• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Bestaat er iets voor taal wat vergelijkbaar is met het getal nul voor de wiskunde en exacte wetenschap?

12 augustus 2015 door Marc van Oostendorp 17 Reacties

Onverwachte taalvragen aan de Nationale Wetenschapsagenda (9)

Door Marc van Oostendorp

Sommige onderzoekers wezen er in de aanloop naar de Nationale Wetenschapsagenda op dat de initiatiefnemers van die agenda uitgingen van een verkeerd idee: dat onderzoekers er zijn om vragen te beantwoorden. Een belangrijk deel van hun werk bestaat er juist uit om de goede vragen te stellen: vragen die nog nooit gesteld zijn maar wel na onderzoek beantwoordbaar lijken, vragen die niet gaan over triviale details maar ook niet over al te grote dingen, vragen waarop het antwoord ons verder kan helpen. De mogelijkheid zo’n vraag te vinden is een belangrijk deel van het ambacht van de wetenschapper. 
Zo gezien is het de vraag of de wetenschap vooruit komt wanneer niet-onderzoekers hun vragen gaan bijdragen. Maar ik denk dat er meer te beleven is aan vragen, ook aan op het eerste gezicht volkomen beantwoordbare vragen die aan de Wetenschapsagenda gesteld zijn, vragen als:

  • Bestaat er iets voor taal wat vergelijkbaar is met het getal nul voor de wiskunde en exacte wetenschap? Het getal nul verbind allerlei getallenstelsels met elkaar en maakt ze universeel, zodat er één krachtig instrument ontstaat, waarmee de wetenschap zijn vragen te lijf kan gaan. Bestaat er voor taal ook zo’n verbindend element, zodat je in staat bent om filosofieën te verbinden en daarmee de babylonische spraakverwarring van de wereld op te heffen?
Deze vraag is ook al het onderwerp geweest van ons zuster-weblog Wiskunde in de nationale wetenschapsagenda. De blogger daar, Klaas Pieter Hart, wijst er terecht op dat de vraagsteller aan de nul in de wiskunde wel heel verheven eigenschappen toekent. De nul heeft in de wiskunde twee functies: die van een ‘neutraal element’ bij optellen (voor ieder getal n geldt dat n+0 = 0+n = n) en als een belangrijk instrument in de notatie: hoe schrijf je het getal 101 wanneer je geen nul hebt zonder dat dit aanleiding geeft tot allerlei misverstand of complicaties?
Heeft de taal iets vergelijkbaars? Hart meldt dat er in de taalwetenschap wel sprake is van nulmorfemen. De eerste persoon enkelvoud van het werkwoord is er zo een: wij zing-en en hij zing-t hebben de uitgangen –en en –t, en naar analogie daarvan zou je kunnen zeggen dat ik zing-0 een nulmorfeem heeft. Hart zegt dan terecht dat dit niet hetzelfde is als een wiskundige 0, want: “Toevoeging van een nulmorfeem brengt (formeel) een verandering teweeg”. De stam zing verandert in de eerstepersoonsvorm zing.

Nulmorfemen zijn dus nulvormen met wel een soort betekenis maar geen klankvorm. Het omgekeerde bestaat ook: taalstructuren die wel een klankvorm hebben, maar geen betekenis. De zogenoemde bindmorfemen in hond-e-hok en stad-s-kantoor zijn daar mogelijk voorbeelden van: je maakt van hond honde , zonder dat dit (‘formeel’, in de betekenis) iets verandert.

Je zou dus eigenlijk op zoek moeten naar een nulmorfeem dat tegelijkertijd ook een bindmorfeem is: een morfeem dat je toevoegt aan een woord en dat  aan de klankvorm noch aan de betekenis ervan iets verandert. Je zou bijvoorbeeld kunnen postuleren dat er zich zo’n nul voordoet in stad-0-huis: een nulbindmorfeem.

Het probleem is dan dat de taalkunde anders dan de wiskunde uiteindelijk een empirische wetenschap is. De enige reden om zo’n nulbindmorfeem te postuleren is dat het systeem dan mooi werkt en symmetrisch is. In de wiskunde doe je zoiets zonder enig probleem, maar veel taalwetenschappers zullen aarzelen om te onderkennen dat stadhuis eigenlijk uit drie stukjes bestaat.

