In de taal van onze medetuinders: Arabic: طائر أسود (tayir ‘aswad); Frans: merle: Krowaats: kos; Spaans: mirlo; Turks: karatavuk. (vergeet ik er nog een?) Dat je ouder wordt merk je ook aan je gehoor. Dat gaat achteruit, de hoge tonen komen niet meer binnen. Bij mij ligt de grens bij zo’n 6000 Hz. Alles erboven hoor ik niet meer. Dat betekent dat … [Lees meer...] overEtymologica: Merel
Etymologica: Aardbei
Je zou ’t misschien niet denken maar de aardbei is een oeroude vrucht. In de bronstijd (ca. 3000 tot 800 voor Christus) werd ie al gebruikt. Hoe ze dat weten is me een raadsel. Ik kan me niet voorstellen dat er prehistorische aardbeien gevonden zijn; ik kan de mijne amper twee dagen goed houden. Die oude aardbei was de aardbei die we nu ‘wilde aardbei’ noemen. Hij komt nog … [Lees meer...] overEtymologica: Aardbei
Ons gevederde verleden
Aan de reeks Nederlandse boeken over vogels is onlangs een fraai uitgevoerd boek toegevoegd. ’t Heet Gevleugelde geschiedenis van Nederland en ’t bevat 30 bijdragen waarin van alles over vogels behandeld wordt in een historisch verband. De bijdragen zijn chronologisch gerangschikt naar de periode die ze bestrijken. Van de vogels uit de prehistorie, valken, patrijzen, ganzen, … [Lees meer...] overOns gevederde verleden
Etymologica: Zomer
Onze voorouders, de Indo-Europeanen, onderscheidden maar twee seizoenen, winter en zomer. We hebben ’t dan over ’t vierde millennium voor ’t begin van onze jaartelling. Voor de ‘zomer’ bestond toen een benaming die we in de Germaanse talen nog terugvinden, in allerlei variaties, o.a. summer (Engels), sommer (Duits), simmer (Fries). In ’t … [Lees meer...] overEtymologica: Zomer
Etymologica: winterkoninkje
Er zijn maar weinig vogels die genoemd worden met een verkleinwoord. Ik ken eigenlijk alleen ’t roodborstje, ‘t puttertje en ’t winterkoninkje. Ze zijn ook alle drie bijzonder klein. Maar andere vogels die toch ook klein zijn krijgen een volwassen naam: mus, spreeuw, koolmees, kneu. Natuurlijk kun je ook zeggen musje, spreeuwtje, enzovoorts, maar … [Lees meer...] overEtymologica: winterkoninkje
Hoe teken je een dialectkaart?
Ter nagedachtenis aan Jan van Bakel, de ontwerper van 't cartografische programma CARTO door Jan Stroop “De meeste dialectologen hebben geen verstand van cartografie.” Zo dacht ik erover in 1973, maar ik denk er nog steeds zo over, want de situatie is sindsdien nauwelijks veranderd. De kaartjes in ’t pas verschenen Dialectendoeboek laten dat goed zien. ’t Is natuurlijk … [Lees meer...] overHoe teken je een dialectkaart?
