De schoolexamens (= SE’s) Nederlands van havo en vwo zijn nu, eind april 2021, afgerond. De centrale examens (= CE’s) Nederlands van havo en vwo zitten er aan te komen. Daarin worden de leesvaardigheid en enkele argumentatieve vaardigheden van eindexamenkandidaten getoetst. Ik zie als examinator/docent van havo-5 en vwo-6 een beetje op tegen twee tijdverslindende onderdelen van mijn correctiewerk van de CE’s: het beoordelen van de grammaticaliteit van het examenwerk én de discussie daarover met mijn tweede corrector, die controleert of ik mijn werk als eerste corrector goed heb uitgevoerd.
Dit artikel spitst zich toe op de beoordeling van taalfouten of grammaticale fouten in het CE-werk van havo- en vwo-eindexamenkandidaten. Met veertien grammaticaal dubieuze voorbeeldzinnen denk ik aan te kunnen tonen dat docenten Nederlands, taalkundigen en schoolboekmakers verschillende grammaticale regels hanteren. Welke voorbeeldzinnen vindt u grammaticaal en welke niet?
- Truusje is groter als Klaas.
- Onze Taal heeft vrienden waarop je kunt rekenen.
- De regering wil de avondklok nog niet afschaffen, omdat ze de besmettingscijfers nog steeds te hoog vinden.
- Voor het proefwerk heb jij een 8 en Jan een 9.
- Dit was het mooiste dat ik ooit heb gezien.
- Dat is alles dat ik erover heb kunnen vinden.
- Het tweede punt wat werd besproken …
- Hij beloofde hen het boek mee te nemen.
- De kat is op pad geweest; ze heeft twee muizen en een vogeltje gevangen.
- Voetbalkenners beweren dat als de KNVB het profvoetbal niet anders opzet, Nederland nooit meer internationaal zal meetellen.
- Een aantal mensen zijn de coronamaatregelen zat.
- De treinen hadden vertraging omdat ze werden omgeleid.
- Zowel Jan als Geert komen naar het feest.
- Voor je een huis gaat kopen, moet je eerst goed nadenken wat je wil.
We zullen zien dat veel grammaticale regels uit schoolboeken volgens de (e-)ANS en taaladvies.net – beide sites worden ondersteund door de Nederlandse Taalunie – niet kloppen of aan verbetering toe zijn. En zelfs de deskundige taalkundigen van de e-ANS en taaladvies.net zijn het wel eens met elkaar oneens over de grammaticaliteit van taaluitingen. We stellen zo dus vast dat de grammaticaliteit van het CE-examenwerk door examinatoren verschillend en niet volledig objectief en op dezelfde wijze kan worden beoordeeld. Dat is natuurlijk onaanvaardbaar! Daarom moet de beoordeling op de grammaticaliteit van de CE’s van examenkandidaten direct worden afgeschaft. Weg met de puntenaftrek voor grammaticale fouten bij de CE’s Nederlands van havo en vwo!
Wegens de lengte van dit artikel is besloten het in twee delen te splitsen. Het eerste deel van het artikel (dat u nu aan het lezen bent) loopt van paragraaf 1 t/m 6: daarin wordt bekeken hoe volgens examenprogramma’s en correctievoorschriften moet worden omgesprongen met grammaticale fouten en spelfouten in het CE-werk Nederland van havo- en vwo-eindexamenleerlingen. Het tweede deel van het artikel (dat morgen verschijnt) loopt vanaf paragraaf 7: daarin wordt de grammaticaliteit van de hierboven weergegeven veertien voorbeeldzinnen besproken. Ik vermoed dat u als lezer versteld zult staan van op zijn minst enkele grammaticaliteitsbeoordelingen.
