Klimaatverandering begint bij jezelf
De regering kan wel duizend plannen maken om de gevolgen van de klimaatcrisis tegen te houden. Het individu kan echter alleen aan zichzelf werken. Opties hiervoor zijn: vegetariër worden, tweedehands kleding dragen, geen dierlijke producten aanschaffen, korter douchen of met openbaar vervoer reizen in plaats van met de auto. Dit zijn allemaal mogelijkheden waarvan velen reeds hebben gehoord, maar waar een groot deel toch niets of weinig aan doet. Het CBS heeft in 2020 onderzoek gedaan naar duurzaam gedrag van mensen en bijna 60 procent bevestigt dat zij klimaatbewuster zouden moeten leven, maar dit nog niet doen. Om op een positieve noot te beginnen: deze mensen zijn zich in ieder geval bewust van de klimaatcrisis. De protagonist in de roman het tegenovergestelde van een mens (2017), geschreven door Lieke Marsman, is zich hier buitengewoon bewust van. Zij ligt ‘s nachts wakker van de gevolgen van klimaatverandering en is constant bezig is met het feit dat ze iets eraan zou moeten doen. Aan de andere kant doet ze dit niet: waarom is het zo moeilijk om gedrag te veranderen als er zo’n grote crisis in ons kielzog ligt?
De fictieve roman Het tegenovergestelde van een mens volgt het leven van de aardwetenschapper Ida. Zij gaat helpen bij een onderzoek naar een stuwdam in Italië die op doorbreken staat. Naast een roman heeft het boek iets weg van een essay door het standpunt dat Marsman inneemt en de vele bronnen die zij in het boek gebruikt. De bronnenlijst aan het einde van het boek geeft de lezer het idee daadwerkelijk geïnformeerd te zijn naast het lezen van een monoloog over de problemen omtrent de klimaatcrisis. Er zijn ook hoofdstukken die in de vorm van gedichten, een quiz of een kort betoog de spot drijven met de omgang van de mens met de klimaatcrisis. Deze hoofdstukken zijn niet genummerd en gaan buiten het narratief om. Ze zijn ecokritisch omdat ze de relatie tussen mens en natuur kritisch weergeven. In deze relatie wordt de mens vaak gezien als belangrijker dan de natuur, wat een eigenschap is van het antropocentrisme.
De klimaatcrisis: onzichtbaar, maar immens
De klimaatcrisis is een ontzettend groot, moeilijk te bespreken probleem. In de literatuur worden dystopieën gebruikt als vorm om toch de effecten van de klimaatcrisis te laten zien. Renée van Marissing schrijft over droogte en watergebrek in speculatieve fictie. Speculatieve fictie is volgens haar dystopisch en beschrijft de feiten die zich in de toekomst zouden kunnen voordoen. Van Marissing beschrijft water als een oncontroleerbare natuurkracht. Niet alleen te veel water, maar ook te weinig zorgt voor een probleem omtrent het antropoceen. Speculatieve fictie loopt vaak niet goed af, net zoals Het tegenovergestelde van de mens, waarin Ida overlijdt door de stuwdam die uiteindelijk doorbroken wordt door water.
Wat Het tegenovergestelde van een mens echter geen speculatieve fictie maakt is dat het niet speculatief is, maar realistisch. Niet dystopisch, maar actualiteit. Adeline Johns-Putra schrijft over een nieuw soort realisme in het antropoceen in haar artikel ‘Climate and History in the Anthropocene: Realist Narrative and the Framing of Time’. Hierin beschrijft zij dat er twee schalen bestaan waarin het verhaal verteld wordt. Deze twee verschillende manieren van vertellen werken samen met elkaar om de lezer een nieuwe blik op de klimaatcrisis te kunnen geven. Marsman zoomt in op één persoon; Ida, en zoomt uit door haar eigen blik weer te geven door middel van de kleine hoofdstukjes die tussen het narratief door lopen.
Het inzoomen gebeurt door het overlijden van Ida door de doorbreking van de dam: een probleem van korte termijn. De doorbreking van de dam wordt namelijk vergeleken met een explosie, maar krijgt veel minder aandacht omdat het een probleem is van een langere termijn. Erin James beschrijft in haar artikel ‘Narrative in the Anthropocene’ vier verschillende karakteristieken van de roman en het antropoceen. Één hiervan is ruimte waarin water als een ruimteloos deel gezien wordt. Water is instabiel wat zorgt voor problemen in modellen voor de narratieve ruimte. Mensen kunnen water niet beheren, de kracht ervan is te groot om meer aan te doen dan dijken bouwen zoals in Nederland of dammen zoals in Italië. Wanneer dit ten onder gaat aan de natuurlijke kracht van water, is hier niet veel meer aan te doen dan accepteren zoals in Het tegenovergestelde van een mens gedaan wordt. Er is geen enkel moment dat ze het overstromen van de dam willen tegenhouden. De dam zal doorbroken worden en de enige vraag is: op welke manier? Het enige wat het project wil is metingen doen, de pers op de hoogte stellen en er op deze manier voor zorgen dat er een filmploeg aanwezig zal zijn om het gebeuren te filmen en in te zoomen op het kleine probleem.
