Hoe coninck Anthonis ende Amaris te Tours quamen, daer coninck Henrick sijn twee sonen vont.[20] Na veel strijdens dat de drie koninghen hadden ghehadt, soo quamen sy te Tours, Helena al omme zoecken[de]. Ende als sy voor Tours waren, zonden sy boden aen den bisschop oft sy daer binnen logeren mochten, dat den bisschop geerne consenteerde, by alsoo dat sy de mannen … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 20
Middelnederlandse letterkunde
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 19
Hoe dese twee tot Amiens quaemen, daer sy kersten gedaen worden.[19] Hier na quamen sy in de stadt van Amiens, daer doen ter tijdt binnen was de bisschop van Tours, daer sy doen gingen int hof vanden bisschop ende baden datmen hunlieden kersten maecken wilde. Doe vraechde de bisschop van waer sy waren. Doen vertelden sy al hun avontueren, ende soo worden sy … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 19
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 18
Hoe de kinderen van Helena scheyden vanden heremijt ende quamen te Beyeren.[18] Op een tijt als dese twee kinderkens sestien jaer lanck by den heremijt ghewoont hadden, soo ginck hy wandelen met hun int bosch ende seyde: “Kinderkens, daer is de plaetse daer ick u eerstwerf vant ende u de beesten ontnam ende verloste vander doot.” Doen seyden de … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 18
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 17
Hoe de coninck raet hielt, daer hem de hertoghe verontschuldighde.[17] Doen dese coningen binnen Londen waren, soo is daer raet gehouden metten heeren, daer de hertoghe van Clocestre voortbracht de neghen boden, elck met sijn brieve inde hant die hy gebracht hadde, want hy hadse al t’samen gevangen geset, ’t welck wijsheyt was. Doe dede de hertoge den coninc alle … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 17
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 16
Hoe coninck Hendrick weder te lande quam, daer hem sijn moeder willekome hiete.[16] Nu is coninck Hendric van Engelandt gekomen tot Bolonien ende sont een bode totten hertoge van Clocestre, hem seggende dat de coninck quame, ende dat hy hem seer geboot tot Helena, die hy boven alle dinck ter werelt lief hadde. “Waerom,” seyde de hertoge, “indien hyse so seer … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 16
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 15
Hoe coninck Henrick oorlof badt aenden p[a]us.[15] Als coninck Henrick te Romen was, so dede hy so veel dat hy Romen van den ongeloovigen verloste, ende hy versloegh hunnen coninck Butor, daer hy het Engelsch[e] wapen wan, te weten drie lupaerden die Butor te voeren plach. Ende is dae[r] na aen den paus gegaen ende nam oorlof. Ende de paus seyde hem dat hy w[el] … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 15
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 14
Hoe Helena te Nantes in Brittangien quam t’schepe met lieden diese om Godts wille t’schepe namen.[14] Als Helena ontwaeckte, waren haer kinderen wech, des sy doen seer weende ende klaechde: “Ach armen, waer sijn mijn kinderen!? Eylacen, waerom en hebben my de beesten oock niet verbeten, die mijn kinderen verslonden hebben? Want ick weet wel datse my geen mensche … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 14
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 13
Hoe Maria van Clocestre, des hertogen susters dochter, sijn nichte, voor Helena verbrant wert.[13] Doen de heeren dit totten hertoghe gheseyt hadden, ginck hy tot Helena metten lesten brief, dien hy haer al heel uyt las met weenende ooghen ende seyde: “Ick wilde dat ick niet gebooren en ware, so en soude ick dit felle werck niet volbrenghen dat my de co[n]inck … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 13
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 12
