door Jan Stroop
In haar column van maandag 8 april (Volkskrant) uit Aaf Brandt Corstius haar ongenoegen over de spatie tussen Rijks en museum zoals die te zien is in ’t nieuwe logo van ’t museum. Ze is niet de eerste. Zelden heeft een lege ruimte zoveel beroering veroorzaakt, in kleine kring welteverstaan. Aaf stoort zich vooral aan de argumenten van ontwerpster Irma Boom. Twee ervan gaan over ontwerpaspecten, maar ’t tweede argument raakt de taalkunde en dus mij. Ik citeer Aaf: “Voor haar ‘gevoel’ zijn het twee woorden, vanwege de koosnaam Rijks.” Haar is dus Irma Boom.
Ik denk ook dat Rijks en museum twee woorden zijn, maar dan vanwege de historie.
In de naamgeving van ’t museum en in de spelling die dat zichtbaar maakt, zien we wat er gebeurd is. Na de totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden (1814), werden een reeks musea tot eigendom van de staat verklaard. Dat kwam in hun naam tot uitdrukking: ze kregen allemaal de bepaling ’s Rijks voor zich. ’s Rijks Museum van Natuurlijke -historie en ’s Rijks Museum van Oudheden, alle twee in Leiden. Dat was ook ’t geval bij ’s Rijks Museum van Schilderijen te Amsterdam, wat toen nog ’t Trippenhuis was. Andere instellingen waren o.a. ’s Rijks Prentenkabinet (in Amsterdam) en ’s Rijks Munt te Utrecht. De oudste attestatie ’s Rijks museum die ik in de verzameling Historische Kranten van de KB gevonden heb, is uit de Staatscourant van 1820.
In de naamgeving van ’t museum en in de spelling die dat zichtbaar maakt, zien we wat er gebeurd is. Na de totstandkoming van het Koninkrijk der Nederlanden (1814), werden een reeks musea tot eigendom van de staat verklaard. Dat kwam in hun naam tot uitdrukking: ze kregen allemaal de bepaling ’s Rijks voor zich. ’s Rijks Museum van Natuurlijke -historie en ’s Rijks Museum van Oudheden, alle twee in Leiden. Dat was ook ’t geval bij ’s Rijks Museum van Schilderijen te Amsterdam, wat toen nog ’t Trippenhuis was. Andere instellingen waren o.a. ’s Rijks Prentenkabinet (in Amsterdam) en ’s Rijks Munt te Utrecht. De oudste attestatie ’s Rijks museum die ik in de verzameling Historische Kranten van de KB gevonden heb, is uit de Staatscourant van 1820.
’s Rijks is de verkorte vorm van des Rijks ‘van het Rijk’, een genitief (tweede naamval). Toen deze formatie ’s Rijks gelanceerd werd, had ie al een archaïsch, plechtstatig karakter, wat nog versterkt werd doordat ’s Rijksvoorop stond. ’t Was typisch een schrijftaalvorm die alleen geschikt was om in een naam te gebruiken. In het gewone taalverkeer werd de combinatie rijksmuseum als soortnaam gebruikt: “Daar er geen rijksmuseum voor de archaeologie bestaat, heeft het Z. M. behaagd, bij de verzameling te Leiden aanwezig, voorloopig en tot nadere beschikking te voegen twee nieuw aangekochte verzamelingen” (1822).
Dat ’s Rijks museum lang niet door iedereen die schreef geaccepteerd werd, laat staan dat mensen ’t gezegd zullen hebben, maar dat weten we natuurlijk niet, bewijst ’t haast gelijktijdig verschijnen van de combinatie: het Rijks museum (1828). Van begin af kwamen deze twee schrijfwijzen, ’s Rijks museum en het Rijks museum naast elkaar voor en ongeveer even vaak. Het gebruik van ’t lidwoord ’t (het) is een gevolg van de herinterpretatie van de combinatie Rijks en museum. Dat onzijdige lidwoord hoort bij ’t onzijdige zelfstandige naamwoord museum. Rijks is nu eerste lid van de samenstelling. Eigenlijk zouden de twee woorden aan elkaar geschreven moeten worden, maar dat gebeurde niet.
