• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Laarzen op het toneel

22 juni 2018 door Ton Harmsen Reageer

Door Ton Harmsen

‘Het vers sta wacker op zijne voeten’, schrijft Vondel in de Aenleidinge – een prachtige personificatie die leidt tot overwegingen over het schoeisel van het vers, de dichter en de toneelspeler. Vorige week schreef Roland de Bonth over de hooggekurkte laarzen, die naar toneelteksten verwijzen; hij wijst erop dat Balthasar Huydeoper dit woord gebruikt met de opmerking dat het vroeger een gunstige, maar nu in zijn ogen een ongunstige betekenis heeft. Voor Huydecoper duidt het niet meer de verhevenheid, maar juist de onnatuurlijkheid van het toneelspel in zijn dagen aan.

Deze laarzen spelen in de poëtica een belangrijke rol, zij komen veelvuldig voor in zeventiende-eeuwse teksten over drama en dichtkunst. Ze worden aangeduid als hoog, hooggeschoeid en soms als hooggekurkt. Roland de Bonth beperkt zich tot de betekenis van het laatste woord en noemt daarom maar een paar van de talrijke gevallen. Hij bespreekt een interessante passage uit het voorwerk van Bredero’s Alle de wercken, in 1638 door Van der Plasse uitgegeven. Over de inleiding en het auteurschap daarvan schreef Eddy Grootes in Spektator (1983), Hij ontdekte de bron van deze tekst, de inleiding door Charles Estienne.bij een Parijse vertaling van de komedies van Terentius. Een herdruk hiervan verscheen in 1566 bij Jan van Waesberge in Antwerpen, als voorwoord bij de Terentiusvertaling door Jean Bourlier; van deze uitgave kan een exemplaar in handen zijn geweest van Bredero, die in het voorwoord van zijn Terentiusbewerking Moortje beweert dat hem ‘maar een weynich kints-School-frans in ’t hooft rammelde‘. Ook de auteur van het voorwerk bij Bredero’s verzameld werk van 1638 kan heel goed van deze Antwerpse uitgave gebruik gemaakt hebben. Aan de Franse tekst van de zes komedies laat Bourlier Estiennes uitvoerige introductie voorafgaan over het toneel van de Oudheid, waarin deze de toneelgenres, de spelers, het publiek en het theater behandelt. De door De Bonth geciteerde zin uit dit opstel luidt als volgt:

De tooneelspeelders hadden een slagh van hooge schoenen aen, of klickers, Socci by den Latijnen; hoedanig onze laerzen zijn, maer hoogh gekurckt onder de voeten. Ook droegenze korte brooskens, wel gemaeckt en kostelijck, die by hen den naem van Cothurnus droegen, en de gemelde speelders waeren voornamelijck aen deze twee dingen te kennen. [Bredero 1638, fol. B3v]

Dit is wel een heel kromme weergave van de overeenkomstige passage bij het opstel van Estienne :

Les ioueurs Sceniques portoient une maniere de souliers haultz quilz appelloient Socci, telz que peuvent estre des bottes. Les ioueurs de Tragedies, portoient des petitz brodequins bien faitz & sumptueulx, qu’ilz appelloient Cothurni, & en ces deux choses principalement estoient cognuz les dictz ioueurs. [Terentius 1566, fol. B7r]

De toneelspelers droegen dus hoog schoeisel, in het Latijn socci en in het Frans bottes, een hoge laars; maar voor een tragedie trokken zij ‘brodequins’ aan, een strakke, zeer hoge laars die in het Latijn cothurnus genoemd wordt. De tegenstelling die Estienne maakt tussen hoog en heel hoog is niet zo sterk, maar hij gaat ervan uit dat iedere lezer de begrippen soccus (toneellaars) en cothurnus (speciale toneellaars om de treurspelpersonages groter te laten schijnen) wel kent. Het gaat hier inderdaad om destijds onder kenners van de poëtica courante termen.