1. Het Correctievoorschrift bij het CE Nederlands van havo en vwo: de aftrekregeling voor gemaakte spel- en taalfouten
Of we het er nu mee eens zijn of niet, de beoordeling van spelling en grammaticaliteit is nog steeds verplicht volgens de Correctievoorschriften bij het CE Nederlands van vwo (en havo). Bij de beoordeling van de spelling van examenkandidaten kunnen we natuurlijk het Groene Boekje van de Nederlandse Taalunie uit 2005 goed gebruiken als gids en als perfecte scheidsrechter. Helaas hebben we niet de beschikking over een vergelijkbare grammaticale scheidsrechter. Lastig, onacceptabel, is dat in al die Correctievoorschriften van 2014 tot en met 2019 erg onduidelijk én ronduit slordig wordt uitgelegd hoe die beoordeling van de grammaticaliteit moet worden uitgevoerd. Nergens wordt in die Correctievoorschriften bij de CE’s Nederlands van vwo (en havo) afdoende beschreven wat grammaticale fouten (incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik) zijn. Lees mee in de Correctievoorschriften van 2014 tot en met 2019, en huiver:
2.3 De aftrek voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik in de samenvatting bedraagt maximaal 4 scorepunten. Onder incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik moet worden verstaan: fouten tegen de regels voor interpunctie, voor het gebruik van hoofdletters, voor zinsbouw, voor spelling, voor woordgebruik en voor woordvolgorde.”
Vooral de laatste zin (“Onder … woordvolgorde.”) rammelt inhoudelijk aan alle kanten. Wat zijn incorrecte formuleringen, wat is onjuist taalgebruik? Wat is het verschil tussen beide begrippen? Is het gebruik van hoofdletters niet een onderdeel van spelling; waarom worden die hoofdletters apart genoemd? En hoe moet interpunctie worden gecontroleerd? Interpunctieregels worden in het Groene Boekje toch niet behandeld; daarom is interpunctie lastig of niet te beoordelen. En is woordvolgorde geen onderdeel van de categorie zinsbouw? Dit zijn toch echt geen heldere opmerkingen die aan docenten Nederlands verduidelijken hoe ze de grammaticaliteit van taaluitingen van hun examenkandidaten moeten beoordelen!
“1 Bij de beoordeling van antwoorden op open vragen worden, gelet op de aard van de opgaven, geen punten afgetrokken voor spelfouten. Voor idiomatische en grammaticale oneffenheden geldt hetzelfde, tenzij het antwoord er minder juist of zelfs fout door wordt.”
Wat is nu precies het verschil is tussen idiomatische en grammaticale oneffenheden? Wordt met idiomatische oneffenheid fout woordgebruik bedoeld? Maar dat is toch een grammaticale oneffenheid? Opnieuw mis ik hier een bronverwijzing waarmee kan worden bepaald of iets een idiomatische of grammaticale oneffenheid is.
Uit dit citaat blijkt dat in 2015 een grote verandering plaatsvond in het CE Nederlands van havo en vwo. In 2014 (zie het vorige punt) bevatte het CE Nederlands nog een grote samenvattingsopdracht. De samenvattingen van de examenkandidaten moesten worden gecontroleerd op taal- en spelfouten. In 2015 verdween die samenvattingsopdracht uit het CE. En daarmee verdween de noodzaak om te controleren op taal- en spelfouten. Toen de Tweede Kamer in 2015 besefte dat in het CE Nederlands de spelling en grammaticaliteit niet meer werden gecontroleerd, waren de rapen gaar. Dat kon natuurlijk niet! Op 13 mei 2015 stelde SP-Kamerlid Jasper van Dijk zes kritische vragen aan Staatssecretaris Dekker zes kritische vragen over het meetellen van spelling en schrijfvaardigheid bij het examen Nederlands.
