In februari bracht de 52-jarige Muntendammer Patrick Krop zijn haikubundel Wiegend water uit. Met zijn haiku’s, uitgegeven door Uitgeverij Nobelman, deelt hij zijn passie voor taal met anderen. Krop kreeg eerder al veel positieve reacties op zijn haiku’s, waarin hij de traditionele vorm van drie regels en opeenvolgend vijf, zeven en vijf lettergrepen gebruikt. Deze Japanse dichtvorm helpt hem de kleine dingen in de wereld te waarderen. Patrick Krop is ook bezig met het opzetten van een taaltuin, het geven van gastlessen op scholen en de organisatie van een haiku wandelroute in zijn woonplaats.
Liefde voor taal
Als docent Nederlands bracht Krop zijn liefde voor taal over op leerlingen in het voortgezet onderwijs, het mbo en het hbo. ‘Ik wilde heel graag mijn passie voor taal met anderen delen. Taalvaardig zijn zorgt ervoor dat je de wereld beter begrijpt, maar met taal kan je ook je eigen wereld maken of anderen een bepaalde kijk op de wereld geven. Dát doorzien en begrijpen vind ik mooi aan taal en heb ik geprobeerd over te brengen in mijn rol als leraar.’ Ondertussen is Krop gestopt met lesgeven, maar is hij nog wel op andere manieren bezig met het Nederlands. Zo examineert hij Nederlands in het MBO en heeft hij een taalbureau, dat taaldiensten aanbiedt op het gebied van correctie en redigeren.
Haiku’s In Wiegend water focust Krop zich op het schrijven van haiku’s en tanka’s, Japanse dichtvormen die al eeuwen worden toegepast. ‘Ik ben begonnen met meer lyrische gedichten, maar de haiku dwingt je met weinig woorden en weinig lettergrepen van iets heel kleins, iets heel groots te maken. De haiku verplicht je tot de essentie te komen. Als ik langere gedichten schrijf, zit ik veel in mijn hoofd. Daar gebeurt het dan, daar worden de zinnen gemaakt. Bij gedichten moet je rekening houden met het ritme, de alliteratie, het rijm – eigenlijk moet je overal over nadenken. Een haiku is voor mij veel concreter en overzichtelijker. Zonder zelf te interpreteren laat je dat wat je ziet de poëzie zijn. Daardoor kun je meer met je gevoel werken in plaats van met je hoofd.’ Ook de aandacht die haikudichters besteden aan de natuur motiveerde Krop om gebruik te maken van deze dichtvorm. Haiku’s beschrijven namelijk vaak de alledaagse dingen uit de natuur en de veranderingen die de natuur tijdens de seizoenen doormaakt. Toen Krop twee jaar geleden tegen een burn-out aanliep, begon hij boeken te lezen over diverse zienswijzen en coachingmethoden. Wat hem onder andere aansprak was ACT (Acceptatie en Toewijdingstherapie). Dit is een methode waarbij er geleerd wordt om op een flexibele manier om te gaan met de obstakels die je tegenkomt in het leven, zodat je je aandacht kan richten op waardevolle dingen. Zo las hij, vervolgt hij, ‘dat je je zintuigen moet gaan gebruiken tijdens het wandelen als je je onrustig of opgejaagd voelt. Verleg de focus. Verplicht jezelf om elke wandeling andere zintuiglijke waarnemingen te doen en te kijken of je veranderingen opvallen. Verleg de focus op ongemakkelijkheden naar focus op je omgeving. Dat ben ik toen gaan doen en dat maakte ook dat ik anders ging kijken naar dat wat ik om me heen zag. Er begonnen mij opeens hele kleine dingetjes op te vallen en ik genoot ervan veranderingen te zien in de natuur, die mij daarvoor nog nooit waren opgevallen. Met grote stappen en soms lastige keuzes kwam de rust in mijn leven terug. De haiku’s gaven me de inzichten waarnaar ik op zoek was.’
