• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

2 aspirines voor 1,1 miljoen Belgen

28 mei 2013 door Marc van Oostendorp 5 Reacties

Door Marc van Oostendorp

Er is iets dat Ludo Permentier gisteren niet wilde uitleggen, in zijn wekelijkse taalcolumn in De Standaard: “dat is zo’n ingewikkelde kwestie dat ik u al naar een aspirientje zie grijpen.”

Gelukkig zijn de lezers van Neder-L, blijkens recent wetenschappelijk onderzoek, dol op hoofdpijn, vooral in de maandagmorgen, dus, hup, daar gaan we. Het is Permentier te doen om paren zinnen als de volgende:

– 1,1 miljoen Belgen nemen elke dag een aspirine.
– Elke dag nemen 1,1 miljoen Belgen een aspirine.

Die zinnen hebben een verschillende betekenis, en dat is nu precies wat zoveel hoofdpijn oproept.

Het verschil is: in de eerste zin ben je geneigd om aan te nemen dat er ruim een miljoen Belgen zijn die allemaal dag in dag uit een aspirientje slikken. Bij de tweede zin ligt het meer voor de hand om te menen dat er weliswaar iedere dag 1,1 mensen zijn die een aspirientje slikken, maar dat dit niet noodzakelijkerwijs steeds dezelfde mensen zijn.

Anders dan Permentier denk ik overigens dat het hier gaat om een relatief verschil. Allebei de zinnen kunnen, als je ze maar de juiste intonatie geeft, en je een beetje je best doet, beide betekenissen hebben. Maar de voorkeur is duidelijk verschillend, en dat heeft iets te maken met de woordvolgorde.

Om die relatie te begrijpen is het nuttig om te zien dat het verschil tussen de twee zinnen vooral zit in een verschil tussen de relatie tussen 1,1 miljoen Belgen en elke dag: nemen we eerst onze selectie van ruim een miljoen en maken we daar een claim over wat die groep (die we nu hebben vastgelegd) iedere dag doen? Of kijken we naar iedere dag afzonderlijk, en maken we dan iedere keer een nieuwe selectie? Daar zit een soort logische ordening in (eerst de Belgen nemen en dan kijken wat ze iedere dag doen, of juist eerst de dagen nemen en dan voor ieder daarvan onze Belgen kiezen).

Het interessante is nu dat die logische volgorde precies weerspiegeld wordt in de woordvolgorde. Dat is misschien een aanwijzing dat je als lezer meteen begint te redeneren wanneer je de eerste woorden leest, en niet eerst het einde van de zin afwacht voor je alles in elkaar zet.

Overigens wordt de zin nog veel rijker wanneer we ook een aspirine erbij gaan betrekken. In het voorbeeld hierboven is dat door het onbepaald lidwoord een beetje non-descript: een Belg telt ook mee als hij bijvoorbeeld drie aspirientjes slikt. Maar wanneer we dat getal vast gaan zetten, gaat ook meespelen, en dat kan leiden tot absurde betekenenissen:

– Elke dag nemen tien Belgen twee aspirines.
– Tien Belgen nemen elke dag twee aspirines.
– Twee aspirines worden door tien Belgen elke dag ingenomen.

Het verschil tussen de eerste twee zinnen lijkt erg op het besprokene. De meest voor de hand liggende interpretatie is bovendien dat ieder van die Belgen twee andere aspirines nemen (anders dan de vorige dag en anders dan de andere Belgen nemen). De laatste zin dringt echter een heel andere betekenis op: dat dezelfde twee aspirines dag na dag door hetzelfde groepje van tien Belgen wordt ingenomen (en vermoedelijk daarna weer worden uitgespuwd, klaar voor vervolgconsumptie.)

Onsmakelijk, wat u zegt. En hoewel u tegen een beetje hoofdpijn op de maandagmorgen niet opkijkt, houdt u natuurlijk niet van misselijkheid.

(Er bestaat een uitgebreide literatuur over dit onderwerp; vooral aan Duitse universiteiten is het onderwerp zeer diepgravend bestudeerd. Ik ken alleen geen goede inleiding in de materie. Lezer! Kent u wel zo’n inleiding, geef een verwijzing in het reactiepaneel hieronder.)

