• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Hugo Brandt Corstius – Gek, gedreven en gevreesd

28 september 2025 door Peter Bakker 8 Reacties

Leven en werk van een geniale schrijver en een niet zo productieve taalkundige

Waarom lezen mensen eigenlijk biografieën? Dat heb ik me altijd afgevraagd. Hele kasten in boekwinkels staan er vol mee. Nu heb ik zelf eindelijk ook een biografie gelezen, en ik vond het fascinerend.

Hoeveel biografieën in boekvorm zijn er eigenlijk verschenen van taalkundigen? Vanuit de bovenkant van mijn hoofd: Kirsten Rask schreef een biografie van Rasmus Rask. Otto Jespersens En sprogmands Levned is een autobiografie. Het boek over de Amerikanist Harrington, Encounter with an Angry God, Recollections of my Life with John Peabody Harrington, is geschreven door zijn vrouw. R.M.W. Dixons autobiografie heet I am a Linguist (oeps, die heb ik ook gelezen, en gerecenseerd). Taalkundige Robert A. Hall schreef een biografie over taalkundige Leonard Bloomfield. Er bestaan biografieën van Franz Boas en Edward Sapir, beide geschreven door Regna Darnell. Die laatste twee staan in mijn boekenkast, bebladerd maar ongelezen.

John Peabody Harrington, een boze God en een briljant taalkundig
Otto Jespersens biografie, in het Deens.

De biografie van de wiskundige/taalkundige/computerwetenschapper/literatuurwetenschapper/schrijver columnist Hugo Brandt Corstius (1935-2014) telt 573 pagina’s, maar taalwetenschap wordt slechts op een handvol bladzijden genoemd. Hij was mijn docent en later mijn collega op het Instituut voor Algemene Taalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Bij het lezen van de biografie realiseerde ik me hoeveel invloed hij heeft gehad op mijn leven.

Bij ons thuis hadden we niet veel boeken, misschien een metertje plankruimte. Mijn vader las de lokale krant en Het Beste uit Reader’s Digest, mijn moeder leende detectiveboeken van de plaatselijke bibliotheek. Bij opa en oma lazen we de Panorama en de Libelle. Wij kinderen hadden een abonnement op de Donald Duck. Geen intellectueel gezin, en ik denk dat ik in de eerste vijftien jaar van mijn leven nauwelijks iemand ontmoet heb met een doctorstitel. Op het gymnasium hadden we één docent die gepromoveerd was: Dr. W.H.N. van Wel, met een proefschrift over P.C. Hooft. Mijn vriendjes in de straat konden brommers repareren en dingen kopen en verkopen. Ik moest op mijn hoofd vertrouwen, niet op mijn handen. Op het gymnasium ontmoette ik hyperintelligente kinderen die niet alleen stripboeken lazen. Eén van hen was JW, hoogbegaafd en ver vooruit ten opzichte van klasgenootjes, maar ook psychisch labiel. Hij zit nu al een jaar of tien achter tralies (of ondergaat TBS) in een reeks instellingen omdat hij een keer een stapel handdoeken in de fik had gestoken toen hij boos was. Ik heb hem nog een keer bezocht in de strafgevangenis van Scheveningen waar ik in de rij stond samen met familieleden van Félicien Kabuga, een man die verantwoordelijk was voor de massamoord in Rwanda, en die 400,000 mensen liet afslachten met de door hem uitgedeelde machetes.

Mijn HBC boeken in de kast, naast twee boeken die verboden zijn in Nederland

Bij JW thuis hadden ze en lazen ze boeken, en hij leerde mij de boeken kennen van Piet Grijs en Raoul Chapkis, en als jonge teenager had ik er al snel zelf een aantal geleend van de bibliotheek en met veel plezier gelezen: De reizen van Pater Key (1966); Ik sta op mijn hoofd (1966), Grijsboek (1970), A is een letter (1975), Piet Grijs is gek! (1975), De Encyklopedie (1978). Ik geloof dat iedereen wel wist dat Chapkis en Grijs één en dezelfde persoon waren. Voor de schoolkrant maakten JW en ik nog een soort vervolg op A is een letter. We waren er behoorlijk trots op. Die ervaring kwam nog goed te pas bij het maken van een COVID-woordenboek. Nu zit JW in de bajes, en ik werk op de Universiteit in Aarhus, Denemarken. Soms denk ik wel eens dat ik als HBC probeer te schrijven. Maar dat kan niemand. Ik heb een zeventiental van zijn boeken in de kast staan –  allemaal gelezen, sommige twee keer. Die hebben talloze verhuizingen overleefd.

