• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De diepte in met J. Slauerhoff

9 augustus 2014 door Marc van Oostendorp 3 Reacties

Door Marc van Oostendorp
ter nagedachtenis aan Jan Kooij (1940-2004)

Dit is een traditie in de Nederlandse poëzie: een gedicht bestaat uit versregels, en iedere versregel bestaat uit vijf regelmatige afwisselingen van onbeklemtoonde en beklemtoonde lettergrepen (vijf jamben): De felle dood die nu geen wit mag zien, Een nieuwe lente en een nieuw geluid, Ik ging naar Bommel om de brug te zien, Natuur is voor tevredenen of legen, Mijn naam is legioen, wij zijn met velen. (Ik vat de traditie zo maar even samen voor het gemak.)

Die traditie heeft, zoals dat hoort bij tradities, een mooie geschiedenis. De eerste jambes werden aarzelend in de veertiende eeuw geschreven; ze braken door in de zestiende eeuw. Maar lange tijd was er niet een duidelijk vast aantal, of leek het favoriete aantal te zijn (Ilja Leonard Pfeijffer is dat genre de laatste tijd weer nieuw leven in aan het blazen). 

De Tachtigers gaven uiteindelijk de doorslag voor het aantal vijf (de ‘jambische pentameter’), onder invloed van de Engelse literatuur (Shakespeare schreef zijn sonnetten en een goed deel van zijn toneelwerk in die maat).

Die traditie vond een soort hoogtepunt in Slauerhoff. Hij schreef jambische pentameters die zonder die traditie niet konden bestaan en die daarna onovertroffen zijn gebleven. Hier is wat ik bedoel:

De Profundis

(editie DBNL) 

Waar de zee zwart wordt van diepte, en wrakken
Niet verder zinken – vaste sterren worden
Over der onderwereld plantenhorden
Die plomp als rotsen kiemen, noch vertakken, 

Wacht – onder wijd en angstig ledig zwijgen,
Als dood diep in een geest die zich niet kent,
En drukt een stilt’, nooit opgeheven dreigen
Der laatste rampen, steeds weer afgewend, 

Den drenkelingen, die zijn afgedaald.
Zij merken helsch herleefd dat zij niet mogen
Vergaan, maar eeuwig met gesperde oogen
Een nacht inzien, die opklaart noch vervaalt.

In dit gedicht wordt je steeds verder naar beneden gezogen. Ieder van de eerste negen regels, die samen één zin vormen, bevat een woord dat naar omlaag verwijst (diepte, zinken, onderwereld, kiemen, onder, diep, drukt, afgedaald), zodat het voelt alsof je inderdaad steeds dieper de diepste diepte ingaat.

Het gedicht is in jambische pentameter geschreven, en de meeste regels zijn voor Slauerhoffs doen heel onregelmatig. Hij had bijvoorbeeld een sterke voorliefde voor een omkering van het metrum aan het begin, zoals hier bijvoorbeeld in de derde regel, die begint met de trochee TAMda in plaats van de jambe taDAM. In de meeste gedichten van Slauerhoff vind je dit wel een paar keer, maar hier alleen in deze regel.Een uitzondering is echter de allereerste regel – als het ware de zeeoppervlakte boven al die diepte. Die zeeöppervlakte kolkt alle kanten op; wanneer je de eerste regel gelezen hebt, heb je nauwelijks het idee dat je een vijfvoetige jambe aan het lezen bent. TadaDAMDAMdadaDAMdadaDAMda.

Dat effect draagt hier natuurlijk heel precies bij aan het gevoel dat het gedicht uitdrukt: van diep, diep, diep de zee in vallen. Maar Slauerhoff gebruikt het vaker: een heel onrustige eerste regel die gaandeweg over gaat in regels die veel ritmischer zijn. Je wordt daardoor echter niet in slaap gesust, doordat de eerste regel je op het verkeerde been heeft gezet.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 20e eeuw, J.J. Slauerhoff, letterkunde, metriek, poëzie

Lees Interacties

Reacties

  1. Mient Adema zegt

    10 augustus 2014 om 18:45

    Een paar keer hardop lezen en dan weet je het, het is mooi.
    Maar wat wacht de drenkelingen in die eerste 9 regels? Een stilt'?
    Wie het ten volle begrijpt, begrijpt ook de cadans. Denk ik.

