“Het hemelsche gerecht heeft zich ten lange lesten // Erbarremt over my, en mijn benaeuwde vesten,”, is een bekende zin onder veel mensen. Zelfs als je geen affiniteit hebt met literatuur, is dit een zin die de meeste van ons wel ooit gelezen zullen hebben. De zin komt namelijk uit het bekende werk Gijsbreght van Aemstel, dat in 1637 werd geschreven door ene meneer Joost van den Vondel en het werk wordt nog ieder jaar door duizenden scholieren gelezen. Wat echter niet veel mensen zich nog kunnen herinneren, is de toneelvoorstelling van dit stuk. Het treurspel werd namelijk vanaf 1841 elk jaar gespeeld op nieuwjaarsdag in de schouwburg van Amsterdam. Deze traditie hield stand tot 1969, waardoor vele van ons de eerste beginzin van de Gijsbreght dus nooit hebben kunnen horen op het toneel. En al helemaal niet in de stijl van Vondels tijd. Gelukkig zijn er veel toneelgroepen die de Gijsbreght een nieuw leven wilden geven. Zo ook Theatergroep Stichting Kwast, die het treurspel al enkele jaren speelt, zoals het in Vondels tijd ook gespeeld werd. De SVN, Studievereniging voor Neerlandici, uit Nijmegen, reisde op zondag 7 januari af naar Amsterdam, om het stuk daar te bekijken.
Een grote groep van neerlandici (in spe) had zich op de mooie zondagochtend van 7 januari verzameld om half twaalf in Nijmegen. Vanuit hier zouden ze de trein pakken naar Amsterdam, waar de voorstelling gespeeld zou worden. De reis verliep voorspoedig en om iets over één bevonden de 20 SVN’ers zich in Amsterdam. De voorstelling zou om twee uur beginnen, dus verplaatste de groep zich naar Hotel The Dylan. Ik hoor u denken: wat heeft Hotel The Dylan er nou mee te maken? Het antwoord is natuurlijk dat op de plek van het Hotel, ook de schouwburg stond, waar de Gijsbreght als allereerste voorstelling ten tonele is gevoerd. De schouwburg zelf staat er niet meer – wat logisch is, anders zou Hotel The Dylan er niet kunnen staan – maar de toenmalige toegangspoorten bestaan wel nog. Het is dus geen wonder, dat Stichting Kwast deze plek heeft uitgekozen om hun voorstelling te spelen.
Na foto’s te hebben gemaakt bij de toegangspoorten, werd het tijd om naar binnen te gaan. Daar werden de SVN’ers ontvangen, alsof ze in een vijfsterrenhotel binnenkwamen: de jassen werden aangenomen en een welkomstdrankje werd aangeboden. Het hotel zelf bevatte veel marmer en was klassiek, maar chique afgewerkt. In de foyer, genietend van ons welkomstdrankje, viel het ons op dat de gemiddelde leeftijd van het publiek helemaal niet vijftig plus was. De leeftijd was enorm gevarieerd, wat laat zien dat de Gijsbreght voor iedereen, jong en oud, leuk kan zijn.
Om twee uur begon de voorstelling. We werden door de foyer en door het restaurant geleid, naar een achterruimte. Geen idee waar de ruimte oorspronkelijk voor bedoeld was, maar het gold nu als ruimte waar de bode zijn verhaal deed. Hier werd ons verteld wat we te horen ginngen krijgen en wat het functie van de bode was. Het verhaal werd namelijk gewoon in het vroegnieuwnederlands voorgedragen, dus was het af en toe wel fijn dat er iemand was, de bode, die ons bijpraatte.
Na Gijsbreghts monoloog in het eerste bedrijf, gingen we naar buiten. Hier troffen we de priester, Willebord. Hierna gingen we naar binnen, waar het grootste gedeelte van het treurspel plaatsvond. De bode kwam ons toen vertellen, dat in Vondels tijd de vrouwenrollen gespeeld werden door mannen. Omdat Stichting Kwast zo veel mogelijk Vondels stuk wilde naspelen, werden de vrouwenrollen door mannen gespeeld in deze voorstelling. Ook droegen de auteurs nagemaakte kostuums uit de baroktijd. Tussen de bedrijven door, werden de reien ook gezongen, precies zoals ook de tijd van Vondel.
Stichting Kwast had met deze voorstelling echt even het gevoel van het renaissance publiek naar het nu gehaald. De voorstelling was zo veel mogelijk gelijk aan die van in de tijd van Vondel én het publiek ook. Zo mochten wij klappen, schreeuwen en juichen tijdens het treurspel. Dit maakte het echt een ervaring om nooit te vergeten!
Na het treurspel volgde nog het verhaal van Pieternel en Thomasvaer. Dit was een klucht, om zo het trieste eind van de Gijsbreght van Aemstel toch nog tot een positief einde van de voorstelling te laten komen. Deze klucht was in de renaissance stijl, maar met grappen over de huidige tijd. Zo werd er een grap gemaakt over Geert Wilders door het personage Thomasvaer.
Het was een waanzinnig leuke dag. De voorstelling was fenomenaal en de SVN’ers verlieten Amsterdam met een opgewekt gevoel. “Vaer wel, mijn Aemsterland”.
Bronnen
Gysbreght van Aemstel. (z.d.). Literatuurgeschiedenis. Geraadpleegd op 1 februari 2024, van https://www.literatuurgeschiedenis.org/teksten/gysbreght-van-aemstel
DBNL. (1994). Gysbreght van Aemstel. Treurspel., Gysbreght van Aemstel, Joost van den Vondel – DBNL. https://www.dbnl.org/tekst/vond001gysb01_01/vond001gysb01_01_0019.php#184
Casper Markesteijn zegt
Fantastisch dat zoiets gebeurt. Dat Julius (nog?) niet weet dat niet de ‘rijen’ gezongen werden maar de ‘reien’ wordt na lezen van klassieke toneelspelen wel duidelijk.
Julius Thijssens zegt
Ik leer elke dag weer! 😉
Het is inmiddels aangepast.
Casper zegt
Leuk dat je nog even reageert en je niet aangevallen voelt. Ook ik ben (77) nooit te oud om te leren. Succes met alles!
Luberta Werkman zegt
En wie weet nog dat mijn vader, Evert Werkman, jaar in jaar uit ‘de Wens’ schreef, die door Thomasvâer en Pieternel in het hart van de klucht ‘de Bruiloft van Kloris en Roosje’ werd voorgedragen? Inderdaad een ‘Wens’ met actuele, meestal politiek getinte, grappen uit die jaren maar ook met momenten van reflexie.