Meer dan de geschiedenis van een woord

Sinds de Hamas-aanval op Israël van 7 oktober 2023 is de aandacht voor antisemitisme spectaculair gestegen. In het jaar daarvoor publiceerden Nederlandse nieuwsmedia bijna 3.000 stukken die het woord ‘antisemitisme’ bevatten. In het jaar erna waren dat er meer dan 8.500 (data uit Nexis Uni). Antisemitische incidenten laten zich minder makkelijk tellen. Het CIDI noteerde in zijn jaarlijkse monitor een stijging van 155 incidenten in 2022 naar 421 in 2024. Maar wanneer is een uiting of handeling antisemitisch?
Is de leuze ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ antisemitisch? Het Gerechtshof in Amsterdam vond in 2023 van niet, de meerderheid van de Tweede Kamer in 2024 van wel. VVD-leider en voormalig minister van Justitie Dilan Yeşilgöz moest onlangs haar beschuldiging inslikken dat Douwe Bob blijk gaf van ‘Jodenhaat’ omdat hij niet wilde optreden op een voetbaltoernooi voor Joodse kinderen. Douwe Bob stond juist in de startblokken om te gaan zingen voor Joodse kinderen, maar trok zich terug omdat hij ‘zionistische posters’ zag op het terrein. Dat was, zegt de zanger, niet volgens de afspraak dat het een dag zou zijn zonder politieke uitingen, een afspraak die de organisator van het toernooi ontkent. Dit soort botsingen over woorden zijn sinds 7 oktober 2023 aan de orde van de dag.
Dure definities
Een boek van een historicus over de manier waarop antisemitisme is gedefinieerd in de afgelopen anderhalve eeuw komt dus als geroepen. De auteur, Mark Mazower, is een Brit die als hoogleraar geschiedenis verbonden is aan Columbia University in New York. Op de campus zag hij elke dag de tentenkampen van studenten die voor de Palestijnen demonstreerden. De regering-Trump bestempelde die demonstraties als antisemitisch en dreigde 400 miljoen dollar aan subsidie in te trekken; Columbia trof een schikking die 200 miljoen dollar kostte. Definities kunnen duur zijn.
Mazowers studie verscheen al in mei in het Nederlands; de rest van de wereld moet nog tot eind september wachten op het Engelse origineel. Wie hoopt op wetenschappelijk onderbouwde checklists waarmee je kunt vaststellen wanneer een uitspraak antisemitisch is, komt bedrogen uit. Na lezing begrijp je wel beter waar de definitiestrijd over antisemitisme vandaan komt en waarom die juist nu zo heftig is.
Politieke beweging
Mazowers boek heeft een bescheiden titel: Over antisemitisme. De geschiedenis van een woord. Maar het biedt veel meer: Mazower plaatst de levensloop van het woord antisemitisme in de context van geopolitieke, demografische en culturele verschuivingen. Hij begint zijn geschiedenis in de laatste decennia van de negentiende eeuw. Vooroordelen en complottheorieën over Joden zijn vele eeuwen ouder (ze verspreiden de pest, ze drinken het bloed van christenkinderen, etc.), net als discriminatie en vervolging, maar het woord antisemitisme stamt uit 1879, toen de Duitse journalist Wilhelm Marr de Antisemiten-Liga oprichtte, een organisatie die de ‘verjoodsing’ van Duitsland bestreed. Dit markeert de opkomst van antisemitisme als een politieke beweging.
Het eerste deel van het boek speelt zich af in Europa en bestrijkt het bekendere deel van de geschiedenis: van de Joodse emancipatie in de negentiende eeuw en de Russische pogroms naar de Holocaust, de terreur van Stalin, ook tegen joden, en de restanten van extreem-rechts na de Tweede Wereldoorlog. Wie echter vooral geïnteresseerd is in de oorsprong van de huidige debatten over antisemitisme, bladert beter meteen door naar het spannender deel twee, waarin Mazower de blik verplaatst naar Israël, de VS en het Midden-Oosten van de jaren veertig tot de huidige dag.
Diaspora en Joodse staat
In die periode verschuift het centrum van de Joodse bevolking in de wereld, en daarmee de definitiemacht over de betekenis van ‘antisemitisme’, van Europa naar Israël en de VS. Die verschuiving is gevisualiseerd in twee kaarten van de Joodse bevolking per werelddeel, omstreeks 1925 en omstreeks 2020. Aan het begin van de twintigste eeuw woonde 80 procent van alle Joden in Europa. Honderd jaar later, na de Holocaust en de stichting van een Joodse staat, woont verreweg het grootste deel van de Joden in Israël en de VS.
De centrale these van Mazower is dat daarbij ook de betekenis van ‘antisemitisme’ is veranderd: van een term voor vijandigheid tegen Joden als minderheid in de diaspora naar een term die nadrukkelijk ook – en voor sommigen: vooral – kritiek omvat op de staat Israël, waarin Joden de macht bezitten en in de meerderheid zijn. (Een meerderheid die onder druk staat: de staat Israël is voor ongeveer driekwart Joods, maar met de bezette gebieden meegerekend is de bevolking voor ongeveer de helft Joods – tellingen lopen uiteen.)
