‘Realiteiten’ is een cluster van vragen naar (bijvoorbeeld statistische) wetenswaardigheden zoals hoeveel talen er eigenlijk momenteel op aarde gesproken worden. ‘Leven’ omvat vragen naar onder andere de manier waarop taal werkt in het (‘echte’) leven, hoe ze in het brein zit (‘Cognitie’), hoe ze wordt ingezet in de maatschappij (‘Samenleving’). ‘Leren’ gaat zowel over de manier waarop kinderen hun moedertaal leren als over de meer toegepaste vraag hoe je als volwassene het best een nieuwe taal kunt leren. ‘Vergelijkingen’ slaat op het feit dat je ook de verschillen tussen talen kunt bestuderen, zoals: hoe verschillen hun grammatica’s. (Ik snap niet zo goed waarom dat niet overlapt met ‘Leren’.)

Samen geeft dit, denk ik, een aardig beeld van de hoofdstroom van de taalwetenschap: dit zijn zo’n beetje de belangrijkste vragen die men zich stelt, afgezien van misschien wat meer specialistische kwesties. De enige wat treurige categorie vind ik ‘Linguistics’: kennelijk willen sommige taalkundigen vooral ook graag dat mensen weten dat de taalwetenschap bestaat, en wat het inhoudt. Dat is natuurlijk niet echt kennis over taal, het is vooral een uitdrukking van hoe eenzaam taalkundigen zich soms voelen als ze wéér moeten uitleggen dat je taal, ja heus, ook wetenschappelijk kunt bestuderen.

Ik denk dat het artikel van Lehecka en Östman over het geheel genomen een aardig aanknopingspunt biedt voor wetenschapscommunicatie over taal, vooral omdat ze ook resultaten geven op een lager abstractieniveau. Het gaat dan om wat ze ‘macrovragen’ noemen, waarmee ze de specifieke vragen groeperen die de taalkundigen op eventueel verschillende manieren geformuleerd stelden (ik vertaal ze hier):

  1. Hoe en waarom veranderen talen? – 61
  2. Hoe leren kinderen taal? – 58
  3. Hoeveel talen zijn er in de wereld? – 51
  4. Wat zijn de voordelen van het leren van vreemde talen? – 45
  5. Wat is taal? – 45
  6. Wat zijn de functies van taal? – 44
  7. Wat is het verschil tussen gesproken en geschreven taal? – 43
  8. Beïnvloedt taal het denken? – 42
  9. Wat is het verschil tussen een taal en een dialect? – 41
  10. Wat onderscheidt menselijke taal van dierencommunicatie? – 36
  11. Wat is taalwetenschap? – 34
  12. Zijn sommige talen beter dan andere? – 32
  13. Zijn gebarentalen echte talen? – 30
  14. Hoe gewoon is meertaligheid in de wereld? – 29
  15. Wat zijn de verschillende woordsoorten? – 28
  16. Wat zijn de basiselementen van taal? – 28
  17. Wat is de relatie tussen taal en cultuur? – 26
  18. Welke andere talen zijn verwant aan je eerste taal/talen? – 26
  19. Wat betekent het om een taal te kennen of spreken? – 23
  20. Wat is het verschil tussen het leren van een eerste taal en het leren van andere talen? – 21
  21. Is taalverandering hetzelfde als taalverloedering? – 21
  22. Op welke manieren verschillen talen van elkaar? – 21
  23. Welke kenmerken worden gedeeld door (bijna) alle menselijke talen? – 21
  24. Wat betekent het om “correct” te spreken? – 20
  25. Wat is syntaxis? – 20

Ook deze lijst is goed nieuws, in dit geval voor de Taalcanon, waar voor zover ik kan zien bijna al deze vragen op een of andere manier door een Nederlandse taalwetenschapper worden beantwoord.

De cijfers die achter de vragen staan zijn absolute getallen: de eerste vraag, ‘hoe en waarom veranderen talen’ is dus (slechts) door 61 van de 538 taalkundigen gesteld. Toch lijkt me dit alles bij elkaar een vrij representatieve lijst. En ik wil de komende weken mijn best doen om op deze 25 vragen naar beste vermogen een beknopt antwoord te geven waarvan ik denk dat iedereen (nou ja) dat zou moeten kennen. Ik zal steeds de relevante lemma’s uit de Taalcanon erbij plaatsen.

Ik kan daarbij nu alvast zeggen dat ik denk dat zelfs degenen die deze vragen stellen het waarschijnlijk helemaal niet per se op alle punten eens zijn over het juiste antwoord.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: taalkunde, Wat iedereen moet weten over taal, wetenschapscommunicatie

Lees Interacties

Reacties

  1. marthe stigter zegt

    10 augustus 2025 om 08:29

    Ha,ik verheug me nu al op de komende weken.

    Beantwoorden
  2. Harm Klifman zegt

    10 augustus 2025 om 08:41

    Dit ga ik volgen! Ben erg benieuwd.

    Beantwoorden
  3. Mike zegt

    10 augustus 2025 om 08:50

    Hoop dat de beantwoording van de vragen wat minder wollig wordt.aanvullende vraag: hoe kun je met weinig woorden je verhaal doen?

    Beantwoorden
  4. Lalagè zegt

    10 augustus 2025 om 09:08

    Dit wordt heel interessant! Ik ben vooral benieuwd wat je gaat zeggen over talen van niet-menselijke dieren 🙂

    Beantwoorden
  5. Frans Brouwers zegt

    11 september 2025 om 14:43

    Volgens mij is er een ding over taal echt belangrijk om te weten; het is het mooiste, en belangrijkste dat de mens ooit bedacht. Dit betekent voor mij dat je taal ook als zodanig moet benaderen. Het bedenken van taal is natuurlijk een geheel ander proces dan het bedenken van ,bijvoorbeeld de computer.
    Jouw typering van de wetenschapper vind ik wel amusant, en ook treffend. Ook amusant; zeggen dat ze denkfouten maken. Alsof ze door een bij zijn gestoken.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij MikeReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d