In zijn beantwoording van die vragen op 23 juni 2015 sputterde staatssecretaris Dekker nog even tegen dat het afstraffen van taal- en spelfouten in schoolexamens en niet bij centrale examens (CE’s) plaatsvond. Maar onder druk van de Kamer en de ontstane maatschappelijke verontwaardiging (“Bij het eindexamen Nederlands kijken ze niet meer naar spel- en taalfouten”) droeg Dekker het CvTE (het College voor Toetsen en Examens, eindverantwoordelijk voor de inhoud van CE’s) op om in 2016 het CE-werk van de havo- en vwo-examenkandidaten opnieuw de spelling te laten controleren. Het CvTE voerde die opdracht uiteraard uit. Om de een of andere reden interpreteerde het CvTE de opdracht echter veel ruimer dan door de staatssecretaris was geformuleerd. Niet alleen werd in de CE’s Nederlands van 2016, zoals door Dekker gevraagd, de spellingcontrole opnieuw ingevoerd. Ook werd in de CE’s van 2016 de controle op grammaticaliteit weer ingevoerd, terwijl staatssecretaris Dekker daar, nogmaals, helemaal niet om had gevraagd. Curieus. (Voor de geïnteresseerde: zie o.a. de Kamerstukken van 9 oktober 2014, 23 juni 2015, nog een keer 23 juni 2015 en 24 juni 2015).
1 Correct taalgebruik wordt getoetst bij alle antwoorden van de kandidaat op open vragen.
Voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik worden maximaal 4 scorepunten in mindering gebracht. Onder incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik moet worden verstaan: spelfouten, verkeerd woordgebruik en fouten in de zinsbouw inclusief verkeerde woordvolgorde.“
Ook hierbij kunnen weer veel kritische kanttekeningen worden geplaatst. Opnieuw vraag ik me af wat de begrippen incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik inhouden en wat de verschillen tussen beide begrippen zijn. Verder valt fouten in de zinsbouw inclusief verkeerde woordvolgorde op. Hoezo wordt daar inclusief verkeerde woordvolgorde expliciet genoemd? Een verkeerde woordvolgorde is toch al een soort zinsbouwfout? Of wordt met fouten in de zinsbouw iets anders bedoeld? Wat dan? En als je dan foute woordvolgorde noemt, waarom dan niet ook inclusief foute inversie, incongruentie, foute samentrekking, foute beknopte bijzin, etc. genoemd?
In schoolboeken als Nieuw Nederlands (6e editie) worden negen standaard(taal)fouten opgesomd die nergens in het correctievoorschrift worden genoemd: 1. dubbelop (onjuiste herhaling, foute tautologie; fout pleonasme; contaminatie; foute dubbele ontkenning); 2. fouten met verwijswoorden (onjuist verwijswoord, onduidelijk verwijzen); 3. incongruentie; 4. dat/als-constructie; 5. foutieve samentrekking; 6. foutieve beknopte bijzin; 7. zinnen fout begrenzen (fout losstaand zinsgedeelte, zinnen ten onrechte samenvoegen); 8. onjuiste inversie; 9. geen symmetrie. Maar die negen standaardfouten zijn niet voldoende om een zin als Het man straat op loopt nu als incorrecte Nederlandse zin af te keuren. Ja, o.a. klopt de woordvolgorde in die zin niet. Maar dat is weer niet één van de negen categorieën uit Nieuw Nederlands.
d. Vwo 2017, tijdvak 1 = vwo 2016 tijdvak 1 (bij dit punt d geldt dus hetzelfde commentaar als bij punt c).
1 Correct taalgebruik wordt getoetst bij alle antwoorden van de kandidaat op open vragen. Voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik worden maximaal 4 scorepunten in mindering gebracht. Onder incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik moet worden verstaan: spelfouten, verkeerd woordgebruik en fouten in de zinsbouw inclusief verkeerde woordvolgorde. Zelfstandig gebruik van bijzinnen (als in: “Omdat …”) dient niet fout te worden gerekend.“
In vergelijking met 2016 en 2017 is de zin Zelfstandig … gerekend toegevoegd. Wie meer wil weten over die extra zin over het zelfstandig gebruik van bijzinnen, verwijs ik onbescheiden door naar mijn neerlandistiek.nl-artikel van juni 2016, getiteld Wat is een hele of volledige correcte (Nederlandse) zin volgens examenblad.nl? (tevens gepubliceerd op 15 mei 2016 op het examenforumnederlands2016, de examenfora 2016 van SBN Levende Talen).