Als er in de taal al een echte nul is, valt hij per definitie niet te ontdekken. 

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: morfologie, taalkunde, wetenschapsagenda, wiskunde

Lees Interacties

Reacties

  1. Peter Janssen zegt

    12 augustus 2015 om 08:04

    Nog & nog in voorvoorlaatste alinea….

    Beantwoorden
  2. Antal zegt

    12 augustus 2015 om 09:51

    Traces?

    Beantwoorden
  3. Taalprof zegt

    12 augustus 2015 om 10:25

    Het lege onderwerp lijkt me ook een goede kandidaat. Daardoor kunnen meerdere subtheorieen eenvoudiger blijven (anaforen thematische rollen …)

    Beantwoorden
  4. Marc van Oostendorp zegt

    12 augustus 2015 om 10:38

    Lege onderwerpen en sporen (die Antal noemt) zijn allebei fonologisch leeg, maar veranderen wel iets aan de interpretatie van de zin; in die zin lijken ze dus op nulmorfemen. De wiskundige blogger brengt daartegenin dat zo'n nul dus wel degelijk iets verandert.

    Je moet dan dus op zoek waarvan toevoeging geen enkel waarneembaar effect heeft (dus eeder een lege bijwoordelijke bepaling dan een leeg onderwerp). Niet alleen in de taalkunde, maar in iedere empirische wetenschap begint dan Occams scheermes wel heel vervaarlijk te blinken.

    Beantwoorden
  5. Henk zegt

    12 augustus 2015 om 10:55

    De determineerder in onbepaalde meervoudige NP's (bijvoorbeeld voor 'mensen' in 'Ik zie mensen')? Of zoek je een element dat je oneindig vaak kunt bijplakken, zoals in de wiskunde de nul? Dan zijn inderdaad lege bijvoeglijke en bijwoordelijke bepalingen misschien wel de beste kandidaat.

    Beantwoorden
  6. Lucas Seuren zegt

    12 augustus 2015 om 21:06

    Maar wordt het concept 0 hier niet te letterlijk genomen? Het hoeft toch niet per se iets te zijn waar ook voor geldt dat 0 + n = n en n + 0 = n; maar meer in abstracte zin. Immers, het gaat de vragensteller om iets dat filosofieën verbindt. Je kunt eeuwig lege AP's in een zin plakken en dan verandert de zin niet, maar dat is iets volstrekt anders dan wat 0 doet in wiskunde. Immers, als je 0 op die manier bekijkt, zou je ook moeten kijken of taal iets heeft onder de as; negatieve woorden enzo. Nou weet ik niet of dat – het abstracte –voor 0 geldt (mogelijk wel voor zaken als pi en e), maar ik kan ook niks in de taalkunde verzinnen.

    Maar zoals al gezegd, taal en wiskunde zijn twee volstrekt verschillende dingen, en je kunt ze daarom niet op dezelfde manier benaderen. Taal is een sociaal fenomeen, wiskunde niet. Als onze hersenen een andere structuur hadden gehad, had het zomaar kunnen zijn dat ons taalsysteem ook radicaal anders was geweest. Wskunde is niet afhankelijk van de cultuur waarin het wordt bestudeerd of de hersenen van zijn gebruikers.

    Beantwoorden
  7. Marc van Oostendorp zegt

    12 augustus 2015 om 21:47

    Ik ben hier inderdaad uitgegaan van de draai die de wiskundige blogcollega aan de vraag had gegeven. De oorspronkelijke vraag is nogal vaag. Overigens impliceert het hebben van een 0 niet het hebben van negatieve getallen (de verzameling natuurlijke getallen heeft voor de meeste wiskundigen wel een 0, maar ze bevat nooit negatieve getallen).

    Het gaat mij wel wat ver om te zeggen dat taal en wiskunde 'volstrekt verschillend' zijn. Taal is in mijn ogen vooral óók een sociaal fenomeen. Ik heb op dit weblog ooit een stukje geschreven waarin ik beweer dat taal meer dimensies heeft dan wiskunde. Ik ben eigenlijk wel tevreden over dat stukje, ik ben benieuwd wat jij daarvan vindt.