Zijn redeneringen waren absurd en tegendraads, en er was geen speld tussen te krijgen. Grijs en Chapkis bleken beide pseudoniemen te zijn van Hugo Brandt Corstius, een wiskundige die aan het Instituut voor Neerlandistiek werkte in Amsterdam. Onder een reeks schuilnamen publiceerde hij artikelen, columns en analyses in vrijwel alle landelijke dagbladen, de meeste weekbladen en aantal maandbladen – soms meerdere tegelijk. Elke keer als er een nieuwe column uitkwam van een onbekende columnist was het de vraag of men kon ontdekken of hij erachter zat. Als stilistische duizendpoot kon hij een reeks stijlen imiteren of initiëren.

Op een dag verscheen er in een krant of weekblad (Vrij Nederland? N.R.C. Handelsblad?) een pagina met taalkunstjes zoals palindromen, anagrammen, en onbekende zelfgevonden verschijnselen zoals woorden die hun eigen tegenstelling inhouden: Waterland, Anita, en duizenden andere vondsten. Het werd Opperlands genoemd. Het was geschreven door Battus, alweer een pseudoniem van Brandt Corstius. Op school waren er een paar enthousiastelingen die aan de slag gingen met het maken van palindromen en andere taalfenomenen. Ik was er één van. Een ander is nu hoogleraar klassieke geschiedenis in Groningen.

Het eerste Opperlandse boek.

Na de afsluiting van het gymnasium wilde ik linguïstiek (Algemene Taalwetenschap) studeren, maar dat was alleen een bovenbouwstudie. Dus begon ik maar met Nederlandse Taal-en Letterkunde. Maar precies toen ik daar begon, verhuisde HBC van de afdeling Nederlands naar linguïstiek, in een ander gebouw. Pas een paar jaar later ontmoette ik hem, toen ik overstapte naar linguïstiek.

Algebraïsche Taalkunde

Zo werd ik bij Taalwetenschap student van HBC, en later ook nog collega. Als student volgde ik een cursus Algebraïsche Taalkunde bij hem. Hij kwam volkomen onvoorbereid, maar hij had het boek zelf geschreven, dus hij kon het uit zijn mouw schudden. Ik vond hem een goede docent. Ik had, net als de andere studenten, een voordracht in de klas gehouden, maar mijn examenwerkstuk ging over een ander model, ik geloof over de mathematische modellering van dialoog. Nooit meer iets mee gedaan. HBC zei dat ik eigenlijk twee papers had geschreven. De anderen schreven over hetzelfde onderwerp als hun voordracht in de klas.

Oh ja, HBC werkte wel halftijds bij linguïstiek, en de rest van de tijd schreef hij duizenden stukjes en tientallen boeken. Dat was wel zijn hoofdbezigheid. Hij gebruikte ongeveer 40 pseudoniemen. Maar ook op de twee dagen dat hij er zou moeten zijn, was hij er vaak niet. Vrijdag was één van zijn werkdagen, maar dan kon het hele land hem live horen op de radio in het programma Welingelichte Kringen.

Tijdens mijn studie taalwetenschap kreeg ik een studentenbaantje als deeltijdbibliothecaris voor Taalwetenschap. HBC zat in de commissie, en na het formele gedeelte van het sollicitatiegesprek, toen we allemaal opgestaan waren, vroeg hij of ik “Peter Bakker uit Dordrecht” was. Dat bevestigde ik. “Goed geheugen,” complimenteerde ik hem. Hij herinnerde zich blijkbaar dat ik hem ooit palindromen had gestuurd na een oproep in de krant. De voorzitter van de sollicitatiecommissie die deze korte dialoog hoorde, vroeg verbaasd of we elkaar kenden, en HBC en ik zeiden ja –via correspondentie. Toen HBC later in 1991 zijn boek Symmys met 2500 palindromen in ik-weet-niet-hoeveel talen uitbracht, schonk hij me een gesigneerd exemplaar. Het staat nu op een geheime plaats. Dat wil zeggen: ik weet niet waar het is.