    Beantwoorden
  2. hein aalders zegt

    11 augustus 2014 om 09:02

    In die diepte wacht en drukt hen een eeuwige stilte voor de hellestorm. Het is Slauerhoffs beeld van de hel, mogelijk gevoed door (angst)dromen, nachtmerries. Hij heeft in talloze gedichten een makaber beeld van verdrinkende en verdronken zeelieden geschetst en dat beeld ook in enkele verhalen verwerkt. Aan het slot van het verhaal ‘De laatste reis van de Nyborg’ spoelen de lijken van Chinese koelies uit hun kisten het ruim in en het dek op. In het gedicht ‘Say it with songs’ lezen we: ‘Dan valt hij met een slag als zand ineen, / Want zijn gebeente wrong zich los uit ’t vleesch. // En zijn geraamte staat bij hem, gebogen, / […] / Met vleesch beflard: afgrijselijk verwijt.’, of: ‘Het overleefde vleesch vergaat als gas, / De beendren vallen hard en droog uiteen / En liggen eindelijk op hun gemak.’ (5de, 6de en 17de strofe; Vg 798–800) En in het vroege gedicht ‘Onderzeesch bosch’ (62) springen de luiken van een gezonken driemaster open en de in lijkwaden gehulde lichamen, ‘blank en nog verwonderd van de dood’, worden een prooi voor het gedierte op de zeebodem, dat hen gulzig omarmt. In het gedicht ‘Oceaannacht I en II’ (58–60): ‘de laatste reutelingen / Der langzaam afgezonken schipbreuklingen, / Oog-open in groene afgronden vergaan’, ‘In onafzienbare slagorden stegen / De horden drenkelingen […] / Dan de oudverdronknen die al jaren zweven’. Ten slotte in het lange gedicht ‘De piraat’ (295–307), dat eindigt met het beeld van verdronken schepelingen die dood over de zeebodem zweven. Ze kijken naar beneden, ‘als van een grafrand: / Verstootnen, starend naar een zalige kust.’
    Er valt wel een aparte studie aan te wijden. Maar ook aan het fenomeen dat Marc signaleert: de onrustige eerste regel, gevolgd door een regelmatiger ritme. Dank!

    Beantwoorden
  3. Mient Adema zegt

    11 augustus 2014 om 11:20

    Dat noem ik nog eens iemand van repliek dienen.
    Paarlen zijn het, maar die beeldspraak zullen we maar niet verder uitwerken. 🙂
    Veel dank!

    Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

M. Vasalis • Afsluitdijk

De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

RAG

Een web van één draad lang
waarin een spin voer vangt,
waarop een vlieg kort zit,
beweegt, zijn poten wast,
wegvliegt en keert, niet weet
waarvoor die draad zich spant.

Bron: Enkele gedichten, 1973

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

26-29 juni: Dichters in de Prinsentuin 2025

18 juni 2025

➔ Lees meer
Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

Een rijk leven: afscheidsrede Johan Koppenol, VU Amsterdam

17 juni 2025

➔ Lees meer
3 juli 2025: afscheidssymposium Johan Koppenol

3 juli 2025: afscheidssymposium Johan Koppenol

17 juni 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1894 Edgard Blancquaert
sterfdag
1849 Barthold Lulofs
1984 Leonardus Michels
1986 W.A.P. Smit
➔ Neerlandicikalender

Media

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

Het culturele landschap van Frits van Oostrom

19 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De internationale positie van het Engels

De internationale positie van het Engels

14 juni 2025 Door Marc van Oostendorp Reageer

➔ Lees meer
Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

Inspiratiesessies in het Universitair Museum Utrecht

11 juni 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d