Haag en Tuin
Voor 't begrip 'haag' bestaan in 't Nederlandse taalgebied verschillende benamingen. Één ervan, tuin, heeft in een deel van ons taalgebied én in ‘t Nederlands een nieuwe betekenis gekregen, namelijk ‘tuin’. In dit artikel, dat ik schreef voor ‘t speciale nummer van Leuvense Bijdragen voor Jan Goossens bij gelegenheid van zijn 90e verjaardag, bespreek ik herkomst, … [Lees meer...] overHaag en Tuin
Tieneke en Constantientje
door Jan Stroop In de biografie van Christiaan Huygens van Hugh Aldersey-Williams, kortgeleden vertaald verschenen als “De eeuw van het licht”, las ik dat de oudste zonen van Constantijn Huygens in de familiekring Tien en Tiaen genoemd werden (blz. 132). Dat is interessant, dacht ik. De laatste naam is natuurlijk de verkorte vorm van Christiaan, de voornaam … [Lees meer...] overTieneke en Constantientje
Een journalistieke hebbelijkheid
De Alias-praktijk door Jan Stroop Wie wel eens een artikel op de sportpagina van de krant leest, komt regelmatig een stijlverschijnsel tegen dat ik de ‘Alias-praktijk’ noem. Dat gaat zo. De schrijver voert een voetballer ten tonele, bijv. Deulofeu, en daar gaat zijn artikel verder over. Maar iedere keer dat die Deufoleu verschijnt, noemt de journalist hem anders en wel zo dat … [Lees meer...] overEen journalistieke hebbelijkheid
Poldernederlands Op1
door Jan Stroop De opzet van de nieuwe talkshow op de NPO1, die Op1 heet, herinnert me aan die van ’t legendarische ‘Het Blauwe Licht’, 't discussieprogramma van Stephan Sanders en wijlen Anil Ramdas. Voor dat Blauwe Licht werden wekelijks twee personen uitgenodigd, steeds een man en een vrouw. De discussies gingen over serieuze tv-programma's van de week ervoor. … [Lees meer...] overPoldernederlands Op1
Boeren in Nieuw-Nederland
Door Jan Stroop Als je door Manhattan wandelt of een foto bekijkt van Times Square is ’t bijna onvoorstelbaar dat daar ooit geboerd werd en dat je er struikelde over loslopende en wroetende varkens. En waar nu de Trumptower staat dat daar de mensen voor hun onderkomen de diepte in gingen: ze “graven… een viercante cuijl kelders gewijs in de aerde, … besetten de aerde van … [Lees meer...] overBoeren in Nieuw-Nederland
Afscheid van Wim Klooster
Toespraak bij zijn pensionering, 1 september 2000 door Jan Stroop Wim Klooster is bij elkaar het langst voorzitter van de vakgroep Nederlandse Taalkunde geweest van ons allemaal. Er was wel een soort rouleersysteem, waardoor zelfs ik een keer voorzitter werd, maar ieder ander werd telkens weer door Wim opgevolgd. Het lijkt erop alsof hij iedereen een kans wou geven, … [Lees meer...] overAfscheid van Wim Klooster
De meertaligheid van ‘Undercover’
door Jan Stroop Er is altijd wel wat met Nederlandse films die in een regio spelen en waarin de voertaal de taal van die regio moet zijn. Zo herinner ik me de serie over Merijntje Gijzen, die in West-Brabant speelt, maar waarvan de taal een West-Brabander doet huiveren. Voorbeeld: den (h)emel of den (h)el moet zijn den (h)emel of del. In de film over … [Lees meer...] overDe meertaligheid van ‘Undercover’
Houben, Ploumen, Ingenhousz
Familienamen: hoe spreek je ze uit door Jan Stroop Afgelopen voorjaar heeft de VPRO de tv-serie ‘Rond de Noordzee’ uitgezonden. Die serie is gemaakt door Arnout Hauben. Toen ik die naam in een reclamespotje hoorde, zag ik dit woordbeeld voor me: Houben en dacht: die presentator weet dus niet hoe je die naam moet uitspreken, namelijk zoals de naamdragers dat zelf doen. Die … [Lees meer...] overHouben, Ploumen, Ingenhousz
“als nominatief is ’t een leelyk woord“
door Jan Stroop Bij ’t lezen in deel 10 van Multatuli, Volledige Werken Over U Als trouwe volger van de blogserie over Multatuli las ik ook deel 10, een spannend deel vanwege de opbloeiende relatie van Multatuli met Mimi. Maar toen ik stuitte op de zin “en U zal zien dat ik werken wil” (brief van 3 september 1859), begon ik wat nadrukkelijker op zijn taalgebruik te letten. … [Lees meer...] over“als nominatief is ’t een leelyk woord“
Een krant gaat in de overbeet
door Jan Stroop Taalkunde is niet de sterkste kant van De Volkskrant. Daar is ’t artikel van wetenschapsredacteur Maarten Keulemans, “Vroege mens deed het zonder v, w en f – want die kon zijn gebit niet aan” (14 maart), weer een mooie illustratie van. … [Lees meer...] overEen krant gaat in de overbeet
Waarom heet iemand eigenlijk Van Houdenhoven?
over de H in familienamen door Jan Stroop ’t Idee voor dit stukje ontstond toen ik in een krant de familienaam Van Houdenhoven tegenkwam. Van Houdenhoven is natuurlijk een variant van Van Oudenhoven, maar een variant waar een verhaal aan vast zit, want ’t betreft hier niet zomaar een spellingvariant, als Janssen naast Jansen. Of De Craemer naast De Kramer. Hier is … [Lees meer...] overWaarom heet iemand eigenlijk Van Houdenhoven?