f. Vwo 2019, tijdvak 1 = vwo 2018 tijdvak 1 (bij dit punt f geldt dus hetzelfde commentaar als bij punt e).
g. Wat staat ons dit jaar 2021 bij het CE Nederlands van vwo te wachten bij het beoordelen van taal- en spelfouten? Dit zegt de ‘Syllabus centraal examen Nederlands vwo (4F) 2021, Versie 2, juni 2019’ erover:
Vakspecifieke regels centraal examen
De vakspecifieke regels voor 2016 en volgende examenjaren zijn herzien en in lijn gebracht met het besluit van de staatssecretaris om een aftrekregeling in te voeren bij antwoorden op open vragen voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik, zoals tot en met examenjaar 2014 bij de grote samenvattingsopdracht gebruikelijk was. Deze aftrekregeling behelst dat er voor incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik, waaronder spelfouten, bij antwoorden van de kandidaten op open vragen scorepunten in mindering worden gebracht.”
Hier wordt helemaal om de hete brij heen gedraaid: we moeten op incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik letten… En wat dat zijn? Nou, onder andere spelfouten. Meer aanwijzingen krijgen we niet in de Syllabus Nederlands vwo (4F), 2021. Wat een onacceptabele onduidelijkheid!
2. De Correctievoorschriften bij de CE’s vwo (en havo) van moderne vreemde talen en bij het CE Nederlands van het vmbo: geen beoordeling van spelling en grammaticaliteit
Wie de Correctievoorschriften bij de CE’s van de moderne vreemde talen (Engels, Duits, Frans, Spaans, Italiaans, etc.) in 2019 bekijkt, zal het opvallen dat in al die Correctievoorschriften dezelfde passage voorkomt. In bijvoorbeeld het Correctievoorschrift van het CE Engels, tijdvak 1, 2019 – maar dus ook in de Correctievoorschriften bij de CE’s van de andere moderne vreemde talen – lezen we:
“3 Vakspecifieke regels
Voor dit examen zijn de volgende vakspecifieke regels vastgesteld:
1 Open vragen dienen in het Nederlands beantwoord te worden, tenzij uit de vraagstelling blijkt dat het antwoord in de vreemde taal mag of moet staan. Indien toch de vreemde taal is gebruikt, worden aan het antwoord 0 scorepunten toegekend.
2 Met taalfouten wordt in de beoordeling geen rekening gehouden.”
Vooral die tweede regel is jaloersmakend helder. Bij de centrale examens van de moderne vreemde talen wordt niet gelet op taal- en spelfouten, om de eenvoudige reden dat die fouten niet tot het CE-domein Leesvaardigheid behoren! Controle op spelling en grammatica behoort bij de moderne vreemde talen tot het domein van schoolexamens. Zo hoort het ook. In het examenprogramma staan de spelregels over welke vakonderdelen (of: strikt van elkaar gescheiden domeinen) in SE’s en in het CE moeten worden getoetst. Die spelregels worden gewoon gevolgd bij de moderne vreemde talen.
Verder is het eigenaardig dat alleen bij het CE Nederlands van havo en vwo spellingfouten en grammaticale fouten worden bestraft met puntenaftrek. Dat gebeurt niet bij het CE Nederlands van het vmbo! In de Correctievoorschriften van de CE’s Nederlands van het vmbo (vmbo-GL en TL 2019, vmbo-KB 2019 en vmbo-BB) lezen we (zie o.a.: het Correctievoorschrift van vmbo-GL en TL in 2019):
3 Vakspecifieke regels
Voor dit examen zijn de volgende vakspecifieke regels vastgesteld.
1 Bij de tekst(en) met vragen worden, gelet op de aard van de opgaven, geen punten afgetrokken voor spelfouten. Voor idiomatische en grammaticale oneffenheden geldt hetzelfde, tenzij het antwoord er minder juist of zelfs fout door wordt.”
Waarom worden de spelregels over de domeinscheiding uit de officiële examenprogramma’s bij alle moderne vreemde talen en bij Nederlands op het vmbo wel gerespecteerd, maar niet bij Nederlands van vwo en havo?