Tradities
Hoewel de haiku een traditionele Japanse vorm van dichten is, zijn er dichters in de westerse wereld die de dichtstructuur iets aangepast hebben. Deze gedichten worden ook wel tanshuku genoemd. ‘Een tanshuku is een vorm van haiku die wat beter lijkt te passen bij de westerse taal door het gebruik van twaalf lettergrepen in plaats van zeventien,’ legt Krop uit. Dat twaalf lettergrepen voor sommige westerse dichters de boodschap beter over lijkt te brengen, heeft te maken met het verschil in de tijdsduur van klanken in het Japans. ‘Wij hebben in het Westen de zeventien moren in de Japanse taal gewoon omgezet in onze lettergrepen. En zij kennen
zogenaamde snijwoorden, die vergeleken kunnen worden met onze leestekens. Zij tellen de snijwoorden mee, wij de leestekens niet. Wij gebruiken daarom in onze haiku’s meer woorden van betekenis dan de Japanners doen. Er is dus iets voor te zeggen om twaalf lettergrepen te gebruiken om zo beter tot de essentie te komen.’ Toch schrijft Krop zijn haiku’s liever in de traditionele vorm. ‘Ik wil die vorm niet zomaar loslaten. Dat zegt ook wel iets over mij. Ik hou van tradities en rituelen die al lang bestaan. Daarom ben ik ook vrijmetselaar geworden. Als vrijmetselaar ben je onderdeel van een broederschap die streeft naar het worden van een beter mens. Net zoals de haiku een eeuwenoude dichtvorm is, maken we in de vrijmetselarij ook al honderden jaren traditioneel gebruik van rituelen en symbolen,’ aldus Krop.
Sommigen van zijn genootschap, die elkaar broeders noemen, staan wel open voor veranderingen, maar Krop wil daar niets van weten. ‘Er zijn vrijmetselaren, die denken dat we moeten moderniseren en het gebruik van symbolen en rituelen gedeeltelijk los moeten laten. Ik geloof juist dat tradities er niet voor niets zijn. Ze hebben zich bewezen. Dat heb ik dus ook met de haiku. Ik probeer wel eens een tanshuku te schrijven, maar ik merk dat als ik dat doe, ik er nooit echt tevreden over ben. Voor mijn
gevoel mis ik dan net betekenisvolle woorden.’
Wiegend water
Toen hij net begon met het schrijven van gedichten en haiku’s, plaatste Krop ze op sociale media. ‘Op een gegeven moment heb je dan een paar honderd haiku’s en tanka’s. En er zaten best wel wat goede bij. Ik kreeg veel positieve reacties, waaronder van Joop Hagen en Ruud Alers, die zelf ook publicerend schrijver zijn. Zij zeiden tegen mij dat er echt pareltjes tussen zaten en dat ik ze zou moeten bundelen en uitgeven.’ Zulke positieve feedback van andere schrijvers en zijn omgeving heeft Krop dan ook ter harte genomen toen hij zijn haikubundel Wiegend water uitgaf.
Opvallend op de voorkant van deze bundel is de ondertitel “gecomponeerde taalfoto’s”. ‘Dat is precies wat haiku’s zijn,’ vertelt Krop. ‘Ik sta ergens en maak een snapshot, maar dan met taal. Moeilijker is het niet. Dus ik zeg ook altijd, ik ben niet degene die een haiku maakt, dat doet de natuur. Ik ben alleen degene die het opschrijft, want het is er al. Het is alleen nooit de bedoeling geweest van de natuur dat het een gedicht zou worden of literair. Daar ligt mijn taak. Dat wat ik zie liggen pak ik op en zet ik om
in een haiku.’
Toegankelijk
Krop gelooft dan ook dat iedereen in staat is om haiku’s te schrijven. Het enige wat je nodig hebt is een beetje verwondering voor de kleine dingen in het leven. ‘Dat is eigenlijk ook de bedoeling van de haiku, dat iedereen ze kan schrijven. Het is de dichtvorm voor het volk in Japan. Het is volksvermaak, vaak een beetje humoristisch, maar in ieder geval een duiding van een moment in een seizoen’. ‘Weet je wie heel goed haiku’s kunnen maken,’ vervolgt Krop, ‘kinderen. Zij verwonderen zich nog over alles en durven gewoon te zeggen wat ze zien. Daarnaast geven ze vaak menselijke trekjes en eigenschappen aan dingen. Een klein kind zal al snel zeggen dat de maan kijkt of huilt. Dat is dan mooie taal voor een haiku.’Een van de dingen waar Krop dan ook naar streeft met de uitgave van zijn haikubundel is anderen inspireren om ook haiku’s te gaan schrijven. ‘Daarom heb ik er ook voor gekozen om informatie over de haiku te geven. Daar waar er in de bundel een nieuw seizoen begint, heb ik wat bijgeschreven over wat de haiku is.’
