• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Logo

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Artikelen
  • Media
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

De (zee)meermin, een ongrijpbaar fabeldier? [4]

17 mei 2022 door Martine Mussies Reageer

Op zoek naar definities in lexica en literatuur

Dit is het vierde deel in een serie. Het eerste deel ging over woordenboekdefinities; het tweede deel over de middeleeuwen; het derde deel over de 17de en 18de eeuw.

Illustratie: Martine Mussies

De 19e eeuw

Couperus’ gedicht getoonzet door de theosofische componiste Maria Zwollo

In de overgeleverde geschriften uit de negentiende eeuw vinden we nog minder twijfels over het werkelijke bestaan van meerminnen. Zo stelt Schlegel in 1857 over de doejong (een Indische zeekoe): “Dit dier heeft waarschijnlijk aanleiding gegeven tot de fabel van Meerminnen of Sirenen.” Toch blijft de meermin terugkomen in de literatuur, als beeldspraak, net als haar zusje de sirene. Bijvoorbeeld in Couperus’ Eline Vere (1889): “Ze had toch wel een bijzonder waas over zich, iets betooverends, als een sirene.” Sinds het gedicht ‘De meirminnen’, uit zijn debuutbundel Een lent van vaerzen (1883), schreef Couperus vaker over waternimfen, in zowel zee als meer. Bijvoorbeeld in ‘De vrouwe van ’t meir’ (uit: Orchideeën), ‘Baadster’ en ‘Getemd’ (Een lent van vaerzen) en ‘Viviane’ (Williswinde). Ook in diverse van zijn romans komen ze langs, altijd in de vorm van een sprookje, dat voor Couperus synoniem is aan de illusie (zoals hij uitlegt in het voorwoord van Metamorfoze). Couperus’ Fidessa doet de moderne lezer denken aan Andersens De Kleine Zeemeermin. De meermin die feitelijk niet bestaat en slechts een Romantisch idee is, werd eind negentiende eeuw ook het onderwerp van grapjes. Zo beschrijft Multatuli in 1873 ene meester Puf als “De man die me op wou schikken met ’n staart, En promoveeren tot ’n zeemeermin.”

De 20e eeuw

In de roman Anna-Marie (1921) maakt Felix Timmermans de zeemeermin onderdeel van een kitscherig uithangbord “met een woesten dolfijn, van waarop een leelijk minnegodje liefdepijlen schoot naar bruine tritonen en vette zeemeerminnen, die in de verte van kabbelende golfkammekens speelden”. In dit boek is Anna-Marie een knappe Italiaanse, die de gemoedsrust verstoort van de zes ‘Dolfijnen’, een bont gezelschap dat praat over kunst, liefde en wijsbegeerte. Zij wordt verliefd op een gehuwde man, een ander laat zijn geliefde voor haar in de streek. Is de mooie Anna-Marie misschien zelf een ‘vette zeemeermin’? De zeemeermin als metafoor, verhaaltraditie en ongrijpbare droom speelt daarnaast regelmatig een (bij)rol in het werk van Bertus Aafjes (1914-1993). Niet alleen in het titelverhaal uit de bundel de Zeemeerminnen uit 1946, maar ook in ‘Guiseppe Valdi, Neptunus’ uit Een laars vol rozen (1943) en in De sneeuw van weleer uit 1987, waarin de auteur bekent “een platonische liefde” te koesteren voor “de zeemeermin in het algemeen” – “al wist ik in mijn kinderlijke fantasie evenmin als de Londense visser aan de Theems wat met het aanvallige wezen aan te vangen.”

De meermin als aanleiding of aanwijzing voor verandering en vaak ook twist vinden we ook terug in het werk van Hella Haasse. Als 12-jarige deed zij haar allereerste poging een boek te schrijven. In Zelfportret als legkaart schrijft ze: “In een schoolschrift, dat ik haastig wegstopte zodra er iemand in mijn buurt kwam, schreef ik drie hoofdstukken van ‘Het Huys met de Meerminne, roman uit de Vaderlandsche Geschiedenis’. Het boek zou handelen over de geloofsstrijd tussen de Rekkelijken en de Preciesen; weliswaar wist ik volstrekt niet wat dat conflict eigenlijk inhield, maar dit deed er ook niet toe, dat stelde in ieder geval mijn hoofdpersonen in de gelegenheid elkaars gezworen vrienden of onverzoenlijke vijanden te zijn.’ Ook in Haasse’s roman De Meermin (1962) is er geen lijfelijke zeemeermin aanwezig: de titel verwijst naar een gevelsteen. Als hoofdpersoon Sera Doornstam haar huis verlaat, ziet ze de meermin in brokken op de grond liggen, als symbool voor haar leven in puin. Het bohemienne leven, verzetsgeheimen, existentialisme, de standenmaatschappij, alles komt voorbij, midden in die vooravond van de roerige jaren ’60. In Persoonsbewijs schrijft Haasse zelf over deze roman: “Een van de grondproblemen in De meermin is de onmogelijkheid om eens en voor altijd een duidelijk formuleerbaar standpunt in te nemen. Alles verandert, alles fluctueert, alles hangt af van het standpunt van waaruit men toevallig de dingen bekijkt. Deze genuanceerde houding lijkt een intelligentere levensvorm dan die van het onwankelbare principe.”