Boek met 2500 palindromen

Zijn recreatieve taalkunde en de palindromen waren zózeer deel van zijn leven, dat zijn drie kinderen bij zijn doodskist in omkeerzinnen begonnen te spreken: “pap lul dood”.

HBC heeft dus eigenlijk een grote invloed gehad op mijn leven. Ik had met bewondering een aantal boeken van hem gelezen als gymnasiast. Hij had me geïnspireerd tot het maken van palindromen. Hij had me mijn eerste baantje in de taalkunde verschaft. Ik vond hem de beste Nederlandse schrijver. En ik had immers heel wat Nederlandse literatuur gelezen: 25 boeken moesten we lezen voor Nederlands op school, en nog meer op de Universiteit, zowel historische als moderne. Ik vond en vind hem de beste stilist, met veel subtiliteiten. Ik heb ooit een Australische taalkundige ontmoet die dezelfde mening toegedaan was. Verder ken ik niemand die dat ook vindt.

Liesbeth Koenen, taalkundige, werd niet de biograaf van HBC.

In 2014 stierf hij, inmiddels “temend dement”, zoals hij zelf schreef, in een soort “nevelleven”. Medestudente lingvistik Liesbeth Koenen, die leefde van de wetenschapsjournalistiek, zou zijn biografie schrijven, en HBCs vrouw verleende haar toegang tot zijn omvangrijke persoonlijke archief. Koenen gaf onvrijwillig op na vijf jaar, toen zij veel te vroeg aan kanker overleed. Elsbeth Etty nam de taak over, een getalenteerde journalist, met reeds enige biografieën op haar naam.

Wat zij heeft gepresteerd is een biografie die – althans voor mij –  leest als een paginaomdraaier. Prachtig geschreven. Vol schokkende, sappige, feitelijke en intieme details. Maar wat een geniale lul en gek! Zijn drie verwaarloosde kinderen na het overlijden van zijn grote liefde Tatje, één van de 2000 vrouwen met wie hij ooit beweerde (loog?) intiem contact gehad te hebben. Renate, Coot, Abby, Tatje, Ina, Pat, Françoise, Julie, Marijke, Hans, Birgitte, Fritzi en anderen passeren de revue. Het aantal van zijn minnaressen dat de revue passeert in het boek is behoorlijk lang, maar ook ver verwijderd van die 2000. Hij was twee keer getrouwd geweest. De eerste keer open, de tweede keer was hij trouw.

Hij kon ongenadig uit de hoek komen als columnist, en hij heeft de reputatie en soms de geestelijke gezondheid van politici, schrijvers en wetenschappers vernietigd.  Hij is vooral bekend als columnist, onder schuilnamen als Piet Grijs, Battus, Batticus, Jan Eter, Maaike Helder, Drs. G. van Buren, Peter Malenkov, Raoul Chapkis, Dolf Cohen, Joop den Uyl, Jozef Trapjes, Juha Tanttu, Talisman, Victor Baarn,  Celina Smit, Gerard Balthasar, Hugo de Torenkraai, Raoul Achterhout, Stoker en soms Renate Rubinstein. In de biografie staat een lijst van 48 boeken, geschreven tussen 1964 en 2011 –  dat is ongeveer één per jaar.

Jelle, “vervelend kind”, van HBC fietste met de as van pa naar de Middellandse Zee.

Hij beschreef zichzelf wel eens als een asperge, hij was zich blijkbaar bewust van zijn Asperger-autisme, hoewel het niet duidelijk is of hij officieel gediagnosticeerd is. Het boek leest als een rupsbaan: soms denk je, wat een lul, hoe kan hij in de krant schrijven dat hij thuis drie “vervelende kinderen” heeft? Dan weer blijkt dat hij emotionele banden met hen had –  en omgekeerd. Maar hun jeugd was speciaal, en niet altijd even leuk met een vader die soms zeven stukjes moest schrijven voor evenzovele periodieken.

