Wat is het verschil tussen zingen, zien en lezen? Dat blijkt een van de vele dingen te zijn die we nog niet blijken te weten over het werkwoord wanneer we het onlangs verschenen deel Verbs and verb phrases van The syntax of Dutch lezen.
De auteurs van dit deel, Hans Broekhuis, Riet Vos en Norbert Corver, geven de volgende drie zinnen als voorbeeld:
- Jan laat Marie een liedje zingen.
- Jan laat Marie de brief zien.
- Jan laat Marie de brief lezen.
Die zinnen lijken volkomen parallel. Maar wanneer we de bijzinnen in de lijdende vorm zetten gebeurt er iets wonderlijks:
- Jan laat een liedje zingen door Marie. (niet: aan Marie)
- Jan laat de brief zien aan Marie. (niet: door Marie)
- Jan laat de brief lezen aan / door Marie. (kan allebei)
Die lijdende vorm is op zich al iets wonderlijks. Normaliter gebeurt er van alles met een werkwoord als je de zin in de lijdende vorm zet: je zet er bijvoorbeeld ge- voor (Jan kust Joep wordt Joep wordt door Jan gekust). Maar in dit soort zinnen blijft de onbepaalde wijs de onbepaalde wijs, zingen blijft zingen.
Maar nu het oorspronkelijke onderwerp van de werkwoorden. Bij zingen komt dat onderwerp nu in een bepaling te staan die met door begint, net als in een gewone lijdende vorm (Een liedje wordt gezongen door Marie). Bij zien is dat volgens Broekhuis, Corver en Vos niet mogelijk, daar moet het aan zijn (terwijl je niet kunt zeggen De brief wordt gezien aan Marie), terwijl het bij lezen allebei kan.
De auteurs zeggen dat nooit goed is uitgezocht waar het verschil in zit. Ik moet erbij zeggen dat je voor mijn gevoel wel kunt zeggen Jan laat de brief zien door Marie, al moet je je dan een bepaalde situatie voorstellen (Jan zorgt dat de brief ergens opzettelijk blijft slingeren zodat Marie hem zogenaamd per ongeluk ziet), en zelfs dan klinkt hij nog een beetje raar. Maar net als de schrijvers van dit imposante standaardwerk heb ook ik geen idee waar het eigenlijk aan ligt.
JudyElf zegt
Zien en horen kan je overkomen,
(be)kijken en(be)luisteren doe je bewust.
Zou het 'm daarin kunnen zitten?
Jan laat Marie een liedje beluisteren.
Jan laat Marie de brief bekijken.
Mient Adema zegt
Zoiets ja.
Verder heeft "aan" de actie op het oog die loopt van de later aan de doener, terwijl "door" uitsluitend de doener oproept. Bij "aan" is dan een moment beschreven en bij "door" meer een langduriger handeling.
Zo is "laten zien" een kortstondige actie ("tonen") waarbij een datief hoort met de beschrijving "aan". Als het op onderzoeken aankomt, zou "door" in de rede liggen.