Dat men de naam met ’t lidwoord het als twee woorden bleef schrijven zal wel onder invloed geweest zijn van de alternatieve, de officiële naam. Daar zag je immers ook steeds twee losse woorden. ’t Enige verschil was dat die daar voorafgegaan werden door die ’s; die consolideerde daar de spatie. Ik heb geen enkele vorm ’s Rijksmuseum aangetroffen. Maar bij het Rijks museum staat de spatie onder druk. Je ziet dan ook gaandeweg allerlei varianten verschijnen, die naast elkaar gebruikt worden. In de kranten van 1880 komen bijvoorbeeld behalve ’s Rijks Museum nog voor het Rijks-Museum, het Rijksmuseum en het Rijks museum. Soms zelfs verschillende spellingen in ’tzelfde artikel.
Je zou verwachten dat dat vanaf 1885, toen ’t nieuwe Rijksmuseum geopend werd, wel zou veranderen en dat er één officiële spelling zou overblijven. Maar nee, tot in de 20e eeuw bleven die drie schrijfwijzen in gebruik, naast ’t klassieke ’s Rijks museum. Dusty Jacobs geeft daar mooie voorbeelden van: http://historiek.net/museumnieuws/6996-spatie-rijksmuseum-getuigt-van-gevoel-voor-gevoel-voor-historiciteit
Hoe komt ’t nu dat je combinaties als Aafs fiets wel los kunt schrijven , maar Rijks museum beter niet? In beide gevallen gaat ’t toch om een eigendomsverhouding en is die s een genitief-s? Kijk naar Neerlands Hoop, Gouda’s Glorie, Delfts blauw, die ook niet aan elkaar geschreven worden. Rijks museum kun je alleen schrijven als ’t het museum van Rijk (de Gooyer bijv.) zou zijn, niet als ’t museum van ‘het Rijk’ is. Bij eigennamen kan dat als twee woorden schrijven blijkbaar wel. Misschien is dit de regel: combinaties waarvan het eerste woord een lidwoord kan hebben, worden aan elkaar geschreven: museum van het Rijk, dus Rijksmuseum.
Van de oervorm van ’s Rijks museum heb ik maar één attestatie gevonden, verrassend genoeg in een In memoriam Pierre Cuypers: “Rijksadviseur en Rijksbouwmeester, stichter van des Rijks Museum, waarin een jaren lang onvervuld gebleven verlangen naar zulk een nationale stichting de zeer schoone vervulling kreeg; bouwer van het Station der hoofdstad.” (Nieuwe Rotterdamsche Courant, 03-03-1921).
De oplossing van de crisis: zet die ’s er weer voor. Iedereen tevreden: mooi historiserend logo en geen onjuist spatiegebruik meer:
’s Rijks museum
Moet we dan ook 's Rijks adviseur of 's Rijks bouwmeester zeggen? Of 's staats courant?
Die spatie is heel aardig, want taalkundig te verantwoorden, maar gebruik dan alstublieft ook het juiste teken voor de apostrof!
Veel tekstverwerkers zijn hierin helaas nogal onnozel geprogrammeerd: de welgevormde, rondbuikige apostrof (met het elegante boogje onder naar links!) wordt geheel automatisch gedegradeerd tot een mager-stram streepje dat ooit slechts diende ter notatie van minuut of boogminuut.
Voor het aanhalingstekens geldt hetzelfde; kijk bijvoorbeeld eens op Volkskrant.nl hoe lelijk dat eruit ziet.
Dat volgt niet uit mijn betoog
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Dank! Ik zie er, neurotisch spiedende, nog één staan, in “'s Rijks Museum van Schilderijen”.
Mijn reactie van 11 april 2013 16:08 is per vergissing verwijderd. Er stond niets onbetamelijks in.