door Jan Stroop
Blijkbaar is ’t aan de aandacht van de lexicofielen ontsnapt, ’t woord waarmee ProRail zijn beleid voor ’t komende jaar typeerde: hinderrijk. ’t Stond in een kop in de Volkskrant van 15 oktober j.l.: “ProRail voorziet ‘hinderrijk’ jaar voor reizigers”. In ’t artikel werd de hinder gespecificeerd: “De ingrijpende werkzaamheden bij het belangrijkste spoorknooppunt van Nederland, Utrecht Centraal, leiden voor de treinreiziger tot een ‘hinderrijk’ 2016. De gevolgen van het werk in Utrecht, in combinatie met dat aan andere trajecten en stations, zijn zo verreikend dat spoorbeheerder ProRail nu al een waarschuwing afgeeft.” ’t Is geen alledaags woord. Waarschijnlijk hebt u ’t nog nooit ergens gelezen en zeker nooit gehoord.
De krant vond ’t blijkbaar ook een opmerkelijk woord; vandaar tot twee keer toe die aanhalingstekens. Maar ’t is geen nieuw woord. De oudste attestatie heb ik gevonden in ’t artikel ‘Geluidhinder in Nederland : 10 jaar later’ van R.G. de Jong (Nederlands Instituut voor praeventieve Gezondheídszorg NrPc/TNo november 1988): ”Het is een zespuntsschaal met waarden, oplopend van helemaal niet hínderlíjk via niet hinderlijk, net niet hinderrijk, net hinderrijk, hinderlijk tot erg hinderrijk.”
Een paar jaar later was ’t er weer, in het proefschrift van René van Acht, Burenrecht (Nijmegen 1990): “Het arrest van het Amsterdamse hof doet de vraag rijzen, in hoeverre het feit dat men zich vestigde in een hinderrijk gebied, van invloed kan zijn op de onrechtmatigheid van de hinderverwekkende gedraging.”
In 2003 staat ’t in ’t Jaarverslag van het ministerie van Verkeer en Waterstaat – Jaarverslagen over het jaar 2003. De terminologie die daar gebruikt wordt is ook behoorlijk subtiel. Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
TVP uitzonderlijk hinderrijk
TVP hinderrijk
TVP hinderarm
Gevolgd door de cryptische zin: “Daarentegen is het aantal uitzonderlijk hinderrijke treinvrije perioden in 2003 ten opzichte van 2002 met 50% toegenomen.” Moeten we hier nu blij om zijn of juist niet?
De website http://www.infrasite.nl/ : legt uit wat TVP betekent “Een treinvrije periode (TVP) is een vooraf vastgestelde periode waarin de Infrastructuur tijdelijk buiten exploitatie genomen wordt, bijvoorbeeld wegens onderhoudswerkzaamheden aan het spoor, of het laten rijden van Werktreinen.”
Mijn aanvankelijke veronderstelling dat ProRail de term hinderrijk zelf bedacht had, moet ik dus loslaten, of misschien ook niet. Want ’t is geen uitgemaakte zaak dat ProRail ’t woord hinderrijk van ’t Ministerie overgenomen heeft. De samenstelling hinderrijkis immers gevormd volgens een procedé dat tot de Nederlandse grammatica behoort en dat ook nog eens veel wordt toegepast. Ik doe een greep uit ’t Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT):
Belangrijk, bloedrijk, bloemrijk, boomrijk, bosrijk, deugdrijk, eiwitrijk, geestrijk, houtrijk, klankrijk, kleurrijk, kunstrijk, leerrijk, liefderijk, lommerrijk, luisterrijk, omvangrijk, roemrijk, saprijk, schaduwrijk, talrijk, vindingrijk, visrijk, vitaminerijk, voedselrijk, waterrijk, wildrijk, woordenrijk, zangrijk, zegenrijk, zinrijk, enzovoorts.
Al deze samenstellingen zijn met ’t bijvoeglijk naamwoord –rijk dat door ’t WNT zo gedefinieerd wordt: “Bij vergelijking met geld en goed heet iemand ook rijk in betrekking tot andere gewenschte bezittingen”. Dat rijk is verwant aan ’t zelfstandig naamwoord rijkdat we hebben in koninkrijk. ’t Bijvoeglijk naamwoord is daarvan afgeleid en ’t betekent zoiets als ‘in ’t bezit van veel …’; zie de voorbeelden hierboven. En altijd is ’t zelfstandig naam in ’t enkelvoud.
Iedere Nederlander is in staat om met dat –rijk als tweede woorddeel nieuwe samenstellingen te maken. Ik verzin er een paar: bierrijk (feestje), hagelslagrijke (boterham), fietsrijke (binnenstad), doelpuntrijke (wedstrijd), enzovoorts.
Hinderrijk past in dat rijtje, maar heeft toch iets aparts. Alle samenstellingen met -rijk die ik noemde hebben namelijk een positieve inhoud: ’t gaat steeds om zaken die ‘gewenscht’ worden. Dat woorddeel -rijk heeft blijkbaar een positieve bij-betekenis, waardoor je ’t maar moeilijk kunt combineren met woorden als: haat-, wraak-, pus-, luis-. Ik heb ze in ’t WNT (snel retrograde-gewijs gezocht) en bij Google dan ook niet kunnen vinden. Poeprijk lijkt een uitzondering. ’t Heeft een positieve betekenis, ‘erg rijk’, maar hier is poep niet als zelfstandig naamwoord gebruikt, maar als een bepaling van graad; vergelijk steenrijk.
Een echte uitzondering is vlooirijkdat ‘rijk aan vlooien’ betekent, bijvoorbeeld van hotelbedden gezegd. Maar een uitzondering blijft ’t. Net als kreukrijk bij Jeremias de Decker (ao. 1666):
Ick weet met muntvernis , met glimp van Pistoletten
Een kreuckryck aenzicht glad en butten ploi te zetten,
(‘ik kan met vernis van munten en de glans van gouden pistoletten
Een kreukrijk gezicht glad en plooivrij maken’)
Hinderrijk is dus ook een uitzondering op de regel dat het altijd gaat om iets wat gewenst is. Ik verdenk ProRail ervan dat ze dat woord bewust gekozen hebben en gedacht hebben: laten we in plaats van ‘veel hinder in 2016’ zeggen: ‘een hinderrijk 2016’. Dat klinkt veel minder negatief. We hebben toch ook succes gehad met ’t schrappen van ’t woord ‘vertraging’ en door in plaats daarvan te laten omroepen: de trein komt over 5 minuten, of nog liever binnen 5 minuten.
Ze hadden dat hinderrijkal uitgeprobeerd in een brief van september 2013: “De andere nachten zijn naar verwachting minder hinderrijk.” W.g. de Projectmanager Sporen in Den Bosch. En met succes: niemand protesteerde, want niemand snapte die zin. En zo verscheen in oktober j.l. de hierboven geciteerde boodschap over dat ‘hinderrijk’ 2016.”
Drabkikker zegt
Ah, mooi, dat wordt dus een gratiskoffievol 2016.
Anoniem zegt
Het woord hinderrijk is afkomstig van een lijstje met termen van NS.
Met deze termen wordt intern NS al jarenlang aangegeven wat de gevolgen van een "buitendienststelling" voor het reizigerstreinverkeer.
Het lijstje kan je ook hier vinden:
http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/2016-jaar-van-ergernis-en-irritatie-voor-treinreizigers