In bredere zin gaat het om twee verschillende frames van antisemitisme, met afwijkende standpunten over oorsprong en oplossingen. In het eerste, dat duidelijk de voorkeur heeft van de auteur, is antisemitisme een vorm van racisme, die afhankelijk is van tijd en context en die het leven van Joodse minderheden in de diaspora bemoeilijkt. Dit antisemitisme berust op racistische vooroordelen en wordt aangewakkerd door conflicten tussen Israël, de Palestijnen en Israëls buurlanden. In de diaspora kan het worden aangepakt als onderdeel van de bestrijding van racisme. Hoewel dit antisemitisme ook te vinden is bij moslims en radicaal links, gaat binnen dit frame de meeste aandacht naar extreemrechts.
In de andere opvatting is antisemitisme iets unieks en eeuwigs, irrationeel en onuitroeibaar. Haat tegen Israël is niets anders dan de nieuwste vorm ervan. Er valt weinig tegen te doen: diplomatie helpt niet, omdat antisemitisme een onlosmakelijk deel is van de islamitische cultuur of bij Arabieren in de genen zit. Instituties, politieke leiders en andere opiniemakers die dit frame promoten, maken zich minder druk over het ‘traditionele’ antisemitisme van extreemrechtse zijde, en meer over protesten en acties van radicaal links en van moslims in de context van kritiek op Israël. De oplossing is repressie van acties en kritiek, en steun aan de Joodse staat.
Verbale en fysieke agressie tegen Israël labelen als antisemitisch: veel Joden die zich beijverden voor de stichting van een Joodse staat zouden daarvan hebben opgekeken. Mazower haalt tal van zionistische auteurs aan die al in het begin van de twintigste eeuw uitgingen van een vijandig onthaal door de niet-Joodse bewoners van Palestina. Niet omdat die antisemitisch waren, maar omdat ze naar verwachting hun land niet zonder slag of stoot zouden opgeven.
Op een van de laatste pagina’s van zijn boek, dat steeds polemischer wordt, formuleert Mazower het zo: ‘Een term die begint als een manier om de vijandigheid te beschrijven jegens Joden toen ze nog een minderheid vormden die voor haar wettelijke rechten moest vechten, wordt nu gebruikt om een Joodse meerderheidsstaat te verdedigen die de minderheid binnen die staat van hun rechten berooft.’ (p. 267)
IHRA-definitie
Hoe antisemitisme ging betekenen: vooroordelen en vijandschap tegen Joden, en met name tegen de Joodse staat, laat Mazower onder meer zien aan de hand van de veelgebruikte definitie van de International Holocaust Remembrance Association (IHRA). De kern daarvan luidt: ‘Antisemitisme is een bepaalde perceptie van Joden die tot uiting kan komen als een gevoel van haat jegens Joden.’
Dat juist deze vage definitie, die oorspronkelijk is opgesteld om het tellen en vergelijken van antisemitische incidenten in verschillende landen mogelijk te maken, de afgelopen tien jaar met succes gepromoot is als de standaarddefinitie, is vanwege de lijst van specificaties over Israël die eraan is toegevoegd. Zoals: Israël strenger beoordelen dan andere staten. Ook wanneer mensen dat doen, betoogt Mazower, maakt dat hen niet per se antisemitisch. Ze kunnen Palestijnse familie hebben, solidair zijn met andere moslims of domweg niet op de hoogte zijn van onderdrukking en geweld elders. Kritiek op Israël kan behalve gefundeerd ook onterecht, onredelijk of stupide zijn – maar toch niet antisemitisch.
Pessimistisch
Mazowers analyse van opvattingen over antisemitisme als tegenstrijdige frames stemt pessimistisch: het debat lijkt vaak over feiten te gaan, maar de deelnemers gaan uit van zulke verschillende waarden en vooronderstellingen dat ze langs elkaar heen praten. Wel werpt zijn studie verhelderend licht op de discussie, al zou een gecondenseerde versie speciaal voor drukbezette ministers en partijleiders welkom zijn. Het boek focust in het tweede deel op de VS: ook de recente geschiedenis van het concept antisemitisme in Nederland wacht nog op een chroniqueur.
Mark Mazower. Over antisemitisme. De geschiedenis van een woord. Amsterdam: Nieuwezijds, 2025. Bestelinformatie bij de uitgever.
‘diplomatie helpt niet, omdat antisemitisme […] bij Arabieren in de genen zit’ – de slachtoffers krijgen de schuld.
Het boek van Geert Vervaele, ‘Ik weiger te haten. De mechanismen die het antisemitisme veroorzaken en in stand houden’, bespreekt uitvoerig en kritisch de bestaande definities van ‘antisemitisme’ en brengt een eigen, genuanceerde definitie. Het boek is verschenen bij Lannoo in 2022 en telt 280 pagina’s.
Dit is een reactie die ik al vaker ben tegengekomen: als ik zeg dat kritiek op Israel (het regeringsbeleid) geen kritiek is op joden in het algemeen, zegt mijn gesprekspartner: ja, jij bedoelt dat niet zo, maar kritiek op het land Israel leidt automatisch, onder brede lagen van de bevolking, tot meer negatieve uitingen over joden in het algemeen, meer anti-semitisme.