’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 19 (slot)
't Is gedaan door Jan Stroop Na dat secretariaat van de Commissie tot behoud van het Meertens Instituut had ik geen directe betrekkingen meer met ’t Instituut. Ik kwam er overigens nog wel regelmatig om materiaal te verzamelen voor een artikel of een stukje. Dat is aanzienlijk minder geworden omdat al ’t materiaal, ‘de kip met de gouden eieren’ (zoals ’t evaluatierapport … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 19 (slot)
’t Dialectenbureau (en ik), afl. 18
Meertens Instituut gered Door Jan Stroop Begin 1996 verscheen ’t eerste deel van de romanserie Het Bureau van J.J. Voskuil. Dat had al meteen een overweldigend succes. Van dat eerste deel werden er volgens de uitgever in minder dan 3 weken al 5000 exemplaren verkocht. Er volgden herdrukken. Bij elk nieuw deel nam dat succes telkens toe. Door dat succes bleef ’t echte … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), afl. 18
’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 17
’t Jaar 1986 zou een belangrijk jaar worden, want directeur Dick Blok ging met de vut. Dat beloofde niet geruisloos te gaan, want de Akademie had plannen om het Instituut nu eens flink op te schudden, ‘door te lichten’, en dat moest de nieuwe directeur gaan doen. Dat moest dus wel iemand met ‘poid’ zijn, in de woorden van Blok. Dat ‘doorlichten’ werd door sommigen gevoeld als … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 17
’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 16
Dat ik me toch meer met ’t Dialectenbureau verbonden voelde, dan ik had verwacht, er zelfs een beetje aan gehecht was geraakt, merkte ik in de zomer na mijn ontslag, in 1974, toen we kampeerden in Frankrijk, in de Périgord. In de vakantiemaanden was ’t gebruikelijk dat de vakantiegangers hun achterblijvende collega’s een ansichtkaart-met-groet stuurden. Ik had daar nooit aan … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 16
Over ‘bezjoer’
door Jan Stroop 't Kaartje dat ik op 15 juni op Twitter geplaatst heb, heeft, naast onwaarschijnlijk veel weergaves (tot 10 juli ruim 214.000), de nodige kritiek gehad. Er klopt een hoop niet, was de strekking. Nu zijn de kaartjes in de Dialectatlas van het Nederlands bedoeld om globaal beeld te geven van de dialectverscheidenheid in ons taalgebied. Niet om de … [Lees meer...] overOver ‘bezjoer’
’t Dialectenbureau (en ik) aflevering 15
door Jan Stroop De afgelopen week kreeg ik op Twitter te maken met massale aandacht voor mijn kaart ‘Dag’ (afscheidsgroet) in de Dialectatlas van het Nederlands. Op de dag dat ik dit schrijf, dinsdag 19 juni staat de teller op 200.035 weergaven. Dat is nog niet vaak gebeurd bij een tweet met een taalkundig onderwerpje, vermoed ik. 't Gekleurde kaartje bij die tweet is … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik) aflevering 15
Piet van Sterkenburg weet van geen ophouden
door Jan Stroop Nu is er weer een boek van hem verschenen, nog dikker dan ’t vorige (Van woordenlijst tot woordenboek, 2011) en even mooi uitgegeven: Leienaars. Leidse achternamen en Leidenaars van naam. Totaal 687 bladzijden, met bijna op elke bladzijde wel een paar illustraties. Als er één stad is waarvan de familienamen wel interessant moeten zijn dan is ’t Leiden. … [Lees meer...] overPiet van Sterkenburg weet van geen ophouden
’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 14
door Jan Stroop Gedurende ’t jaar 1971 werkte Jo (thuis!) intussen ook aan haar uitgave van de kluchten van Bredero die deel zou gaan uitmaken van de complete Bredero, die bij Tjeenk Willink aan ’t verschijnen was. Ze had al naam gemaakt met haar uitgave van de Klucht van de Koe. Daar had ik haar ook een paar tips bij gegeven. Die uitgave van ‘de Koe’ maakte Jo de aangewezen … [Lees meer...] over’t Dialectenbureau (en ik), aflevering 14