3. Wat betekent de aftrek van maximaal 4 punten voor het CE-cijfer Nederlands van examenkandidaten havo en vwo?
De correctievoorschriften eisen een aftrek voor spelling- en grammaticafouten van maximaal 4 scorepunten. Die 4 punten moeten worden afgetrokken van de plm. 65 scorepunten die bij CE’s Nederlands van havo en vwo kunnen worden behaald. Examenkandidaten maken al snel spel- en taalfouten in hun CE-werk, waardoor ze al vlug in aanmerking komen voor de maximale aftrek van 4 scorepunten. 4 Scorepunten aftrek op plm. 65 scorepunten betekent voor het CE-eindcijfer al vlug 0,6 punt aftrek op het CE-eindcijfer. Een examenkandidaat die eigenlijk een CE-eindcijfer 6,0 heeft behaald, krijgt in plaats daarvan een CE-eindcijfer 5,4. Dat is een groot verschil. Daar kunnen examenkandidaten op zakken. Sneu.
4. Er bestaat geen goede prescriptieve grammatica van het Nederlands, waardoor unanieme beoordeling van grammaticaliteit van Nederlandse taaluitingen onmogelijk is
Hoe de Nederlandse grammaticaliteit van antwoorden van eindexamenkandidaten moet worden beoordeeld, is volkomen onduidelijk. Dat kan ook niet, om de simpele reden dat er geen standaardgrammatica’s van het Nederlands bestaan, waarin precies wordt beschreven aan welke grammaticale regels correcte Nederlandse zinnen moeten voldoen. Anders gezegd: er bestaan geen goede alom geaccepteerde prescriptieve (= voorschrijvende) grammatica’s van het Nederlands. Docenten Nederlands, beoordelaars van de CE’s Nederlands, kunnen dus niet terugvallen op een of meer algemeen geaccepteerde bronnen waarin keihard alle regels voor welgevormde Nederlandse taaluitingen worden beschreven. Dit is een groot gemis, dat een valide beoordeling van de grammaticaliteit van examenwerk onmogelijk maakt.
Zijn er dan geen hulpmiddelen om grammaticaliteit mee te beoordelen? Gelukkig wel. Ik noem er drie:
a. De alom gerespecteerde en als taalautoriteit geaccepteerde ANS, dé descriptieve (= beschrijvende) grammatica van het Nederlands) uit 1997. Ook al is de onvolprezen ANS descriptief, toch kunnen we daaruit wel vaak afleiden welke taaluitingen grammaticaal meer of minder correct zijn. Sinds 2002 bestaat de ANS ook in elektronische vorm, de e-ANS, die bereikbaar is via http://ans.ruhosting.nl/e-ans/. Per 20 april 2021 is de e-ANS ondergebracht bij het INT, het Instituut voor de Nederlandse Taal, in nauwe samenwerking met de Nederlandse Taalunie; het nieuwe adres van de e-ANS is: https://e-ans.ivdnt.org/. Bij de voorbeeldzinnen in paragraaf 7 geef ik links naar de oude ‘Nijmeegse’ e-ANS) en naar de nieuwe e-ANS, die ondergebracht is bij het INT. Tekstueel zijn beide e-ANS’en nu nog voor een groot deel gelijk aan elkaar. Wel is de nieuwe INT-(e-)ANS mooier vormgegeven en veel gebruiksvriendelijker. Maar de haast 20 jaar oude Nijmeegse e-ANS was en is natuurlijk ook geweldig.
b. taaladvies.net, een prachtige site die ook door de Nederlandse Taalunie wordt ondersteund en goedgekeurd. Deze site biedt antwoord op vele vragen over de Nederlandse taal en spelling. Ook deze bron is in principe descriptief, maar doet toch vaak uitspraken over de grammaticaliteit van Nederlandse taaluitingen. Opvallend bij deze site (en ook wel bij de ANS en de e-ANS) is de grote en gegroeide tolerantie voor taalvariëteiten die in het Nederlandse taalgebied voorkomen.
c. Ook het tijdschrift Onze Taal is een goede bron bij grammaticaliteitsbeoordelingen van Nederlands. Zeer informatief is de online rubriek Taalloket (ook wel Taaladviesdienst genoemd): https://onzetaal.nl/taaladvies/.