Hoe Helena twee soonen baerde, ende hoe sy van d’oude coninginne verraden wert, dewelcke den coninck schreef datse gelegen was van twee jonge honden.[12] Na dat den tijt der natueren vervult was, soo baerde Helena twee schoone sonen. Dies de ruwaert seer blijde was ende seyde tot d’oude coninginne dat hy dat den coninck schrijven soude. Ende h[e]eft eenen bode … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 12
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 11
Hoe d’oude coninginne Helenaes zegel stal ende deden na conterfeyten.[11] Als coninc Hendric gereyst was, soo quam d’oude coninginne, sijn moeder, dickwils int hof om Helena te besoecken, wantse groot ginck van kinde. Soo gevielt op een tijt dat d’oude coninginne by Helena gheseten was ende leyde Helenen hooft in haren schoot, soo dat Helena in slape viel, ende doe … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 11
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 10
Hoe de paus brieven sont aen de kersten princen ende aen coninck Henrick van Engelant om bystant.[10] Op een tijt is ghekomen de coninck Butor van Armenien met grooter heyr kracht ende heeft beleyt de stadt van Romen. Als de paus sach dat hy soo seer overlast was, soo sont hy boden aen allen kersten princen om bystant, ende oock schreef hy sonderlinghe aen coninck … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 10
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 9
Hoe de coninck van Engelant de schoone Helena troude.[9] Doen Helena een wijle tijdts in des conincx hof ghewoont hadde, soo aenmerckte hy haer deugdelijcke manieren ende is op een tijt met haer gaen spaceren ende hy begonste haer te vraghen van wat lande sy was ende van wat afkomst. Doen vielse op haer knien ende seyde: “Heere, en vergramt u niet, want ick en … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 9
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 8
Hoe de coninck Helena in den hof vont sitten.[8] Als nu Helena by nae doot in den boomgaert sat, so quam daer coninck Henrick spaceren met sijn edelen ende vondt de schoone maecht daer sitten ende seyde: “Jonckvrouwe, hoe komdy hier, en[de] wie heeft u kleederen so bedorven?” Doen seyde Helena: “Heere, en vraeght my nu niet meer, maer doet my een … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 8
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 7
Hoe Helena op haer knien viel, Godt aenroepende met seer groot betrouwen.[7]Doen den capiteyn vanden schepe Helena haer bede gheconsenteert hadde, soo vielse op haer knien, God aenroepende met devoter herten, ende seyde: Ghy weet, mijn Godt waerachtigh, Dat ick ontvloden ben met sinnen voordachtigh Mijnen … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 7
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 6
Hoe Helena te Sluys aen quam, ende hoe sy korts weder ter zeewaert trock, daer ’t schip vreesselijck bevochten wert, ende de roovers haer namen.[6] De schoone Helena is nae veel zeylens met ’t schip ghekomen ter Sluys in Vlaenderen, ende sy heeft den schipper wel betaelt ende aen hem oorlof ghenomen ende is ghegaen nae een klooster daer kersten nonnen in woonden op … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 6
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 5
Hoe de coninck tot Clarisse quam, Helenen kamenier.[5] Als hem de kamerlinck dit geseyt hadde, so wert coninck Anthonis heel verstoort ende liep terstont tot haer camer, daer hy Clarisse vondt, welcke hy vraeghde waer sijn dochter was. Clarisse seyde dat sijt niet en wiste. Doen dede hyse vanghen ende seyde: “Ten sy dat ghy my mijn dochter wijst, ick sal u doen … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 5
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 4
Hoe Helena met een schip haren vader ontquam.[4] Helena verstaen hebbende den goeden raet van haer kameniere Clarisse, soo en wildese niet langer beyden ende heeft eenen gulden mantel om genomen ende gaf Clarisse een koffer met gout, ende sijn so onder hun beyden gegaen nae de haven dewijle dattet hofghesin sliep, ende ontweckten daer eenen schipper, tot wien … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 4