    Aan de andere kant is geloof ik ook niet iedereen het erover eens dat de wiskunde los staat van de mens. Lakoff heeft ooit een boek geschreven waarin hij probeert te laten zien dat ook wiskundige concepten behoren tot 'embodied cognition'. Of dat nu klopt of niet, het is volgens mij interessant genoeg om de raakvlakken tussen de twee gebieden niet uit de weg te gaan.

    Beantwoorden
  8. Marc van Oostendorp zegt

    12 augustus 2015 om 21:48

    Maar bestaan die?

    Beantwoorden
  9. Henk zegt

    13 augustus 2015 om 02:56

    Misschien is X' wel een kandidaat, in de X-bar-theorie had je altijd minimaal één niveau tussen het hoofd en de projectie.

    Beantwoorden
  10. Lucas Seuren zegt

    13 augustus 2015 om 14:28

    Ik denk dat je punt over de pragmatiek cruciaal is. Los van alle andere dimensies, dat taal betekenis heeft die contextafhankelijk is (en bovendien altijd open staat voor onderhandeling door de gesprekspartners) betekent dat je het nooit kunt reduceren tot een de logica die we in de wiskunde aantreffen; ook al zouden veel semantici dat graag zien. Het zou taal ook een stuk eenvoudiger maken om te onderzoeken en te beschrijven.

    Taalgebruik is in zekere zin ook hartstikke logisch, maar het is, dat denk ik althans, meer een culturele en sociale logica dan die in de wiskunde. Of misschien beter geformuleerd, taal is normatief (zie ook recent artikel van Nishizaka in Rolsi: http://www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/08351813.2015.993840#abstract).

    Mijn voornaamste probleem is vaak dat een streng formele benadering van taal alleen werkt in ideale situaties. Ik volgde tijdens LOT deze zomer de cursus van Donka Farkas. Ik ben zeer geïnteresseerd in Inquisitive Semantics en het heeft veel raakvlakken met het soort onderzoek dat ik zelf doe. Maar om ideeën als dat wh-vragen een semantische gevolgtrekking zijn van ja/nee-vragen te bewijzen, moet je werken met zeer gespecialiseerde en zeer onrealistische contexten. Zelfs Levinson in zijn boek uit 2000 vat taal meer wiskundig logisch op dan die werkelijk is naar mijn idee.

    Beantwoorden
  11. Marc van Oostendorp zegt

    13 augustus 2015 om 15:31

    Waar ik dan weer bezwaar tegen heb is het idee dat de sociale werkelijkheid van taalgebruik dé werkelijkheid is, en dat die 'ideale situaties' niets betekenen. Mij lijkt het niet onlogisch om te denken dat taal minstens voor een deel ook bepaald wordt door de individuele cognitie van de mens; en die moet per definitie op de een of andere manier logisch zijn. Ik denk niet dat die reëler is dan sociale interactie, maar ook niet dat die niet bestaat.

    Beantwoorden
  12. Lucas Seuren zegt

    13 augustus 2015 om 15:41

    Ik zou niet zo ver willen gaan om te zeggen dat de enige werkelijkheid de sociale werkelijkheid is (al moet ik ook bekennen dat het weinig scheelt). Elk mens is een individu, met zijn/haar eigen cognitie en dat beïnvloedt inherent ook de taal, en dat zal ongetwijfeld gaan via een interne logica. Het is denk ik zelfs noodzakelijk om te kunnen verklaren waar zaken als misverstanden door ontstaan.

    Mijn probleem met ideale situaties is dat ik niet denk dat mensen redeneren in idealen. Ik zou me eerder aansluiten bij Schutz die praat over typische situaties, typische doelen, etc. Een ideale situatie, in de zin van ideaal voor de theorie, is natuurlijk alles behalve typisch. Misschien moet ik ideaal ook vervangen door versimpeld.

