De naam Han G. Hoekstra mag dan alleen bij een kleine groep lezers herkenning oproepen, met zijn gedichten ligt dat anders. Regels als ‘Ik heb een ceder in mijn tuin geplant’, ‘De moeder van de duizendpoot is vreselijk ontevreden’ of ‘Houdt gij ook zo van virodoppen? Ze zijn zo heerlijk circonflex’ kent vrijwel iedereen. Hoekstra behoort tot dat zeldzame slag dichters dat zowel grote als kleine mensen wist te boeien. Maar hoe was zijn contact met uitgevers? Stond hij altijd op scherp, liet hij zich van alles welgevallen, of was hij met hen bevriend?
Juist omdat de verhouding auteur-uitgever zo verandert, zijn de mooiste anekdotes, kibbelpartijen en drinkgelagen in een exclusieve uitgave bijeengebracht. Een schets van een voorbije tijd, voor de liefhebbers.
Laat een reactie achter