• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Een teveel aan ontzag, gecombineerd met een forse wrok

7 juni 2017 door Marc van Oostendorp 1 Reactie

Door Marc van Oostendorp

N.A. Donkersloot (1902-1965)

Nico Donkersloot (1902-1965) wilde zijn oratie als hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam graag beginnen met het woord dichten:  “laat dit het eerste woord zijn bij de aanvaarding eener taak, die, bemiddeld als zij is, slechts bij de gratie van het dichterschap gedacht kan worden.”

Donkersloot was voor hij hoogleraar vooral bekend als de dichter en criticus Anthonie Donker. Hij is een van de drie hoogleraren Nederlands die Marieke Winkler behandelt in haar onlangs verschenen proefschrift Geleerd of niet. Literatuurkritiek en literatuurwetenschap in Nederland, sinds 1876. De andere twee zijn Albert Verwey en Hans Gomperts.

Zij zijn op het eerste gezicht niet de meest opvallende geleerden die er ooit aan de Nederlandse universiteiten hebben rondgelopen.

Opwindend-onbetrouwbaar

Donkersloot werd door J.J. Oversteegen bijvoorbeeld min of meer bewust overgeslagen in zijn proefschrift Vorm of vent omdat hij te weinig uitgesproken zou zijn; door generatiegenoten als Ter Braak werd hij als te ‘karakterloos’ gezien. Winkler laat zien dat zulke negatieve oordelen onterecht zijn. Donkersloot blijkt bijvoorbeeld eigenlijk een heel consistent idee te hebben gehad over de kwestie waar het Oversteegen ging – of je als wetenschapper je vooral op de tekst moest richten (de vorm), of juist op de eigenaardigheden van de auteur (de vent). Alleen was die mening toevallig een genuanceerde.

Winklers studie is een oefening in tweedelingen: hij behandelt de relatie tussen literaire kritiek en literatuurwetenschap, tussen het individuele en het algemene, tussen de geschiedenis en het contemporaine, tussen de maatschappij en de ivoren toren, tussen het opwindend-onbetrouwbare en het degelijk-saaie.

Polemiek

Verwey, Donkersloot en Gomperts zijn daarbij de aangrijpingspunten, maar Winkler bespreekt voor zover ik kan nagaan ook al hun belangrijke tijdgenoten wel min of meer, en neemt daarbij voor zover ik kan zien ook de universiteitsgeschiedenis mee. Haar nadruk ligt trouwens meer op de ontwikkeling van de literatuurwetenschap dan op de kritiek: die laatste wordt veel minder ingebed. Er is bijvoorbeeld niet meer dan incidentele aandacht voor de geschiedenis van de kranten en tijdschriften waarin het maatschappelijk debat plaatsvond waarin de critici zich bewogen.

Alle drie de heren hebben op hun manier geworsteld met de spanning tussen kritiek en wetenschap. Om niet te zeggen dat de lezer af en toe getroffen wordt door al het getob. Alle drie – Donkersloot nog het minst – voelden zich tot op zekere hoogte buitenstaanders in het wetenschappelijk bedrijf. Gomperts verviel bijvoorbeeld onmiddellijk na zijn benoeming in een soort lethargie waardoor hij nauwelijks nog publiceerde, noch wetenschappelijk noch aan essayistisch werk. In zekere zin produceerde hij vooral twee polemieken die allebei gingen over de wetenschappelijkheid van de literatuurbeschouwing.

Propaganda

Op zijn oratie werd zeer afkeurend gereageerd door J.J.Oversteegen, zelf toevallig ook criticus én geleerde, die in niet mis te verstane woorden liet weten wat hij ervan vond:

Gomperts kan dit soort eerstejaars studentenpraat verkondigen zoveel hij wil, maar als hij het als hoogleraar doet, sprekend over zijn opvattingen betreffende een wetenschappelijke problematiek, moet hij niet verbaasd opkijken wanneer anderen zijn pleidooi voor oncontroleerbare uitspraken zien als het bewijs van een antiwetenschappelijke instelling. Dat Gomperts lijdt aan een teveel aan ontzag, gecombineerd met een forse wrok ten opzichte van het wetenschappelijke bedrijf, is zijn probleem. Maar òns probleem is, dat de universiteit te goed is voor dit soort propaganda, of dat in ieder geval behoort te zijn.

