Door Henk Wolf
Waar het Nederlands één woord keukentafel heeft, heeft het Fries er minimaal twee: keukentafel en keukenstafel. Die twee vormen zijn niet onderling uitwisselbaar.
Een keukentafel (zonder tussen-s en met de woordklemtoon op keuken) is een willekeurige tafel die in een keuken staat of die gemaakt is om in een keuken te staan. De Ikea en de Kwantum verkopen een heleboel van die keukentafels.
De keukenstafel (met tussen-s en met de klemtoon op tafel) is de tafel in de keuken: de spreker en de luisteraars weten om welke keuken het gaat, bijvoorbeeld omdat ze in die keuken zitten of omdat het hun eigen is of omdat het gesprek net over die keuken gaat. Het woord keukenstafel is niet goed met het onbepaalde lidwoord een te combineren: het is nooit een soortnaam, maar altijd een specifieke tafel. In werelden waarin keukens meer dan één tafel hebben, is keukenstafel niet te gebruiken. Zo staat het beschreven in de grammatica’s van het Fries en zo voelen heel wat Friezen het aan. Jarich Hoekstra heeft in 2003 een artikel geschreven waarin hij de beperkte betekenis van keukenstafel verklaart door aannemelijk te maken dat dat niet helemaal een echt woord is, maar een constructie die een beetje tussen een samengesteld woord en een woordgroep (met als betekenis de keuken z’n tafel) in zit.
Taalverandering
Maar niet alle Friezen lijken dat taalgevoel (meer?) te delen. Ik heb de afgelopen tijd via verschillende kanalen een uitnodiging gehad voor een studiedag van docenten Fries. Die werd speels aangeduid als een Keukenstafelpetear. (Petear betekent gesprek.) In de uitnodiging staat: “Nim plak oan de keukenstafels” (“Neem plaats aan de keukenstafels”) en dat is gek, want een keuken heeft doorgaans niet meer dan één tafel. Bovendien wordt de studiedag gehouden in het gebouw van onze hogeschool. We hebben daar wel van die aanrechtjes waar je koffie en water kunt halen, maar geen keuken, en zeker niet een waarvan elke docent Fries het bestaan weet.
Het verklaren van één bepaalde taalverandering heeft altijd iets speculatiefs. Toch wil ik een vermoeden uitspreken, omdat dat goed aansluit bij mijn ervaring met mensen die zich met het geschreven Fries bezighouden. De meesten beginnen daar pas intensief mee als ze bijna of helemaal volwassen zijn. Ze groeien niet op met het geschreven Fries, althans niet in de mate waarin ze met het geschreven Nederlands opgroeien. Bovendien is de Friese schrijftaal nogal conservatief en beweegt die nauwelijks mee met veranderingen in de spreektaal. Dat maakt dat bijna iedereen die Fries leest en schrijft, gewend is aan een schrijftaal die wat vreemd, wat onbekend aandoet. Friezen zijn het gewend om bij het schrijven hun taalgevoel te negeren. Ze denken al snel dat woorden die sprekend op hun Nederlandse vertaling lijken “niet goed” zijn en kiezen dan voor een vorm die wat verder van het Nederlands af staat. Dat heet distantiëring: zie hier voor een stukje daarover. Van zulke distantiëring zou bij de keuze voor keukenstafels ook weleens sprake kunnen zijn.
Foto: Jan van Galen, Wikimedia
Laat een reactie achter