Taaltuin
Dat hij dit doel serieus neemt, blijkt ook uit het feit dat hij samen met Freek van Dijk de Natuurlijke TaalTuin heeft opgericht. Midden in de natuur staat een grote boerderij, waarin zich een slaapzaal, een atelier en een ontvangstruimte bevinden. Op het land dat erbij hoort staan drie schrijfhutten en is een plek gecreëerd voor een kampvuur. Eenden en kippen lopen los rond. ‘Hoe fijn is het dat je de drukte achter je kunt laten om midden in de natuur samen te komen, te schrijven en te wandelen, terwijl je ook reflecteert en doelen stelt, alleen of samen met collega’s?’ De taaltuin is een ontmoetingsplek waar bezoekers, wellicht door middel van de haiku, geïnspireerd kunnen worden, waar ze aan zichzelf kunnen werken, kunnen helen, delen en schrijven. ‘Er zit ook een groot element van coaching bij. Haiku is namelijk niet alleen een dichtvorm, maar ook een manier van leven. Ik was bijvoorbeeld zelf altijd heel materialistisch en wilde altijd maar meer. Ook vanuit de omgeving ervoer ik de druk om steeds meer te laten zien hoe goed het wel niet ging. Later heb ik dat allemaal losgelaten. Toen het even minder goed ging en er veel dingen in mijn leven wegvielen, ging ik me focussen op de kleine dingen die altijd door gaan. Het zijn de dingen zoals een lekker kopje koffie, de vogel die fluit of een bloem die opkomt waar je van kunt genieten. Het is me duidelijk geworden dat het juist om die kleine dingen gaat.’
Gastlessen op scholen
Ook wil Krop graag kinderen blijven inspireren, juist omdat zij zo goed in staat zijn zich te verwonderen over het alledaagse. Hij geeft daarom gastlessen op basisscholen en middelbare scholen. ‘Door de vaste regels van haiku is deze vorm een goede houvast voor kinderen en jongeren om kennis te maken met poëzie. Het is een mooie manier om precies dat te zeggen wat je wilt, binnen het juiste aantal lettergrepen. Via haiku leren ze voelen wat poëzie is. Door in groepjes woorden te zoeken leren ze elkaars gedachten te begrijpen en werken ze samen aan het schrijven en lezen van poëzie. Door samen poëzie te maken, kunnen we de taalvaardigheid vergroten op een leuke manier.’
Haikuwandelroute
Als laatste zet Krop zich in voor een haikuroute in de Heemtuin en het natuurgebied Tussen de Venen. Een wandelroute waarbij de wandelaar langs verschillende punten komt waarop zij een haiku kunnen lezen, geschreven door Krop zelf. Het zijn taalfoto’s, die natuur en taal laten samenkomen. Gedichten die uitnodigen even stil te staan bij het beeld van de omgeving. Een focus op details waaraan anders gewoon aan voorbij wordt gegaan. ‘Je doet overal inspiratie op en je hoeft helemaal niet ver weg te
gaan. Bewonder het kleine en verwonder je over dat wat de natuur je geeft, ook in je directe omgeving. Ik hoop dat ik dat mensen in kan laten zien met mijn haikubundel Wiegend water en initiatieven zoals de haikuroute.’ De wandelroute kan vanaf begin mei gelopen worden.
De haikubundel Wiegend water van Patrick Krop is uitgebracht door Uitgeverij Nobelman. Voor meer informatie kunt u terecht bij de uitgever via 06-50831893 of info@nobelman.nl, of neemt u contact op met Patrick Krop via patrickkrop@gmail.com.
Manon de Velde Harsenhorst is masterstudent Social Media & Society aan de Rijksuniversiteit Groningen.
ides callebaut zegt
Ik ben daar heel blij mee. Een twintig jaar geleden liet ik mijn studenten, toekomstige onderwijzers, zien wat jij ook vertelt. Er is zeker wat van overgebleven.