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 3
Hoe Helena half desperaet in haer kamer ginck, daer sy seer weende ende haer h[a]nden sloegh.[3] Als dit Helena van haren vader ghehoordt hadde, soo is sy van hem ghescheyden ende ginck in haer kamer, daerse seer groot misbaer maeckte, weenende ende haer handen wringhende. Klarisse, haer kameniere, dit ziende, wildese vertroosten, maer Helena en wilde daer niet nae … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 3
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 2
Hoe den engel Gods den paus eenen brief bracht als hy offerhande dede op den outaer.[2] Als dit de paus gehoort hadde, soo badt hy sijnen swager dat hy hem lijden wilde tot des ander daeghs na dat hy offerhande ghedaen soude hebben, ’t welck de coninc dede. Als nu de paus des ander daeghs d’offerhande begonnen hadde, bad hy Godt met devotie dat Hy hem vertoonen … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 2
Helena van Constantinopel, hoofdstuk 1
Hoe de coninginne van Constantinopolen een dochter baerde welcke Helena genoemt wert, ende de coninck na de doot van sijn huysvrouwe op Helena verliefde.[1] Nae de gheboorte onses Heeren Jesu Christi, inden jare van .LXXX., was sint Clements paus te Romen ende had een suster die coninginne was van Constantinopolen, die groot ginck van kinde. Waer om de coninck, … [Lees meer...] overHelena van Constantinopel, hoofdstuk 1
Het rauwe middeleeuwse leven van Helena van Constantinopel, de moeder van sint Maarten, als Neder-L feuilleton
Door Willem Kuiper Vandaag vieren wij het feest van sint Maarten, bisschop van Tours, die ook hier te lande overbekend was. Denk maar aan de van oorsprong middeleeuwse kerken die zijn naam dragen: Groningen en Utrecht om de meest bekende te noemen. Sint Maarten behoort tot de weinige heiligen die de Reformatie overleefd hebben, toen de hele santenkraam bij het oud … [Lees meer...] overHet rauwe middeleeuwse leven van Helena van Constantinopel, de moeder van sint Maarten, als Neder-L feuilleton
Geen genade voor wie niet in wonderen gelooft
Door Marc van OostendorpIn de winter van 1444-1445 vond Margriet een Mariabeeldje onder het ijs in een gracht in Amersfoort. Ze had al een paar nachten gedroomd dat Onze Lieve Vrouwe zelf haar de opdracht had gegeven om naar dat beeldje te zoeken.Al snel begint het wonderen te regenen rondom het beeldje. Een kaars die Margriet aansteekt, blijft drie keer zo lang branden, maar … [Lees meer...] overGeen genade voor wie niet in wonderen gelooft
Een (downloadbaar) middeleeuws vakantieboek: Een schone historie van Alexander van Mets
Door Willem KuiperIck segghe dattet lesen meer goedt dan quaedt is,Wantmen schout dobbelen, boordeelen, taveerneTuyschen, vechten, quade eeden te sweerne.Met deze woorden poogt de inleider van deze schone historie zich te verdedigen tegen pilaarheiligen en andere asceten, die van mening zijn dat het lezen van (dit soort) boeken een zondige bezigheid is: Al segghet [die sulcke] … [Lees meer...] overEen (downloadbaar) middeleeuws vakantieboek: Een schone historie van Alexander van Mets
Die Queeste vanden Grale, hoofdstuk 6
Die Queeste vanden Gralezoals bewaard gebleven in het handschrift KB Den Haag 129 A 10(Lancelot-compilatie) Hoofdstuk 6:Perchevaels aventuren van groten wondereProefleesversieVerantwoording … [Lees meer...] overDie Queeste vanden Grale, hoofdstuk 6
Column 100: Voer voor boekhistorici #3: de Historie vanden reus Gilias
Door Willem Kuiper In 1903 publiceerde Gerrit Jacob Boekenoogen (1868-1930) de Historie vanden reus Gilias als deel IV van de prachtige, door hem in samenwerking met de Maatschappij der Nederlands(ch)e Letterkunde begonnen en gedragen, reeks Nederlandsche volksboeken. Eerder bezorgde hij de delen I-III, achtereenvolgens Den droefliken strijt van Roncevale, Historie van Floris … [Lees meer...] overColumn 100: Voer voor boekhistorici #3: de Historie vanden reus Gilias