Tweetaligheid geeft een bijzonder kijkje in het menselijk taalvermogen. Nene is 11 en spreekt Nederlands en Italiaans. Die eerste taal is, zoals taalkundigen dat noemen, dominant: Nene woont in Nederland, gaat naar een Nederlandse school, haar beste vriendinnen zijn Nederlands, en Nederlands is de taal van de winkels en de scouting. Maar haar moeder spreekt altijd Italiaans met haar en in totaal is Nene ieder jaar minstens anderhalve maand in Italië, waar niemand in de familie iets anders met haar spreekt dan Italiaans.
Deze kerstvakantie maakte ze haar eerste boodschappenlijstje, want we gingen samen naar de winkel om nog wat spullen te halen die nonna vergeten was. Uien bijvoorbeeld. Omdat ze haar lees- en schrijflessen ook in het Nederlands heeft gedaan, stelt dat nog voor bepaalde problemen. Hoe schrijf je bijvoorbeeld de beginklank van cipolle? Maar dat wist Nene: met een c.
Dus schreef ze op Cipoue.
Die u deed mij in grote vreugde ontsteken. Wat was hier aan de hand? Volgens mij zit het zo: zoals vrijwel iedereen van onder de veertig, zegt Nene aan het eind van het woord in het Nederlands geen l meer, maar een w: in plaats van bal zegt ze baw, in plaats van melk zegt ze mewk. Bovendien, en ook hierin doet ze volledig mee aan deze taalverandering, hoort ze niet eens het verschil tussen bal en baw of melk en mewk.
Ook van die w-klank weet Nene kennelijk hoe je die in het Italiaans schrijft: met een u.
Nu zeggen ook de jongste van alle Nederlanders volgens mij ballen nog met een l: bawe heb ik nog nooit iemand horen zeggen, net zo min als pakweg weeuw voor leeuw. De l wordt alleen tot w aan het eind van een lettergreep. Waarom dan toch in Cipoue? Ik denk dat dit een reflex is van het feit dat de l in Cipolle lang is, zeker in het zuidelijke dialect dat mama en nonna spreken. Terwijl de lettergreepverdeling van het Nederlandse ballen zoiets is als ba-le (in de uitspraak, niet in het schrift) is die van Cipolle echt niet anders dan ci-pol-le. En die eerste l kan dus tot u worden, of als u worden gehoord. Een Italiaans woord, met een Italiaanse lettergreepverdeling ondergaat zo een Nederlandse klankverandering.
Pieter zegt
“zoals vrijwel iedereen van onder de veertig, zegt Nene aan het eind van het woord in het Nederlands geen l meer, maar een w” – Dan toch enkel in (een deel van?) Nederland, hoor, in België hoor ik iedereen, ook mijn eigen kinderen, gewoon l zeggen.
Zeggen ze in Nederland dan ook echt dingen als ‘winkew’, ‘vaw’, ‘view’…?
Albert Oosterhof zegt
Dat je in België iedereen “gewoon l” hoort zeggen klopt hoe dan ook niet. Er zijn zelfs Vlaamse dialecten (bijvoorbeeld in het noordwesten van Oost-Vlaanderen) waarin l-deletie kenmerkend is. In sommige Limburgse dialecten wordt bijvoorbeeld ‘schuld’ als ‘schuwt’ uitgesproken. Overigens is het ook niet zo dat een variëteit van het Nederlands “gewoner” is als er meer woorden uitgesproken worden zoals in de officiële spelling.
Pieter zegt
Dank je wel voor de informatie. Ik ken duidelijk weinig over de verschillende taalvarianten of ik luister niet goed genoeg.
(Ik bedoelde overigens die ‘gewoon’ helemaal niet zo, als jij ze hier interpreteert. Dat de ene taalvariatie niet gewoner is dan de de andere, wist ik wel.)
Pieter zegt
Weet je toevallig ook het antwoord op de vraag die ik had?
Albert Oosterhof zegt
Ik heb het gevraagd aan een paar sprekers met zowel Nederlandse als Belgische nationaliteit. Hun uitspraak van ‘winkel’ is iets tussen ‘winkel’ en ‘winkew’.
Nu ik erover nadenk, zou je vanuit Nederlands-Nederlands perspectief de perceptie kunnen hebben dat de l door zuidelijke sprekers zelfs éxtra “nadrukkelijk” wordt uitgesproken. De uitspraak van een woord als ‘bal’ gaat dan in de richting van het Franse ‘balle’.
Dus inderdaad alom variatie in de realisatie (en soms ook weglating) van de l.
Pieter zegt
Dank je wel!