Maar dit is een blog over taal. Ik wil het niet hebben over zijn woordkunsten, woordgrappen, taalbeheersing en taalspellen. Er zijn genoeg anderen geweest die hem daarom geprezen hebben. Wat is de bijdrage geweest van HBC aan de taalwetenschap? Hij is immers een paar decennia aan universiteiten verbonden geweest als mathematisch linguïst. Vanaf 1971 tot 1996 was hij als taalkundige aan de Universiteit van Amsterdam verbonden. Laten we eerlijk zijn: zijn bijdrage was niet al te groot. Hij heeft een klein aantal wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Aan de andere kant, als je ze allemaal naast elkaar zet, is het toch nog een aardige productie. Drie wetenschappelijke boeken heeft hij geschreven. Zijn proefschrift Exercises in Computational Linguistics uit 1970. Zijn boek Algebraïsche Taalkunde, geschreven als reactie op Formele grammatica’s in linguïstiek en taalpsychologie, in drie delen door Willem (“Pim”) Levelt in 1973. Volgens HBC zaten er nogal wat fouten in de wiskunde achter het boek, en daarom schreef hij Algebraïsche Taalkunde dat al in 1974 uitkwam. Het is een helder en compact geschreven boek. Tenslotte Computer-taalkunde uit 1978, maar misschien geldt dat meer als populariserend. Dat is zijn latere boek Rekenen op Taal uit 1983 zeker, al bevat het ook een aantal stukjes die eerder in wetenschappelijke tijdschriften verschenen waren. Zeg: drie en een half boek, en dan ook nog een geredigeerd boek: Grammars for Number names (1968).

Taalkundig proefschrift

Hoeveel artikelen? Volgens een internationale linguïstische bibliografie heeft hij vier artikelen geschreven, maar ik heb er zelf nog een paar meer gevonden. In totaal 16. Heden ten dage misschien niet genoeg voor een vaste baan aan de universiteit. Ondanks deze beperkte output, heeft hij banen bekleed bij universiteiten in Amsterdam, Rotterdam, Leiden, Tilburg, Delft – en ook in het buitenland: in de Verenigde Staten en aan de Sorbonne in Parijs. Deze aanstellingen zijn ongetwijfeld gebaseerd op zijn genialiteit en zijn bekendheid als auteur en scribent. Hij had posities als neerlandicus, taalkundige, wiskundige, literatuurwetenschapper en zelfs op een kunstopleiding heeft hij lezingen gegeven.

Hij is zelden op linguïstische conferenties geweest. Wel heeft hij een keer Noam Chomsky geïnterviewd, de beroemdste taalkundige van de wereld, niet alleen wegens zijn doorbraak in de taalkunde, maar ook wegens zijn ontelbare politieke geschriften. Het interview vond plaats in 1977, en de interviewers waren de journalist Max Pam en de taalkundige HBC. Pam herinnerde zich later dat HBC tijdens het hele interview geen woord zei, en zich eigenlijk verveeld gedroeg, hetgeen zelfs Chomsky opviel. Na het drie uur durende interview zei HBC tegen de journalist: “Al die vragen, ik houd meer van antwoorden.”

Talen naar rekenen

In 1970 had hij nog zijn bewondering uitgesproken voor Chomsky, omdat hij de taalkunde exact maakte. Chomsky ontwikkelde een model dat generatieve taalkunde heet. Voor het schrijven van dit stukje heb ik de vier hoofdstukken over Chomsky herlezen die HBC in 1972, 1973, 1973 en 1977 voor tijdschriften schreef, en die in 1983 zijn herdrukt in het boek Rekenen op Taal. Daar viel het me op hoe geniaal hij was in het uitleggen van de theorie. Inmiddels had hij die theorie verworpen, zowel de filosofische aannames erachter als de falende formalismes en de mislukte toepassingen en het gebrekkige empirische bewijs. Dat was goed gezien. Het was in die tijd moedig om kritisch over Chomsky’s theorie te zijn. Chomsky leeft nog – hij is bijna 100 – en zijn theorieën leven ook nog, maar er zijn weinig jongeren die zich erin willen verdiepen, en steeds meer oudere taalkundigen zien in dat andere kanten van de taalkunde veel spannender zijn en meer met de werkelijkheid te maken hebben. Binnenkort is de theorie slechts voor historici interessant. Niet alle collega’s zullen me deze woorden in dank afnemen. Ik ben zelf intensief getraind in de theorie als student, maar ik ben er nooit door gecharmeerd geweest, en heb me er al gauw van gedistantieerd. De breuk was definitief na een deelname aan een grote generatieve conferentie in Utrecht, GLOW. Daar besloot ik dat mijn toekomst niet generatief moest zijn.

Hugo Brandt Corstius was van alle markten thuis, maar hij was toch meer een stukjesschrijver en polemist dan een wetenschapsman.