5. Er bestaat geen consensus over de grammaticaliteit van Nederlandse taaluitingen, ook niet bij docenten Nederlands
Misschien denken lezers van dit artikel nu dat ik hier wat aan het zeuren ben over het beoordelen van grammaticaliteit in eindexamenwerk van havo- en vwo-examenkandidaten. Die beoordeling is toch niet zo lastig? Oké, het zal best wel kloppen dat er geen alom geaccepteerde prescriptieve grammatica van het Nederlands bestaan. Maar docenten Nederlands weten toch heus wel wat grammaticaliteit of incorrecte formuleringen en onjuist taalgebruik inhouden?
Welnu, die veronderstelde consensus, die eenstemmigheid in de beoordelingen door docenten Nederlands van de correctheid van formuleringen en taalgebruik, blijkt maar al te vaak niet te bestaan. Door de groeiende tolerantie voor taalvariëteiten is die uniformiteit de afgelopen jaren verder afgenomen. Wat de ene docent uit het zuiden van ons land grammaticaal acceptabel vindt, vindt de andere docent uit het noorden van ons land onacceptabel.
6. Grammaticale regels uit schoolboeken of van docenten Nederlands botsen met de ANS/e-ANS en/of taaladvies.net: opnieuw zien we dat er geen algehele consensus over grammaticaliteit bestaat; daarom moet de beoordeling op grammaticaliteit bij CE’s Nederlands van havo en vwo direct worden afgeschaft
Schoolboeken proberen leerlingen uit te leggen aan welke regels grammaticaal correcte Nederlandse taaluitingen moeten voldoen. Die grammaticaregels in de schoolboeken zijn vaak voorschrijvend, prescriptief, in de trant van: “een correcte samentrekking moet aan de volgende drie eisen voldoen: 1. … 2. … 3. …”. Zo zijn de regels, en leer die maar! Leerlingen verbazen zich vaak, meestal stilzwijgend, over grammaticale schoolboekregels. Ze vinden sommige regels in strijd met hun eigen taalgevoel. Het is heel jammer dat de schoolboeken verzuimen te melden dat hun prescriptieve grammaticaregels slechts modellen zijn van de grammaticale regels in het hoofd van taalgebruikers. Die schoolboekregels zitten echt niet precies zo in het hoofd van Nederlandse taalgebruikers! Als leerlingen dat meer zouden beseffen, zouden ze misschien meer geïnteresseerd raken in taalkundige kwesties en zouden ze wellicht meer opkomen voor de grammaticale regels in hun hoofd die in conflict zijn met de schoolboekregels.
We zullen aanstonds, in paragraaf 7, zien dat grammaticaregels in schoolboeken nogal eens botsen met de grammaticaregels in standaardwerken als de ANS/e-ANS en taaladvies.net, die zijn samengesteld door toptaalkundigen uit Nederland en Vlaanderen. De ANS/e-ANS en taaladvies.net worden ondersteund door de Nederlandse Taalunie, wat toch wel een garantie voor kwaliteit is. Maar al te vaak blijken de genuanceerde grammaticale regels van die toptaalkundigen van Nederlandse en Vlaamse universiteiten niet in overeenstemming te zijn met de prescriptieve grammaticaregels in schoolboeken Nederlands. De schoolboekregels zijn nogal eens te kort door de bocht of onvolledig, zoals nog zal blijken. Ook blijkt soms dat zelfs de deskundigen van ANS/e-ANS en taaladvies.net wel eens met elkaar van mening verschillen over de grammaticaliteit van taaluitingen.