Nil Volentibus Arduum spreekt over ‘hooggekurkte laarzen’ in hun komedie  De geschaakte bruid (1690):

.            Myn Heer is een Poeet, de Duivel! hy maakt vaerzen,
.            Als een Parentius in hoog gekurkte laerzen. (vs. 171sq)

Hier spreekt de knecht Krispyn, die de naam van de Romeinse blijspeldichter verbastert tot Parentius.

De tegenstelling tussen ‘soccus’ en ‘cothurnus’ gaat terug op twee verzen uit de Epistula ad Pisones van Horatius. Iedere commentaar op Horatius’ Ars poetica geeft dan ook deze betekenis aan vers 79-80, waarin hij vertelt hoe Archilochus, een oude, door Horatius bewonderde Griekse dichter, vernieuwingen aanbracht in het metrum van de poëzie. Dichterlijke genres als de soccus (lees: de komedie) en de cothurnus (tragedie) hebben dankzij Archilochus hun eigen metriek:

.            Archilochum proprio rabies armavit iambo;
.            Hunc socci cepere pedem grandesque cothurni.

Emotie maakte bij Archilochus de geschikte jambesoort los: aan hem ontleenden de socci en de grootse cothurni hun metrum.

In komedie en tragedie gebruikten de Grieken en de Romeinen allerlei soorten van metrum, maar elk genre had wel zijn eigen arsenaal. De spelers die lage socci droegen gebruikten het platte metrum van de komedie, en die in hoge cothurnen de verheven maatsoorten die in de tragedie gebruikelijk zijn. De hooggeschoeide spelers gebruikten de hoge stijl.

Dit gebruik van de toneellaarzen was voor Vondel zo evident dat hij het in zijn vertaling van deze twee verzen uit de Ars poetica van Horatius niet eens nodig vond ze te noemen. In het Latijn staat expressis verbis ‘socci’ en ‘cothurni’, maar Vondel geeft in zijn prozavertaling de grandes cothurni kortweg weer met hoogdravende treurspelen:

Een dolheit wapende Archilochus met jamben, gelijck eigen. Blyspelen en hooghdraevende treurspelen hebben dezen voet bequaem tot gespreck, en om ’t geraes des volcks te verdooven, en tot spelen geboren, aengenomen [Vondel, Horatiusvertaling 1654].

In hetzelfde jaar noemt hij de laarzen wel in het Berecht van de Lucifer:

Het tooneel en de personaedjen zyn zeker zoodanigh, en zoo heerlyck, datze eenen heerlycker styl vereischen, en hooger laerzen dan ick haer weet aen te trecken [Vondel Lucifer 1654, fol. *4v].

Hiermee verwijst hij niet naar het toneelschoeisel dat de spelers van de Lucifer gebruikten, maar naar het klassieke stijlonderscheid tussen hoge en lage toneellaarzen, als symbool van het onderscheid tussen de dramatische genres. Ook drie jaar later is voor Vondel het woord laarzen voldoende om het oude Griekse toneel aan te duiden:

.                    O Vlooswyck, die van Bloemwijck naer ’t Latijn
.                    Uw’ naem ontleent, hoe hebt ghy, in den schijn
.            Van Filedoon, ons met Latijnsche vaerzen
.            Gesticht, daar ’t volck in d’overoude laerzen
.                    U heene en weêr zagh treên op ’t hoogh tooneel!
.                                    [Vondel Lofdicht op Nicolaes van Vlooswyck 1657]

Als in de zeventiende en achttiende eeuw in deze zin van hooggekurkt wordt gesproken is dat een gecompliceerde stijlfiguur. Om te beginnen is het een synecdoche, in het bijzonder een pars pro toto: de stijlfiguur die een woord vervangt door iets dat er een onderdeel van is. Kurk is een onderdeel van de zool van de laars: hooggekurkt betekent eigenlijk met hoge laarzen. Maar dat schoeisel is niet van de eigentijdse toneelspelers: het zijn de laarzen van de Griekse spelers. Dergelijke laarzen werden in de zeventiende eeuw helemaal niet gebruikt. Dit is een geval van metonymia, in de Rederykkunst van David van Hoogstraten ‘overnaming’ genoemd. Van deze overnaming onderscheidt Van Hoogstraten verschillende soorten; ons hooggekurkt valt onder de ‘metonymia adjuncti’:

De Overnaming des Byvoegsels (Metonymia Adjuncti) is, wanneer uit de bygevoegde de onderworpen zaken betekent worden, dat is, als het Byvoegsel wort genomen voor ’t Onderwerp, of als ’t Byvoegsel genoemt, en het Onderwerp daerdoor verstaen wort. […] Zoo zyn de namen der deugden zelfs voor vrome, en der ondeugden voor quade luiden in gebruik. Namen ook van vele andere zaken worden genomen voor personen, waer aen ze gevoegt zyn. [David van Hoogstraten 1725 p. 24]

Dit bijvoegsel kan volgens Van Hoogstraten inderdaad ook een kledingstuk zijn:

Men stelt door deze overnaming ook dikwils het teken voor de betekende zaek. Antonides in de Mengeldichten:

Hy dreef zyn guichelspel met d’uitgesneden tong
Des grooten mans, die door zyn doot te klaer deedt blyken,
Dat meest de tabbert voor de wapens heeft te wyken.

Tabbert, een gewaedt der Romeinen in tydt van vrede, wort hier voor vrede zelf, gelyk de wapens voor den krygh, genomen. By Vondel in de Geboorte van W. van Nassau wort myter, een bisschoppelyk eerteken, genomen voor den Bisschop zelf:

De Myter neeg hem toe, en gaf den Vorst zyn zegen.
[David van Hoogstraten 1725 p. 25]

De toneellaars heeft hier dezelfde functie. Het zijn niet de Amsterdamse toneelspelers, maar de oude Grieken waar het woord naar verwijst. Het betekent in feite: het verheven karakter dat ons Nederlandse toneel gemeen heeft met dat van de klassieke oudheid.

De geschaakte bruid. van Nil Volentibus Arduum is te vinden bij Ceneton

Delen:

  • Klik om af te drukken (Wordt in een nieuw venster geopend) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Wordt in een nieuw venster geopend) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Wordt in een nieuw venster geopend) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Wordt in een nieuw venster geopend) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Wordt in een nieuw venster geopend) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Wordt in een nieuw venster geopend) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: 17e eeuw, Ceneton, columns Ton Harmsen

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

J. Slauerhoff • Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe

Morgen rijd ik met bedwelmende bloemen naar je toe.
Ik wil niet langer wachten, eindelijk weten hoe
Je bent; de bloemen zullen je verraden.

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

OEUVRE

Het oeuvre van de dood is wel onmetelijk,
maar elke bladzij, blad na blad, is vastgeplakt
en ieder deel staat vastgespijkerd op de plank
en elke plank: nog in de boom onuitgehakt.

Bron: Barbarber, december 1969

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

26 september 2025: Afscheid Peter-Arno Coppen

10 juli 2025

➔ Lees meer
Augustus: Eetvoorstelling ‘Muzikaal Feestmaal’ op Slot Zuylen en Muiderslot

Augustus: Eetvoorstelling ‘Muzikaal Feestmaal’ op Slot Zuylen en Muiderslot

8 juli 2025

➔ Lees meer
12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

12 september 2025: Dag van de Nederlandse partikels

7 juli 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1914 Karel Meeuwesse
1936 Mieke Smits
1939 Seth Gaaikema
sterfdag
1978 Sonja Witstein
2021 Mark de Haan
➔ Neerlandicikalender

Media

De laatste keuze van Rogi Wieg

De laatste keuze van Rogi Wieg

9 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Van Lacarise den katijf die enen pape sach bruden zijn wijf

Van Lacarise den katijf die enen pape sach bruden zijn wijf

8 juli 2025 Door Vianne Cré Reageer

➔ Lees meer
‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

‘Pipi, paradoxen en leermomenten’

5 juli 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d