Onderhavig

Later kreeg Gomperts het nog aan de stok met weer een andere essayist annex literatuurprofessor, Karel van het Reve, die in zijn Huizinga-lezing Het raadsel der onleesbaarheid gehakt had gemaakt van de literatuurwetenschappers, die hij niet alleen een slechte stijl, maar ook onwetenschappelijkheid verweet (kortom, tekort schieten aan beide polen van de door Winkler geconstateerde tweedeling). Gomperts reageerde daarop met een boekje dat Grandeur en misère van de literatuurwetenschap heette, en waarin hij zich identificeerde als een “aan de universiteit verdwaalde essayist”.

Winkler behoort bij dit alles duidelijk tot het wetenschappelijke kamp. Ze blijft steeds neutraal en haar eigen stijl is duidelijk, maar ook een beetje taai. Terwijl ze in publieke fora heel aantrekkelijk formuleert, aarzelt ze hier niet af en toe zinnen te schrijven als “Voordat echter overgegaan wordt op de volgende en laatste casus in Hoofdstuk 5, wordt in het laatste deel van onderhavig hoofdstuk stilgestaan bij de jaren na de Tweede Wereldoorlog.”

Intellectueel werk

Aan het eind van het proefschrift stelt Winkler de vraag: “hoe willen wij als critici, als wetenschappers en als lezers, dat een kritische literatuurwetenschap er uit ziet?”

Als relatieve buitenstaander denk ik dan: laat alsjeblieft het getob achter je. Ik bezie de strijd die ik – nog steeds – bespeur onder de collega’s letterkundigen met verbazing. Taalkundigen kunnen er ook wat van, van elkaar verketteren, maar het haalt het geloof ik niet bij de problemen van de literatuurwetenschap die in Nederland voor zover ik kan zien vrijwel volkomen versplinterd is.

Wat wetenschap onderscheidt, lijkt mij: dat het intellectueel werk is dat zo wordt gepresenteerd dat iemand anders ermee aan het werk kan, erop kan voortbouwen. Daar past van alles onder. Het lijkt me daarbij altijd belangrijker om goed, interessant werk te doen dan om precies af te bakenen wat er eventueel wel of niet onder goed werk zou kunnen vallen. Af en toe iets uitproberen, ook van wat een ander heeft bedacht, en met elkaar discussiëren over wat er gebeurt. Winklers proefschrift geeft daar een mooie aanzet toe.

Marieke Winkler. Geleerd of niet. Literatuurkritiek en literatuurwetenschap in Nederland, sinds 1876. Proefschrift, Radboud Universiteit Nijmegen, 2017. Kan worden gedownload van de Nijmeegse universitaire website.

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 20e eeuw, kritiek, letterkunde, literatuurgeschiedenis, literatuurwetenschap, tekstkritiek, universiteitsgeschiedenis

Lees Interacties

Reacties

  1. Michiel van Kempen zegt

    7 juni 2017 om 15:51

    Het lijkt werd alsof Donkersloot een fletse man was. De mannetjesputter Ter Braak moest dat ook weer met zijn spierballenoordeel naar voren brengen. Maar als er iemand niet ‘karakterloos’ was, dan was het wel N.A. Donkersloot (Anthonie Donker) en daarvoor wijs ik op zijn opstelling in de oorlog: zijn appartement in de Wolkenkrabber aan het Victorieplein in Amsterdam was een broeinest van verzetsactiviteiten, zoals ook ter sprake komt in Rusteloos en Overal, mijn biografie van Albert Helman (die ook op hetzelfde adres woonde).

    Beantwoorden

Laat een reactie achter bij Michiel van KempenReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Sint Nicolaas

Zie eens, Mietje! wat al lekkers
U, Sint Nicolaas al bragt;
Omdat ge’ als gehoorzaam Meisje,
Uw verpligting hebt volbragt.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

De koeien schemeren door de heg,
het paard is uit taaitaai gesneden,
in ieder duindal ligt dun sneeuw.

De branding vlecht een veren zee
waar zon over omhoog stijgt, licht waarin
geen plaats om uit te vliegen is.

Bron: Uit de hoge boom geschreven, 1967

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

11 december 2025: Anne Frank, schrijfster

3 december 2025

➔ Lees meer
11 december 2025: Proefcollege Nederlands

11 december 2025: Proefcollege Nederlands

2 december 2025

➔ Lees meer
5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

5 december 2025: Intreerede Jolyn Philips

28 november 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1946 Dick Wortel
➔ Neerlandicikalender

Media

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

Dichter Esther Jansma (24 december 1958-23 januari 2025)

2 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

De postkoloniale podcast met Remco Raben over Pramoedya Ananta Toer

30 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

Peter van Zonneveld over Tjalie Robinson/Vincent Mahieu (1993)

29 november 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d