Het gaat er mij niet om wie er gelijk heeft, de topdeskundigen van de ANS of van taaladvies.net of de schoolboekmakers. Waar het mij om draait, is dat we vrij gemakkelijk en snel kunnen constateren dat schoolboekmakers en top-taaldeskundigen – ook de top-taaldeskundigen onderling – verschillende botsende grammaticale oordelen hebben. Bij hen bestaat er dus vaak geen consensus over wat wel of niet grammaticaal correct Nederlands is. En daaruit kunnen we weer afleiden dat het onmogelijk is dat er bij alle docenten Nederlands een consensus bestaat over de grammaticaliteit van taaluitingen in de CE-werken van eindexamenleerlingen. Niet-valide toetsing is onacceptabel, zeker bij de zo belangrijke landelijke centrale examens. Daarom is het de hoogste tijd om met onmiddellijke ingang te stoppen met de niet-valide, niet-uniforme beoordeling van de grammaticaliteit van de eindexamenwerken van het CE Nederlands van havo en vwo.
Helaas hanteren veel docenten bij de grammaticale beoordeling van het examenwerk van het CE Nederlands die foute of incomplete grammaticaregels uit hun schoolboeken. Dan kan het gebeuren dat daardoor examenkandidaten puntenaftrek krijgen voor grammaticale fouten, die bij nader inzien geen fouten blijken te zijn. Ook worden gesprekken tussen docenten Nederlands – de zgn. ‘eerste corrector’ en de controlerende ‘tweede corrector’ – over grammaticale fouten van examenkandidaten in de examenwerken bemoeilijkt, als de docenten niet dezelfde uniforme grammaticaregels hanteren.
Morgen verschijnt deel 2 van dit artikel. Daarin worden de veertien voorbeeldzinnen uit de Inleiding besproken.
——————————————————————————————————————————————–
Its Outlet zegt
Zeer informatief is de online rubriek Taalloket (ook wel Taaladviesdienst genoemd): https://onzetaal.nl/taaladvies/.
5.
Frank Conijn zegt
Ik reageer op het ingezonden stuk in De Volkskrant, op https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/opinie-let-niet-op-grammatica-bij-het-centraal-examen-nederlands~bf29bab4/. Ten aanzien van de aangedragen voorbeelden ben ik het geheel eens met de auteurs. Maar ik dacht dat die vielen onder stijl? En dat onder grammatica juist weer wel zaken als de dt-regel vielen?
Marc van Oostendorp zegt
Het lijkt inderdaad logischer om met name die dat-als-regel als stilistisch te zien, het is eigenlijk een raadsel hoe die in de grammatica-adviesboeken verzeild is geraakt. Regels over d’s en t’s worden overigens dan juist weer tot de spelling gerekend.
Ben Salemans zegt
Tja, Frank, je heb volkomen gelijk als je je afvraagt wat er valt onder grammatica en wat niet. Dat is precies één van de punten van het artikel: de correctievoorschriften (en examenprogramma’s) van de examens Nederlands van, pak hem beet, de laatste tien jaren zijn daarover onacceptabel onduidelijk. Als we niet weten wat er precies onder grammatica valt, hoe moeten wij, docenten Nederlands, dan examenwerken op grammaticale correctheid controleren. In Deel 2 van dit artikel, dat morgen, 29 april, verschijnt, zal ik laten zien dat docenten en/of deskundigen lang niet dezelfde grammaticale oordelen hebben,
Frank Conijn zegt
Ben,
Ik kan het tweede deel niet vinden op de site van De Volkskrant? Ik heb geen papierabonnement.
Ben Salemans zegt
https://neerlandistiek.nl/2021/04/wie-bepaalt-wat-ongrammaticaal-is-bij-het-centraal-examen/
Peter de Water zegt
Je hebt volkomen gelijk. En het is maar de vraag of hier wel deleesvaardigheid wordt getoetst….
Helge Bonset zegt
De hele puntenaftrek is een onding, een smet op de toetsing van leesvaardigheid waar het bij het c.e. om gaat. Alleen onbegrijpelijke antwoorden dienen puntenaftrek of helemaal geen punten te krijgen. De puntenaftrek had nooit ingevoerd moeten worden en het is goed dat Ben Salemans de onwerkbaarheid ervan aan de orde stelt.