Elsbeth Etty. 2024. Ik heb nog nooit gelogen. Hugo Brandt Corstius, 1935-2014. Amsterdam: Querido. Bestelinformatie bij de uitgever

Bibliografie van de wetenschappelijke publicaties van HBC.

Ik weet vrij zeker dat er publicaties ontbreken, maar dit geeft in elk geval een indruk.

Brandt Corstius, Hugo. 1964. De computer in de taalkunde. Amsterdam: Stichting Mathematisch centrum.

Brandt Corstius, Hugo. 1964. Automatisch tellen en scheiden van Nederlandse lettergrepen. Amsterdam: Stichting Mathematisch Centrum, 1964. 22 p. (Stichting Mathematisch Centrum. Rekenafdeling, ISSN 0517-6417; MR 67).

Brandt Corstius, Hugo. 1964. Taalstatistiek. Statistica Neerlandica 18 afl. 4: 353-367.

Brandt Corstius, Hugo. 1965. Automatic translation of numbers into Dutch. Foundations of language 1: 59-62.

Brandt Corstius, Hugo. 1967. Het effect van de voorstellen van de commissie voor de spelling van de bastaardwoorden op de woordtekens in krantentaal. De Nieuwe Taalgids 60 nr. 4: 217-223.

Brandt Corstius, Hugo. 1967. Mechanische vorming van het geschreven verkleinwoord. Amsterdam: Stichting Mathematisch Centrum. 15 p. (Stichting Mathematisch Centrum. Rekenafdeling, ISSN 0517-6417; MR 89).

Brandt Corstius, Hugo. 1968. Retrograde frequentielijst van Nederlandse substantieven. Amsterdam: Mathematisch Centrum, VI, 41 p. ([Rapport]; nr. 102).

Brandt Corstius, Hugo (red.). 1968. Grammars for Number Names. Dordrecht: Reidel.

Brandt Corstius, Hugo. 1968. Automatic translation between number names. In Hugo Brandt Corstius (red.), Grammars for Number Names, 103-123. Dordrecht: Reidel.

Brandt Corstius, Hugo. 1969.  Automatische vorming van het Nederlandse verkleinwoord. ITL; Tijdschrift voor Toegepaste Linguistik/Review for Applied Linguistics 3, nr. 1: 5-17.

Brandt Corstius, Hugo. 1969.  Kwantitatieve analyse van de Nederlandse lettergreep. ITL; Tijdschrift voor Toegepaste Linguistik/Review for Applied Linguistics 6, nr. 1: 11-27.

Brandt Corstius, Hugo. 1970. Automatische vorming van de indirecte rede. In: ITL; Tijdschrift voor Toegepaste Linguistik/Review for Applied Linguistics 9: 19-33.

Brandt Corstius, Hugo. 1970.  Exercises in Computational Linguistics. Amsterdam: Mathematisch Centrum, 1970. 162 p. (Mathematical Centre tracts; 30).

Brandt Corstius, Hugo. 1972-1973. Formele invoering van klinkers. Spektator 2-7 (1972-1973): 438-439.

Brandt Corstius, Hugo. 1974.  Algebraïsche Taalkunde. Utrecht: Oosthoek.

Brandt Corstius, Hugo. 1974. Weer een nieuw vak?: taken en grenzen van de computer-taalkunde. Rotterdam: Universitaire Pers, 23 p.

Brandt Corstius, Hugo. 1977-1978. Lange woorden. Spektator 7 afl. 1: 48-52.

Brandt Corstius, Hugo. Wat is algebraïsche taalkunde? In: Wetenschap en taal: het verschijnsel taal van verschillende zijden benaderd; onder red. van Bernard Th. Tervoort. Muiderberg: Coutinho, 1977, p. 34-46.

Brandt Corstius, Hugo. 1978.  Computer-taalkunde. Muiderberg: Coutinho.

Brandt Corstius, Hugo. 1979. Bespreking van N. Chomsky, Reflections on Language. Kennis en Methode 1(2).

Brandt Corstius, Hugo. 1979.  Linguistics and philosophy. ITL; Tijdschrift voor Toegepaste Linguistik/Review for Applied Linguistics 43: 3-15.

Brandt Corstius, Hugo. 1981. Niet-lineair lezen. TTT. Interdisciplinair Tijdschrift voor Taal en Tekstwetenschap 1, 2.