Maar als het niet mogelijk is een duidelijk formuleerbaar standpunt in te nemen, wat kunnen we dan nog zeggen over de identiteit van de meermin? “Staat de zeemeermin – kapotgevallen, in gruzelementen – voor de voorbije illusie, voor het feit dat de dromen over zijn?” vraagt Niels Vonberg zich af in het tijdschrift Lover (2011). “Natuurlijk met de Tweede Oorlog en de nieuwe onafhankelijkheid van Indonesië zijn er een hoop oude fundamenten geslagen uit de Nederlandse samenleving. Er is geen illusie meer, waarop de realiteit kan worden gebaseerd. Er is geen verhaal meer dat kan worden verteld met de ‘waarheid’ als kern. Net als de kapotgeslagen zeemeermin hebben we geen kans meer om op het droge te lopen, om ‘echt’ te worden.”

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Jong Tags: letterkunde, meermin, zeemeermin

Lees Interacties

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Openingszin van de week

Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.

De openingszin van deze week komt uit Dagen van glas (2023) van Eva Meijer. Het is een uitwerking van diens eerder verschenen novelle Haar vertrouwde gedaante (2021). Het boek vormt een collage van drie gezinsleden, moeder, vader en dochter, die zich alle drie niet echt thuis voelen. Hoewel de moeder de special van een filosofisch […]

➔ Lees meer
  • Facebook
  • YouTube

Thema's

#taalkunde
Ik zou dat niet pikken als ik jou was
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
“Taal kan iets doen met je moraal”
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Een koffietje doen
#letterkunde
Ik zag haar voor het eerst op een vroege decembermorgen.
Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit.
Als schrijvers zichzelf voorlezen
Op de dag dat Minnie Panis voor de derde keer uit haar eigen leven verdween, stond de zon laag en de maan hoog aan de hemel.
Het was oud en nieuw, een uur na middernacht toen ik, een volwassen vent met een vaste baan en in een zelfgemaakt varkenspak aan de rand van een industriegebied in een sloot viel.
#recensie
De letteren op de planken
In Het paradijs van slapen kleurt Joost Oomen de dood hoopvol
Yara’s Wedding: een voorstelling die je bijblijft.
Verlies, liefde en leegte: De mitsukoshi troostbaby company
Zee nu: Een dystopische roman over zeespiegelstijging
#taalbeheersing
De discussie over de vlees-/vega-/plantaardige burger/schijf/disk
De vervaagde grenzen van de neerlandistiek
Wie schrijft, schrijft gelijk: mannelijke en vrouwelijke auteurs
Taalverandering in Duckstad: van 1952 tot 2025
Maar goed, een blog over maar goed
#toekomstinterview
‘Wij willen mensen het donker laten beleven’
‘Voor kinderen is een kerk een magische plek’
‘Bekijk tijdens je studie al wat er allemaal mogelijk is, wacht niet tot iets moet.’
‘Ik geloof er toch echt in, dat je iets moet kiezen waar je blij van wordt.’
‘Geniet van wat het vak je brengt. De neerlandistiek kan je naar zoveel plaatsen brengen, zowel letterlijk als figuurlijk.’
#wijzijnneerlandici
Kwaliteit boven kwantiteit?
Literatuur, natuur, insecticiden en het internet
Jong Neerlandistiek in gesprek: studenten over de grens
#wijzijnneerlandici: Jacques Klöters
“Aan het begin van de studie sprak ik nog geen Nederlands. Na drie jaar schreef ik een scriptie in het Nederlands.”
#voordeklas
24 paar ogen, een glimlach en een gereedschapskist
De vlucht naar Engelse literatuur, waardevol of schadelijk?
Later word ik dokter! Of juf! Of allebei!
Literatuur voor alle leeftijden
De ezelsbruggetjes in ons grammaticaonderwijs; kunnen we zonder?

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d