    Het voorbeeld dat Farkas gebruikte illustreert dit goed. Als je vraagt "Waar is John", dan is de vraag "Is John in de keuken" alleen beantwoord, als de hoorder reageert door te zeggen in welke kamer John is. Maar stel nou dat de hoorder zegt "Hij is beneden", dan heb je, tenzij de hele benedenverdieping een keuken is, nog geen antwoord op die tweede vraag. Een analyse waarin ja/nee-vragen een entailment zijn van wh-vragen klopt dus wel als je maar een sterk versimpelde, wat ik dan ideale, wereld aanneemt. Niet dat dit alle logische benaderingen van taal onderuit haalt, maar het laat m.i. wel zien dat je bij een analyse niet zomaar kunt uitgaan van dergelijke ideale situaties.

    Beantwoorden
  13. Hans Broekhuis zegt

    13 augustus 2015 om 18:04

    Newtons gravitatiewet kan alleen onderzocht worden onder ideale, gecontroleerde laboratoriumomstandigheden. Zou iets dergelijks ook niet voor bepaalde aspecten van het taalsysteem gelden? D.w.z.: juist door taal los van de sociale werkelijkheid te bestuderen kunnen we dingen ontdekken die anders onzichtbaar zouden blijven.

    Bij het onderzoek naar taal gaat het toch niet direct om de vraag hoe mensen in de praktijk redeneren? Het is een interessant onderwerp maar behoort m.i. niet noodzakelijk tot object van onderzoek van de taalwetenschap.

    Beantwoorden
  14. Hans Broekhuis zegt

    13 augustus 2015 om 18:09

    Kent Klaas Pieter Hart niet een te kleine betekenis aan nul toe? Ik ben geen wiskunidge, maar het lijkt me dat:

    0 + 0 = 0
    0 x 0 = 0
    0 : 0 is ongedefinieerd

    Toch wel veel eigenschappen voor een “neutraal element”.

    Beantwoorden
  15. Lucas Seuren zegt

    13 augustus 2015 om 21:35

    Als ik die analogie mag lenen, ik zie hoe de wetten van Newton in de praktijk werken als een noodzakelijk object van de natuurkunde.

    Maar als je het niet erg vindt, ik mijd deze discussie als de pest, want ik heb nog niet meegemaakt dat hij niet antagonistisch gevoerd werd. Ik zeg niet dat het nu gebeurt, maar het is een principe dat ik mezelf heb aangeleerd na menig slechte ervaring op congressen en summer schools, dus ik begin er gewoon niet meer aan.

    Laten we het erop houden dat ik het nut zie van het onderzoeken van de structuur van taal – ik schreef mijn MA-scriptie n.b. bij Marjo en Mark – maar dat ik het interessanter vind om te kijken hoe taal daadwerkelijk functioneert en gebruikt wordt.

    Beantwoorden
  16. Hans zegt

    17 augustus 2015 om 13:06

    Ik vrees dat je de discussie zelf begonnen bent met (i) je kritiek dat de streng formele benadering van taal alleen werkt in ideale situaties (waarbij mij onduidelijk is wat het begrip “werken” betekent) en (ii) de stelling "Taal is een sociaal fenomeen". Dat laatste klinkt heel absoluut, terwijl taal volgens mij een groot palet aan bestudeerbare facetten heeft: taal is een biologisch/psychologisch/sociaal/etc. fenomeen.

    De discussie hoeft niet antagonistisch te worden als we beiden erkennen dat al deze facetten onderwerp van wetenschappelijk onderzoek kunnen zijn. Daarmee laten we onze persoonlijke voorkeuren erbuiten en kunnen we ons met onze favoriete onderwerpen bezighouden en daar waar mogelijk ook van elkaars resultaten profiteren. Je laatste reactie laat zien. lijkt me, dat je daar geen probleem mee zal hebben.

    Toch blijf ik wel een beetje zitten met de (wellicht niet zo heel belangrijke) vraag of de wijze waarop mensen in de praktijk redeneren wel deel uitmaakt van de taalwetenschap en niet eerder van de filosofie, bijvoorbeeld als onderdeel van de argumentatietheorie. Maar wellicht is die scheiding tussen taalwetenschap en taalfilosofie ook maar een kunstmatige.

    Beantwoorden
  17. Lucas Seuren zegt

    17 augustus 2015 om 15:05

    Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij HansReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
%d