Brandt Corstius, Hugo. 2002. De desillusie van mijn leven of Remember November. In:

Tanja Gaustad (ed.). Computational Linguistics in the Netherlands 2002. Selected Papers from the Thirteenth CLIN Meeting. Leiden: Brill, p. 1-7.

Sommige van bovengenoemde stukken zijn herdrukt in Hugo Battus, 1983, Rekenen op Taal. Amsterdam: Querido.

Hugo Brandt Corstius heeft ook verschillende bijdragen geleverd aan het tijdschrift Word Ways: The Journal of Recreational Linguistics, maar dat geldt uiteraard niet als wetenschappelijk werk.

Peter Bakker heeft ooit bij Hugo Brandt Corstius college gevolgd. Hij heeft een aantal door HBC geïnspireerde palindromen geproduceerd. Hij is taalkundige aan de Universiteit van Aarhus, en zijn loopbaan begon met een baantje als deeltijdsbibliothecaris voor de afdeling Algemene Taalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij heeft leren depouilleren. Hij wist toen ook nog niet wat dat was.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel, Uitgelicht Tags: 20e eeuw, Hugo Brandt Corstius, letterkunde, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Marc van Oostendorp zegt

    28 september 2025 om 10:17

    Van de bovenkant van mijn hoofd: John Joseph schreef een biografie over Saussure; Dan Everett schreef niet een complete autobiografie, maar wel de ‘memoir’ Don’t eat, there are snakes. Over Chomsky zijn natuurlijk al meerdere biografieën verschenen. Ik heb ook wel eens een autobiografie van Martinet gelezen.

    Beantwoorden
    • Peter Bakker zegt

      28 september 2025 om 14:07

      Ja, er zijn er ongetwijfeld nog meer. Koerner heeft een serie korte autobiografieën uitgebracht onder de titel “First Person Singular”. Drie delen, geloof ik.

      Beantwoorden
  2. Renzo zegt

    28 september 2025 om 13:18

    Dank voor het verhaal.
    Taalkundigen: er zijn vast nog meer biografieën.

    Ik zou graag biografieën willen lezen over Adriaen Verwer, hij: https://www.dbnl.org/tekst/anro001bioe01_01/verw003.php

    En natuurlijk over het fenomeen Willem Hietbrink (van de theorie dat alle talen uit het Nederlands komen)- die man moet ook een hoop hebben meegemaakt.

    Beantwoorden
    • Peter Bakker zegt

      28 september 2025 om 14:12

      Ja, Hietbrink, die heb ik een paar keer ontmoet, in verschillende hoedanigheden. Hij heeft zeker een schelmenleven geleefd. Ik denk niet dat hij zelf geloofde in zijn etymologieën.

      Beantwoorden
      • Robert Kruzdlo zegt

        28 september 2025 om 15:14

        Over Hietbrink kan ik veel vertellen, verhalen waar de bovenstaande opmerkingen van het papier verbleken. Ik heb hem in of rond 2001 geholpen met zijn archief en hem bijna dagelijks ontmoet, vooral in café de Tramhalte Maastricht: taalworteltrekken. Om dan niet helemaal serieus genomen: https://www.youtube.com/watch?v=D7S75Wq3syw

        Beantwoorden
        • Renzo zegt

          29 september 2025 om 21:39

          Ja lachen. Kun je mij eens mailen, Robert? merlijn444@hotmail.com Op mijn site schreef ik al eens over Hietbrink en ook dat hij t mogelijk niet meent….

          Beantwoorden
          • Robert Kruzdlo zegt

            3 oktober 2025 om 13:05

            Dat maakt niet uit, Hietbrinks taal, de onzin of niet, blijft taal.

            Beantwoorden
  3. Ad Foolen zegt

    28 september 2025 om 17:17

    Er zijn wel heel wat In memoriams van linguïsten, die vaak als korte biografieën kunnen gelden. Thomas Sebeok heeft er 73 verzameld in zijn tweedelige Portraits of Linguists. A biographical source book for the history of western linguistics 1746-1963. Bloomington en London: Indiana University Press, 1966. In het tweede deel zijn drie Nederlanders vertegenwoordigd: C.C. Uhlenbeck. Jac. van Ginneken en Nicolas van Wijk.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Peter BakkerReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

2 januari 2026: Vlekflits

2 januari 2026: Vlekflits

5 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d