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: semantiek, syntaxis, taalkunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Taalprof zegt

    28 mei 2013 om 16:39

    Dit misschien?

    Beantwoorden
  2. Marc van Oostendorp zegt

    28 mei 2013 om 19:24

    Ja, zeker, daar heb ik het ook nog uit geleerd! Dank je wel. Het heeft twee nadelen: het is een beetje oud en niet meer in de handel, en het is ook niet online beschikbaar. Daarom zou ik liever iets aanraden dat wat bereikbaarder is, maar ik ken het niet.

    Beantwoorden
  3. Taalprof zegt

    28 mei 2013 om 23:18

    Ik vind een van de beste handleidingen nog altijd Introduction to Montague Semantics van Dowty Wall & Peters, en dat is via print on demand

    Beantwoorden
  4. Marc van Oostendorp zegt

    29 mei 2013 om 09:43

    Zeker. We moeten er wel bij zeggen dat dit soort relaties in het Engels wat anders zijn (al is het maar omdat de zinsbouw wat minder vrij is).

    Beantwoorden
  5. Jos Damen zegt

    16 augustus 2013 om 12:55

    Geertje van Bergen: Who's first and what's next : animacy and word order variation in Dutch language production. Nijmegen, 2011 http://hdl.handle.net/2066/87171

    J. Pekelder: Décodage et interprétation : ordres linguistique, iconique et pragmatique en néerlandais contemporain. Leuven, Peeters, 2002

    Peter Bassola: Wortstellung im Sprachvergleich : (deutsch, niederländisch, polnisch, ungarisch). Tübingen, Groos , 2001

    Justine Pardoen: Interpretatiestructuur : een onderzoek naar de relatie tussen woordvolgorde en zinsbetekenis in het Nederlands. Amsterdam, 1998 http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/15488

    Edith Kaan: Processing subject-object ambiguities in Dutch. Groningen, 1997 http://irs.ub.rug.nl/ppn/157262472

    Jeannine Beeken: Spiegelstructuur en variabiliteit : pre- en postposities in het Nederlands . Peeters / [1993]

    Jacob Veld: Postverbal constituents in Dutch and Turkish.[1993]

    Arjen Florijn: Beregeling van Nederlandse woordvolgorde. s.n. / 1992

    Walter Haeseryn: Syntactische normen in het Nederlands : een empirisch onderzoek naar volgordevariatie in de werkwoordelijke eindgroe.p s.n. / 1990

    Norbert Corver: The syntax of left branch extractions. s.n. / 1990

    Johan van der Auwera: On the position of Dutch complementizers. University of Amsterdam / 1988

    Arie Verhagen: Linguistic theory and the function of word order in Dutch : a study on interpretive aspects of the order of adverbials and noun phrases. Foris / 1986

    Frank Jansen: Syntaktische konstrukties in gesproken taal . Huis aan de drie grachten / 1981

    Pierre Godin: Aspecten van de woordvolgorde in het Nederlands : een syntaktische, semantische en functionele benadering. Cabay / 1980

    H.F.A. van der Lubbe: Woordvolgorde in het Nederlands : een synchrone structurele beschouwing. 4e dr / Van Gorcum / 1978

    J.G. Kooij: Aspekten van woordvolgorde in het Nederlands. Leiden, Vakgroep Nederlandse Taal- & Letterkunde / 1978

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij TaalprofReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Tom Graftdijk • De electrische stoel (1)

politici met hun handen op één
verschrikkelijke buik verspreiden
de publieke geheimen waar ik
geen weet van heb

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OPSTAAN BIJ RADIO

Waterhoogten in de ochtend
maken kamers vol van kou,
waterkou en blauwe luchten,
was en val, ik was mij gauw.

Bron: datering: 1948-1955; Tijdrovertje, postuum gepubliceerd, 1992

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1805 Joan van Bolhuis
1907 Jacob Drewes
1908 Wytze Hellinga
1933 Johan Mönnink
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d