Met een selectief gezelschap van jonge, Groninger Neerlandici – sowieso een kleine vijver om uit te vissen – maak ik onderdeel uit van een leesclub. Ons eerste boek was Blauwe maandagen van Arnon Grunberg. Blauwe maandagen kun je beter laten liggen. Als leesclub waren we het er unaniem over eens dat het een wanstaltige roman is.
Het boek gaat over de jonge adolescent Arnon Grunberg (gaap) die opgroeit in Amsterdam (gaap). De schrijver Arnon Grunberg heeft als persoon twee feiten waar hij mee pocht: Zijn Joodse afkomst en het feit dat hij in 1988 van het hoofdstedelijke Vossius gymnasium is gestuurd. De hoofdpersoon in Blauwe maandagen heeft toevallig precies dezelfde precaire flex. Al op vroege leeftijd (lees: vijftien) ontwikkelt deze hoofdpersoon zich tot een notoire alcoholist en in zijn ‘studententijd’ – hij woont wel in een studentenhuis maar studeert niet – komt hierbij dat hij een ordinaire hoerenloper wordt die te veel praat tijdens de daad. De bezigheden van hoofdpersoon Arnon bestaan vanaf ongeveer één derde van het boek uit bier drinken en hoeren bezoeken, soms in omgekeerde volgorde. Erg spannend.
Dit complete anti-verhaal wordt nog eens extra uitgekleed door het feit dat de schrijver Arnon Grunberg meester is in het totaal onaantrekkelijk opschrijven van seksscènes. Seks wordt iets ronduit smerigs in Blauwe maandagen. Net als eigenlijk alle andere mooie dingen in het leven door de schrijver worden gedegradeerd tot iets dat wellicht de titel van het boek zou verklaren. Want dat moeten we de auteur wel meegeven: bij het zien van de titel Blauwe maandagen, verwacht je geen vrolijk boek. Dat krijg je dan ook niet.
coenpeppelenbos zegt
Leuke inbreng: jonge mensen die boeken willen verbranden. En dan uitgerekend bij Grunberg.
Jos Joosten zegt
Dat “verbranden” is misschien wat ongelukkig, inderdaad. Maar erg verfrissend vind ik het wel dat hier eens flink tegen het unisono orkest van loftrompetten ingetoeterd wordt (en zou dat iets Gronings zijn? Ik herinner me dat de (destijds Groningse) criticus Marc Reugebrink als een van de weinigen eeen zeer ktiische recensie schreef, na het verschijnen.)
Ludmilla Coornstra zegt
Dank voor deze oplettende reactie. Het stuk is aangepast.
indenvroolijkenhermeneut zegt
Het enige wat ik me nog herinner van Grunbergs debuut, is dat ik destijds niet de moeite heb genomen om er zelfs maar een bespreking als deze van Warner van der Louw aan te wijden.
Peter Mabelus zegt
Zelden zo’n ongenuanceerde en respectloze kritiek gelezen. Alsof The Beatles slechter waren dan BZN. Onbegrijpelijk. Dit soort stukjes zijn de prijs die we betalen voor de heilige vrijheid van meningsuiting.
Peter Boot zegt
Eén van de ‘mooie dingen in het leven’, zoals de bespreking het noemt, zijn boeken die je leren om een beetje verder te kijken. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken aan de rol van de ouders in het boek, aan wat die ouders hebben meegemaakt en wat dat doet met hun zoon. Als je het probeert kun je misschien iets proeven van Grunbergs verbijstering over de wereld waarin hij zich bevindt. Dan kun je misschien ook iets van zijn gedrag begrijpen en van de onderliggende angst. Dat is waar literatuur voor is!
Danny Habets zegt
Toen ik deze “recensie” las, dacht ik even een pastiche te lezen, wellicht door Grunberg zelf geschreven. De mentaliteit van de verteller / hoofdpersoon als graadmeter: ik moet er aan wennen. Wat je ook verder van Grunberg en/of zijn boeken vindt.
Carl Stellweg zegt
Even dacht ik dat deze ‘recensie’ een parodie was. Ongelooflijk kinderachtig dat “(gaap)”. En ‘pochen’ met je Joodse afkomst? Je moet maar durven. En uiteraard betekenen beschrijvingen van alcoholisme en van seks zonder glans dat er sprake is van een slechte roman. Ja hoor. Beschamend stukje.
Mieke Waterman (-Daniels) zegt
Pochen? Welnee…De Joodse afkomst van Grunberg is een inherent en fundamenteel bestanddeel van zijn bestaan. Voortdurend aanwezig in de omgeving en in het gezin waarin hij opgroeide. Logisch toch dat dit dan doorklinkt in zijn autobiografische debutroman. Mijn studenten Nederlandse taalkunde (afd. Functionele linguistiek, Hebrew University of Jerusalem) hebben genoten van het hoofdstuk Oesterbar, dat ik ze als analysemateriaal heb voorgelegd. Ze apprecieerden de humor en vonden het origineel.