Over een Tilburgs woordenboek

Sinds kort weet ik wat vermicelli in het Tilburgs is: fèrmesjèl. Ik heb namelijk het een imposant, vierhonderd pagina’s dik diksjenèèr op mijn bureau liggen van een van de best bestudeerde stadsdialecten van Nederland, die om een aantal redenen ook tot mijn favorieten behoort: Goedvertòld.
Behalve zijn omvang kent dat woordenboek nog meer bijzonderheden. Zo biedt het vertalingen van het Nederlands naar het dialect, terwijl dialectwoordenboeken meestal geordend zijn op de dialectwoorden waarvoor je dan het Nederlandse equivalent kunt vinden. Voor het Tilburgs bestond zo’n boek ook al: Goedgetòld. Samen bieden de boeken dus een compleet vertaalwoordenboekensetje.
Een andere reden waarom dit woordenboek zo bijzonder is, is precies omdat het Tilburgs een dialect is dat al een tijd op hoog niveau wordt beschreven. Dat komt onder andere door Wil Sterenborg (1923-2019), een neerlandicus die zich met grote precisie op het dialect had gestort van de stad waar hij woonde en daarvoor een transparant en heel bruikbaar spellingsysteem had bedacht. Volgens de auteurs van Goedvertòld, Ad Aarts, Piet Looijaard en René van de Wiel, is “het Tilburgs dialect met de bijbehorende spellingsregels als één van de weinige Brabantse dialecten op wetenschappelijk verantwoorde wijze vastgelegd.” Dat is maar een klein beetje overdreven, en in ieder geval geldt zeker voor de dialecten van grote steden in Nederland dat die er (ook buiten Brabant) maar bekaaid vanaf komen.
Gezwiendens
De auteurs willen met het woordenboek mensen, en ik geloof vooral jongeren, stimuleren om meer Tilburgs te gebruiken. Ze hebben het idee dat het dialect in de stad op de achtergrond aan het raken is. Om de proef op de som te nemen, heb ik geprobeerd wat snippers te vertalen aan de hand van het woordenboek. Bijvoorbeeld artikel 1 van de Nederlandse grondwet:
Alle die zenèège in Neederlaand bevèène, wòrre in gelèèke gevalle gelèèk behaandeld. Diskriemienasie weeges gòdsdienst, leevesoovertèùging, pooletieke gezindheid, ras, geslaacht, hèndiekep, sèksuweele gerichtheid of op wèffer grond dan ok, is nie toegestaon.
[Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.]
De enige woorden waar ik echt niet uitkwam waren gezindheid en gezwindheid. Gezind en gezwind staan allebei ook niet in het diksjenèèr, en ook hoe het equivalent van heid precies werkt, kan ik niet achterhalen (waarheid is warrens, maar is gezwindheid dan ook gezwiendens, of zoiets?) Het zijn dan ook wat te plechtige woorden, stadhuiswoorden, woorden die echt het domein van de standaardtaal zijn, waar een stadsdialect simpelweg nooit een woord voor heeft gehad.
Iedere Primera
Makkelijker is het om tijdloze gedichten te vertalen, zoals van de zeventiende-eeuwse Japanse haikoe-dichter Matsuo Basho:
den aawen vèèver –
ene kinkenduut springt –
den klaank van waoter
Iemand die de diksjenèèr invoert in een databaseje kan waarschijnlijk een automatische vertaler maken. Goedvertòld is alleen op papier verschenen, maar dat heeft ook allerlei voordelen, want het is een fijn bladerboek.
Van sommige woorden kun je je afvragen hoe reëel ze zijn. Thumbnail is volgens de makers in het Tilburgs klikplòtje, maar ik zou de Tilburgse graphic designersbond weleens willen vragen hoe bekend zij met dat woord zijn. Het lijkt me meer een aardige vinding van de woordenboekmakers zelf. Het enige echte bezwaar dat ik tegen het woordenboek heb is dat informatie over woordgeslacht ontbreekt. Zijn vijver, kikker, klank in het dialect mannelijke of vrouwelijke woorden? Wanneer je een woordenboek maakt voor mensen die het Tilburgs niet goed beheersen maar zich er wel in willen uitdrukken, moet je die informatie eigenlijk wel geven.
Maar dat is een klein detail, in een prachtig project. Trekt allen naar Tilburg en koop dit boek! Het ligt er bij iedere boekhandel én iedere Primera in de winkel.

Ad Aarts, Piet Looijaard, René van de Wiel. Goedvertòld. Woordenboek – Diksjenèèr Nederlands – Tilburgs. Stichting Tilburgse Taol, 2025. Bestelinformatie
‘Klikplòtje’ vind ik een interessante, want ik was er altijd zonder meer van uitgegaan dat de computerwoordenschat van Nederlandse dialecten niet wezenlijk afwijkt van die van de standaardtaal. Maar misschien klopt dat niet?
Maar ik kan me ook moeilijk voorstellen dat ‘klikplòtje’ voor ’thumbnail’ echt in gebruik is.
‘Klikplaatje’ als purisme voor ’thumbnail’ komt voor in het boek Op-en-top Nederlands: Woordenlijst overbodig Engels van Frens Bakker, Paul Uljé en Dick van Zijderveld. Maar dat is dan ook meteen de énige vindplaats van het woord in die betekenis. Een slecht woord, want het bestaat al in andere betekenissen en suggereert ten onrechte dat elke thumbnail aanklikbaar is.
Aaiklikbaar. Zo gaat het met alles. Hoe groter de aaibaarheid hoe levensvatbaarder. Archeologisch-taalonderzoek verandert niets aan het gebruik van. Het kan alle kanten op; dat is zo mooi van taal. In Spanje hoor ik steeds diemen.