#nietmijnprobleem
‘Ook toen de mensheid als geheel zichzelf niet langer als middelpunt van het heelal zag, bleven alle individuele mensen zichzélf wel als middelpunt van hún universum zien.’
Het antropoceen gaat ervan uit dat de mens het middelpunt is, maar gek genoeg ook dat de mens niet de oplossing van het klimaatprobleem is. Marsman beschrijft de gedachten van Ida over de vissen die vastzitten door de dam. Ze droomt over de zalmen die het onderzoeksinstituut bestormden omdat zij niet meer wilden doen wat zalmen ‘normaal’ doen na het verwijderen van de dam. Ida geeft de zalmen een bewustzijn waarmee Marsman de spot drijft met het antropoceen. De mens wil ontzettend veel macht over de natuur om zo, ten koste van de natuur, een perfect leven te leiden. De natuur krijgt een stem. Dit is een trend in de klimaatfictie, beschrijft Barbara Fraipont in haar artikel ‘De stem van zeeën, planten en dieren. Over klimaatfictie, -wetenschap en -politiek’. Zij beargumenteert dat auteurs afstand nemen van het antropocentrische wereldbeeld en dat de focus naar natuur en dier verplaatst wordt. Dit gebeurt volgens haar in de vorm van de natuur die een stem krijgt, een subject wordt. Het filmen van de doorbreking van de dam in plaats van het tegenhouden in Het tegenovergestelde van een mens zorgt ervoor dat de roman niet gaat om het tegenhouden van het breken van de dam, maar juist om het luisteren naar de natuur.
Marsman probeert direct te zijn door de stuwdam te laten overstromen. Het idee van klimaatfictie is echter dat het een verhaal schetst dat langer duurt dan het gemiddelde leven van de mens, maar de dood van Ida gooit roet in het eten. Ida overlijdt richting het einde van het boek. Hierna verandert logischerwijs de verteller naar een externe verteller in plaats van Ida zelf. Toch krijgt een jongere Ida nog het woord en vergelijkt zij de liefde met taal en het gemis dat mogelijk is hierin. Als het ontbreken van liefde ervoor zorgt dat er ook geen gat is, is Ida hier tevreden mee: dan mis je niets. Misschien is dit wel wat mensen onbewust met de klimaatcrisis doen: zolang ze het probleem en hun rol hierin negeren, is er ook geen gat.
#nietmijnschuld
Wij, als mens, zijn maar een klein puzzelstukje in de klimaatcrisis en het antropoceen. Dit betekent alleen niet dat als we niks doen, er ook niks gebeurt. De vraag gaat er meer om: voor wie doen we het? En zijn we de natuur aan het redden of onszelf? De stress die Ida ervaart gaat niet alleen om het klimaat, maar ook over liefde, de taal, seksualiteit. Dit kan herkenbaar zijn voor de lezer, of juist een openbaring. Ida vraagt zich in het begin van de roman af:‘Hoe verenig je een probleem als de opwarming van de aarde, dat om een langetermijnoplossing vraagt, met de kortetermijnvisies die de meeste politici erop nahouden?’. Klimaatverandering begint bij de mens zelf en Ida worstelt hier enorm mee in de roman. Desondanks neemt zij stoffige voertuigen die ontzettend veel luchtvervuiling veroorzaken naar haar klimaatproject in Italië. De roman laat zien dat het niet altijd mogelijk is om aan te passen en dat de ‘schuld’ aan het geheel kan liggen.
Misschien moeten we de natuur zijn werk laten doen en met rust laten. De mensen voor ons hebben de natuur al genoeg ontsierd, dus de schuld ligt bij hen. Dit betekent echter niet dat we hiermee door hoeven te gaan. Het doorbreken van de dam is geen dystopie, dit is iets wat nu zou kunnen gebeuren. Maar mensen blijven het tegenhouden om hun leven te kunnen blijven leiden op de manier waarop ze het gewend zijn. Het klimaatprobleem negeren en de leefomstandigheden aan blijven passen aan de mens doet niet veel goeds voor de natuur, maar ook niet voor jezelf, zoals Marsman in Het tegenovergestelde van een mens beschrijft. Waarom zou je je gedrag aanpassen als je eigen soort al eerder zo’n grote onomkeerbare crisis heeft veroorzaakt door te bestaan?
John Marrakech zegt
“waarom is het zo moeilijk om gedrag te veranderen als er zo’n grote crisis in ons kielzog ligt?” Als iets in je kielzog ligt, is het voorbij, ligt het achter je. Wordt niet bedoeld: ‘als zo’n grote crisis in het verschiet ligt’?